Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VISS/02/2878
datum
15-04-2002

onderwerp
Aalplan

bijlagen
1

Geachte voorzitter,

Tijdens de bespreking van de Begroting van het Ministerie van LNV, onderdeel visserij, in november 2001 heb ik toegezegd u in het eerste kwartaal van 2002 te informeren over de problemen die zich voordoen omtrent de teruglopende aalstand en de maatregelen die ik in dat kader voornemens ben te nemen.

datum
15-04-2002

kenmerk
VISS/02/2878

bijlage

Ik kan u melden dat onlangs een knelpunteninventarisatie beschikbaar is gekomen waarin de huidige situatie in Nederland en Europa uitvoerig is beschreven. Ik heb dit document ('Aal, stand van zaken') bijgevoegd. Uit het document blijkt dat zowel de intrek van glasaal als de omvang van de bestanden van volwassen aal sterk teruglopen. Dit geldt niet alleen voor Nederland. Ook elders in Europa heeft men te maken met een achteruitgang van intrek en bestandsomvang. Zowel in ecologisch als in economisch opzicht zal een nog verdere achteruitgang tot ernstige problemen kunnen leiden.

Ecologische en economische context
De aal is in Nederland op de zogenaamde 'rode lijst' van de Flora- en Faunawet geplaatst. De situatie is nog niet zo ernstig dat de aal met uitsterven wordt bedreigd, maar de soort moet wel als 'gevoelig' daarvoor worden beschouwd. Dit vraagt om een beleid en daarbij behorende maatregelen die het behoud en herstel van de aalstand uit ecologisch belang waarborgen. Een aanzet hiervoor is gegeven in het Beleidsbesluit Binnenvisserij 1999, waarbij tevens aandacht is besteed aan het economisch belang van de aal, uitgaande van een benutting op grond van het 'wise use' beginsel, zodat de binnenvisserij geen blijvend negatief effect heeft op de aalstand. Uitgangspunt is dat de aal in staat is zichzelf duurzaam in stand te houden. In dat geval is sprake van een zekere benutting van de visstand in het kader van een duurzame visserij.

Aal komt in geheel Europa voor. Er kunnen drie levensstadia worden onderscheiden: glasaal (juveniel stadium), rode aal (volwassen stadium) en schieraal (volwassen aal die ten behoeve van de paai naar zee trekt). De teruglopende aalvangsten treffen vrijwel alle landen. De zuidelijke landen (Italië, Spanje, Portugal en Frankrijk) richten zich vooral op de uit zee binnentrekkende glasaal, die voornamelijk bestemd is voor directe consumptie. Een ander deel wordt gebruikt voor aalkweekbedrijven in Europa, maar ook in Azië en voorts wordt een gedeelte van de glasaalvangst uitgezet in de noordelijke helft van Europa ten behoeve van de rode aal- en de schieraalvisserij. Zowel het European Inland Fisheries Advisory Committee (EIFAC) als de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) hebben geconstateerd dat de aalstand zich niet binnen veilige biologische grenzen bevindt en dat visserij op de huidige basis niet kan doorgaan. Aan de Europese Commissie is geadviseerd een internationaal beheersplan op te stellen. Dit is nog niet gebeurd. Knelpunt daarin is dat vanuit de zuidelijke landen wordt gewezen op de zware visserijdruk op rode- en schieraal, waardoor te weinig schieralen de oceanen bereiken en aan de voortplanting kunnen meedoen. Hierdoor ontstaat een structureel tekort aan intrekkende glasaal. In de noordelijke landen wordt gewezen op de hoge visserijdruk op glasaal voor consumptie- en exportdoeleinden, waardoor de intrek in Europese wateren te wensen overlaat.

Overwegingen
De slechter wordende aalstand en de geringe intrek van glasaal geven zorg voor
de nabije toekomst. Die dalende lijn moet zo snel mogelijk worden omgebogen. Ingrijpen kan mijn inziens niet worden uitgesteld, omdat de aal biologisch gezien een complexe levensfase kent, met naar alle waarschijnlijkheid slechts één voortplantingsmoment. Ik acht het mijn verantwoordelijkheid om waar mogelijk maatregelen te nemen
om de aalstand in de Nederlandse wateren te verbeteren. Daarbij spelen zowel ecologische als economische belangen een rol, maar ik acht het in de huidige situatie niet mogelijk om zonder visserijbeperkingen een duurzame aalstand op de middellange termijn te bereiken. Nederland is slechts een schakel in het Europese verspreidingsgebied van aal. Dit vraagt om een Europese aanpak van het probleem. Uitsluitend in Nederland maatregelen nemen heeft geen zin.
Ik ben mij er van bewust dat als besloten wordt tot maatregelen, de visserijsector getroffen zal worden. Daarbij komt nog dat de binnenvisserijbedrijven binnenkort zullen worden geconfronteerd met de introductie van een Europese norm voor dioxine en furanen in dierlijke producten, waaronder ook vis. Deze norm is aanzienlijk scherper dan de huidige Nederlandse norm voor paling en kan gevolgen hebben voor de economie van de sector. Het is dus zaak bij de uitwerking van maatregelen zowel rekening te houden met de gevolgen van de scherpere normstelling, als met het herstel van de aalstand.

Maatregelen

Europese inzet
De situatie met betrekking tot de aalstand is niet alleen in Nederland zorgelijk. Er is sprake van een Europees probleem dat om een internationale aanpak vraagt. Maatregelen alleen in Nederland zullen geen wezenlijk effect hebben op het niveau van de Europese aalstand. Ik vind dat er zo snel mogelijk een herstelplan moet komen dat voorziet in een verbetering van de aalstand in alle Europese wateren. Ik zal in Brussel aandringen op het met spoed opstellen van een herstelplan, waarin afspraken moeten worden gemaakt ten aanzien van het beperken van de visserij op glasaal, terugdringen van het gebruik van glasaal voor directe consumptie en aalkweek, maar ook maatregelen door de noordelijke landen om een groter deel van de schieraal te laten ontsnappen zodat deze aan de voortplanting deel kunnen nemen. Voorts kunnen binnen dit kader afspraken worden gemaakt over het uitzetten van glasaal ter verbetering van de aalstand in gebieden waarin geen of slechts gering intrek plaatsvindt. Ik acht het van belang dat Nederland een rol gaat spelen in het tot stand komen van een Europees herstelplan. Vanuit dat oogpunt zal ik in Brussel aanbieden om een actieve rol te spelen. Ik denk in dit kader ook aan bilateraal overleg met andere lidstaten om te komen tot binnen een Europees herstelplan passende beheers- en visplannen voor de glasaal, de rode aal en de schieraalvisserij in het nationaal beleid van de betreffende lidstaten.

Nationaal
Wachten op een Europees herstelplan zonder maatregelen te nemen in eigen land is gelet op het ecologisch en economisch belang van aal geen optie. Voor de verbetering van de aalstand in eigen land overweeg ik in te zetten op voor de situatie in Nederland toegespitste maatregelen. Bij de uitwerking daarvan zullen de voorstellen en initiatieven van de visserijsector nauw worden betrokken.

1. Verbetering van de aalstand
+ Wegnemen beletselen voor intrek van glasaal uit zee en op- en doortrek naar andere watersystemen (voorzieningen aan/bij stuwen, waterkrachtcentrales, gemalen etc.); + Het bevorderen van de vergroting van de habitat voor aal; + Actief bevorderen dat optrekvoorzieningen (aalgoten), zoals bij dijken, worden aangelegd;
2. Verbetering ontsnappingskansen schieraal
+ Wegnemen van beletselen voor naar zee zwemmende schieraal, zoals bij stuwen en waterkrachtcentrales; + Beëindigen van sluis- en stuwbeheer gericht op het 'binnen' houden van schieraal;
+ Regulering schieraalvisserij in de omgeving van doorlaatwerken;
+ Verhoging van de minimummaat van aal;
+ Verlaging van de visserijdruk.
3. Onderzoek
+ De hierboven genoemde maatregelen zullen op hun bruikbaarheid en rendement moeten worden onderzocht. Hierbij dient zowel de ecologische als de sociaal-economische kant van de effecten te worden betrokken;
+ Tegen de achtergrond van de Europese dimensie van de verslechterde aalstand is het belangrijk om de activiteiten op het gebied van het onderzoek zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Daarom zal in kaart worden gebracht of in het bestaande onderzoek nog in te vullen kennislacunes een plaats kunnen krijgen.
4. Samenwerking
Het is in het belang van alle partijen dat zowel op het terrein van het beleid als op dat van de verschillende belangenorganisaties en het onderzoek maximale afstemming en informatie-uitwisseling plaatsvindt t.a.v. de te ontwikkelen initiatieven op nationaal en Europees niveau. Daarom zal ik het initiatief nemen om alle betrokken partijen bij elkaar te brengen in een landelijk platform waarbinnen de communicatie over de uitwerking van de voornemens in deze brief zal plaatsvinden.

Vanuit de visserijsector zijn inmiddels initiatieven naar voren gebracht die bij kunnen dragen aan een herstel van de aalstand. Zo is voorgesteld om een deel van de gevangen schieraal over te brengen naar de Noordzee en daar uit te zetten. Een ander initiatief is de uitzet van glasaal en ondermaatse aal in voor aal moeilijk bereikbare gebieden. In de komende periode zullen in samenwerking met de visserijsector de kansen en mogelijkheden van deze initiatieven worden onderzocht en zo mogelijk worden vertaald in actieplannen.

Ik ben mij er van bewust dat met het uitvoeren van de bovengenoemde voornemens slechts een eerste stap tot herstel van een duurzame aalstand is gezet. Gelet op de relatief hoge leeftijd waarop de aal zich voortplant, zijn aansprekende resultaten niet op korte termijn te verwachten. Niettemin ben ik van mening dat thans het moment is aangebroken waarop een start moet worden gemaakt met het nemen van maatregelen. Dit is nodig om te voorkomen dat de aalstand nog verder achteruitgaat. Dat is niet in het belang van het ecosysteem en niet in het belang van de binnenvisserij. Een integrale aanpak waarbij alle partijen, inclusief waterbeheerders en natuurbeheerders, betrokken zullen zijn is dan ook noodzakelijk.

Gelijktijdig met de voortgangsrapportage Beleidsbesluit Binnenvisserij 2002, die dit najaar zal worden uitgebracht, zal ik de Kamer informeren over de nadere uitwerking van bovenstaande voornemens. Daarbij zal een overzicht worden gegeven van de beoogde doelen, de inspanning om deze te bereiken en de inzet die daarmee is gemoeid.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber

Bijlage:
'Aal, stand van zaken' (PDF-formaat, 206 Kb)

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02138.htm .

---