NOC*NSF


Verenigingsmonitor wijst uit: groot tekort aan vrijwilligers

Bijna negentig procent van de verenigingen noemt kaderproblematiek als één van de grootste zorgen. De helft van de verenigingen kampt met een tekort aan vrijwilligers, vaak voor sporttechnische of bestuurlijke taken. In 2001 heeft 76% van de verenigingen gezocht naar vrijwilligers, in 2000 was dit 88%. 49% van alle verenigingen komt op de een of andere wijze een of meer medewerkers financieel tegemoet. Hierbij maakt 37% van alle verenigingen gebruik van de mogelijkheid om belastingvrije vrijwilligersvergoedingen uit te keren. Bijna een kwart van alle verenigingen betaalt salaris aan medewerkers.

Het besturen van verenigingen blijkt nog een voornamelijk mannelijke aangelegenheid: gemiddeld driekwart van de bestuursleden is van het mannelijk geslacht. Mannen zijn vaak de voorzitter, vrouwen bekleden vaker secretariaatsfuncties of zijn bestuurslid zonder specifieke portefeuille. Ongeveer de helft van de verenigingen heeft een of meer allochtone leden. Dit terwijl slechts 1% van alle bestuursleden een allochtone achtergrond heeft. Ruim 40% van de verenigingen heeft een of meer leden met een beperking of chronische aandoening.

In het afgelopen jaar is het aantal leden bij 45% van de verenigingen gestegen, vorig jaar was dit nog 60%. 37% van hen is actief geweest in het werven van nieuwe leden. In relatie hiermee staat dat het ledenverloop voor 60% van de verenigingen een zorg is. Ongeveer 5% van de verenigingen heeft, naar eigen zeggen, plannen om maatschappelijke activiteiten aan te gaan bieden, zoals kinderopvang, naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding.

Bijna tweederde van de verenigingen (63%) heeft in het afgelopen jaar gebruik gemaakt van een of meer vormen van advies en ondersteuning door de sportbond, de gemeente of een privé-persoon. De verenigingen zijn het meest tevreden over de dienstverlening door privé-personen. De sportbond is de belangrijkste bron van informatie, terwijl de gemeente de belangrijkste samenwerkingspartner is. Voor de toekomst zou beleid op versterking hiervan gericht kunnen worden.

50% van de verenigingen ontvangt subsidie, meestal van de gemeente. Van alle verenigingen beschouwt 61% de eigen financiële positie als 'gezond' of 'zeer gezond'. Objectieve gegevens tonen een minder rooskleurig beeld. Ruim een kwart van de verenigingen (27%) heeft het laatste boekjaar met een negatief saldo (van gemiddeld f7.955,-) afgesloten. In vergelijking met 2000 (een gemiddeld negatief saldo van f4.500,-) is dit behoorlijk toegenomen.

De resultaten van deze verenigingsmonitor, die in 2000 voor de eerste keer is uitgevoerd, zijn een goede onderbouwing voor voorbereiding en beoordeling van sportbeleid. 270 sportverenigingen, die een representatief beeld van bijna 30.000 sportverenigingen in Nederland vormen, zijn in 2001 bevraagd naar de actuele stand van zaken en ontwikkelingen in hun vereniging.

Arnhem, 26 april 2002