COLO

Scholen beroepsonderwijs bedreigen kwaliteit beroepsonderwijs

Zoetermeer, 18 april 2002

Scholen beroepsonderwijs bedreigen kwaliteit beroepsonderwijs Colo: scholen moeten zich openen naar omgeving

De regionale opleidingencentra, de onderwijsinstellingen die middelbaar beroepsonderwijs verzorgen, dreigen zelf de grootste bedreiging voor de kwaliteit te worden. De kwaliteitszorg komt onvoldoende van de grond, de publieke verantwoording van de besteding van middelen blijft nog onder de maat. Het leren in de praktijk, een belangrijk deel van de beroepsopleiding, wordt door de scholen onvoldoende georganiseerd. Dit zijn enkele conclusies van de onderwijsinspectie in het Onderwijsverslag 2001, dat op 18 april verscheen. Colo is bezorgd over de conclusies van de onderwijsinspectie over de staat van het beroepsonderwijs. De vereniging van landelijke organen beroepsonderwijs stelt dat landelijke organen in staat en bereid zijn de scholen te ondersteunen. Zij acht het beroepsonderwijs te belangrijk om het onder deze praktische problemen te laten leiden.

De kritiek op de kwaliteit van het leren in de praktijk, officieel beroepspraktijkvorming (bpv) geheten, betreft de taken van de scholen bij het leren in de praktijk, niet het leren in de praktijk zelf, concludeert Colo uit het onderwijsverslag. Het inspectierapport noemt met name de organisatie van de beroepspraktijkvorming door de scholen als minpunt: de begeleiding van leerlingen, de aansluiting tussen theorie en praktijk, de beoordeling van het leren in de praktijk en de volledigheid van de praktijkovereenkomst laten te wensen over. Het opleidingsdeel binnen de 150.000 leerbedrijven valt buiten het toezicht van de inspectie. Vorig jaar bleek nog uit een onderzoek van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) dat leerlingen het leren in de praktijk belangrijk vinden en hoog waarderen, maar ook toen was er kritiek op de begeleiding vanuit de school. Colo weet dat ook leerbedrijven, die dit deel verzorgen, vaak te weinig door de school op de hoogte worden gebracht van wat er van hen wordt verwacht en wat de leerling geacht wordt in het bedrijf te leren.

Op een aantal gebieden geeft de inspectie de onderwijsinstellingen wel een voldoende, zoals de kwaliteit van de onderwijsleerprocessen, van de leerplaatsen en de leermiddelen. Een kwart van alle onderzochte instellingen, 18 regionale opleidingencentra en 14 particuliere opleidingsinstellingen, is nog niet extern gelegitimeerd, waarvoor de inspectie geen excuus meer geldig acht.

Colo stelt naar aanleiding van het rapport vast dat scholen over het algemeen hun interne zaken redelijk op orde hebben, maar dat ze vooral nog moeite hebben met externe partners en invloeden. Meer openheid naar de omgeving is hiervoor gewenst. De landelijke organen beroepsonderwijs vormen een belangrijke brug tussen onderwijs en bedrijfsleven. Zij kunnen en willen als deskundige kenniscentra ook regionaal hulp bieden bij het verbeteren van de organisatie van de beroepspraktijkvorming. Zij hechten veel waarde aan een goede organisatie van het leren in de praktijk, omdat dit in de toekomst een steeds groter deel zal uitmaken van beroepsopleidingen op alle niveaus.

18 apr 02 18:05