Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling

Ontwikkelingssamenwerking Nederland moet koppositie behouden of vergroten

Amsterdam, 26 april 2002 - Een kwart van de Nederlanders vindt dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking met tien procent omhoog moet. Dat blijkt uit een recent opinie-onderzoek van de NCDO (Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling). In de afgelopen 25 jaar is het aantal mensen (26%) vóór verhoging nooit zo groot geweest. De NCDO vindt die uitkomst verrassend, zeker tegen de achtergrond van het feit dat slechts 21% van de bevolking denkt, dat de welvaart in Nederland de komende tien jaar zal stijgen. Ruim 70 procent van ondervraagden is van mening, dat Nederland met ontwikkelingshulp (0,8% van het Bruto Nationaal Product) in de wereld voorop moet blijven lopen. Dat wil niet zeggen, dat men zo tevreden is met de resultaten van die hulp. Een groeiend aantal mensen (36% nu, was 29% in 1998) vindt, dat de Nederlandse hulp 'merendeels slecht' wordt besteed.

Uit het NCDO-Draagvlakonderzoek 2002 blijkt, dat Eveline Herfkens vrij bekend is. Een op de drie ondervraagden (33%) noemde haar spontaan als minister voor ontwikkelingssamenwerking. De meerderheid van hen vindt haar en sterke minister. Er zijn duidelijk meer voor- dan tegenstanders voor haar terugkeer op deze post in een volgend kabinet. Het feit dat de minister de afgelopen vier jaar het aantal landen waarop de Nederlandse hulp is geconcentreerd aanzienlijk heeft verkleind is bij 34% van de bevolking bekend. Herfkens' standpunt dat goed bestuur in een ontwikkelingsland een voorwaarde is voor het ontvangen van Nederlandse hulp, wordt ruim (64%) ondersteund. Dat geldt niet voor haar voornemen, de uitzending van Nederlandse deskundigen naar ontwikkelingslanden te verminderen. Driekwart (76%) van de Nederlandse bevolking is het daar niet mee eens. Althans in eerste instantie; na het noemen van Herfkens' motieven (ontwikkelingslanden hebben zelf voldoende deskundigen en hun inzet is goedkoper) staat een klein e meerderheid (55%) achter haar. Minister Herfkens die voortdurend hamert op openstelling van de Nederlandse markt voor importen uit ontwikkelingslanden zal wellicht niet blij zijn met het gegeven dat 52% van de Nederlanders kiest voor bescherming van onze eigen economie en een minderheid (40%) voorstander is van die vrije import.

Uit het NCDO-Draagvlakonderzoek 2002 blijkt, dat mensen die te kennen geven op Pim Fortuyn te gaan stemmen, heel andere meningen over internationale ontwikkelingen hebben dan de aanhang van alle andere politieke partijen. Van de hele bevolking denkt 60% dat hulp zeker helpt, maar van de Fortuyn-stemmers is dat slechts 30%. De helft van de Nederlanders denkt dat meer ontwikkelingshulp er toe zal leiden dat er minder mensen naar Europa komen en 8% denkt dat het er juist meer zullen zijn. Van de Fortuynaanhang denkt 20 procent dat meer hulp tot meer migratie leidt.