---

Brieven aan de Kamer
---

Project Behoeftestelling Nieuwe generatie Mariniers Communicatie en Informatie Systeem (NIMCIS)

08-05-2002

Inleiding Marinierseenheden kenmerken zich door een hoge mate van flexibiliteit, mobiliteit, zelfstandig-heid en aanpassingsvermogen. De relatief lichte uitrusting en specialistische training stellen de marinierseenheden in staat om binnen zeer korte termijn te worden ingezet en onder de meest uiteenlopende klimatologische en geografische omstandigheden operaties uit te voeren. De ma-rinierseenheden dienen bij de inzet over een geïntegreerd samenstel van organieke communi-catie en informatieverwerkende middelen te beschikken. Deze middelen moeten informatie ver-werken, distribueren, opslaan en presenteren. Met deze brief informeer ik u over de behoefte aan een Nieuwe generatie Mariniers Communicatie en Informatie Systeem (NIMCIS).

Het project NIMCIS is om budgettaire redenen in twee delen gesplitst. Deel één richt zich voornamelijk op de behoefte aan systemen bestaande uit beveiligde communicatiemiddelen voor de "Ultra High Frequency" (UHF), "Very High Frequency" (VHF) en de "High Frequency" (HF) frequentiebanden en op een kleine hoeveelheid informatieverwerkende systemen. Voor deze laatste categorie komt de nadruk te liggen op het verbeteren van de situational aware-ness door middel van gedigitaliseerde kaarten en automatische positiebepaling. Deel twee richt zich op de ontwikkeling en implementatie van geautomatiseerde informatiesystemen voor artille-rie vuursteun, inlichtingen, besluitvorming en logistieke ondersteuning. Met deze brief informeer ik u uitsluitend over de behoefte voor deel één. Over de behoeftestellingen van deel twee van NIMCIS zal u ik op termijn u separaat informeren.

Operationele behoefte Aanleiding. Het Korps Mariniers beschikt thans over een grote diversiteit aan radioapparatuur. Het grootste deel van deze apparatuur dateert uit de zeventiger jaren en heeft het einde van de technische levensduur bereikt. De instandhouding van de apparatuur is alleen nog mogelijk te-gen hoge kosten. Reserveonderdelen worden niet meer geproduceerd en de industrie onder-steunt de apparatuur niet meer. Dit proces wordt versterkt door een intensief operatie -, oefen -, en opleidingsschema. De diversiteit werkt belemmerend voor de interoperabiliteit tussen de eenheden van het Korps Mariniers. Bovendien vergt het extra opleidingen. Daarnaast is de hui-dige apparatuur niet geschikt om datastromen beveiligd te transporteren en om gegevens zoals positie, vijandmelding en aanvragen voor vuursteun snel en automatisch over te dragen en te presenteren. Ten slotte zijn de huidige radio's ongeschikt om opzettelijke storing en onder-schepping van berichten door een tegenstander te beperken of te voorkomen.

Het huidige aantal radio's is ontoereikend om ook de paraat te stellen eenheden van het derde mariniersbataljon vanaf 2004 te voorzien van voldoende middelen. Daarnaast hebben de erva-ringen opgedaan tijdens vredesoperaties aangetoond dat meer middelen benodigd zijn dan normaliter door een mariniersbataljon bij inzet voor amfibische operaties worden meegevoerd. De extra middelen bij vredesoperaties zijn nodig vanwege de veelal grote geografische spreiding en het veelal zelfstandig optreden van elementen van een eenheid over een uitgebreid gebied.

Bovenstaande tekortkoming zijn voor mij aanleiding een separate behoefte te stellen aan com-municatiemiddelen voor het Korps mariniers.

Kwantitatief. De kwantitatieve behoefte is gebaseerd op de omvang van drie mariniersbataljons, het logistiek -, het gevechtssteun -, en het amfibische ondersteuningsbataljon. Ook is een be-hoefte gesteld voor opleidingen. Verder zijn voor het uitvoeren van vredesoperaties aanvullende communicatiemiddelen benodigd. Bovendien dient de commandant en de staf van de Groep Operationele Eenheden Mariniers (GOEM) in de hoedanigheid van Commander Landing Force over voldoende middelen te kunnen beschikken. De middelen voor vredesoperaties en voor de GOEM-staf worden ondergebracht in een pool, waarvan in voorkomend geval ook andere krijgsmachtdelen gebruik kunnen maken. Ten slotte wordt voor operationele en materiële reser-ve een percentage van respectievelijk 10% en 5% gerekend. Dit zijn percentages die ook door de Britse Royal Marines worden gehanteerd.

Bovenstaande uitgangspunten leiden tot een behoefte aan circa 2300 communicatieradio's voor de UHF, VHF en de HF frequentiebanden. De radio's betreffen portofoons voor zeer kort bereik, de zogenaamde manpacked radio's voor grotere afstanden, radio's die voertuig gebonden zijn en radio's die veel data in korte tijd kunnen verwerken. Daarnaast zijn circa 900 computers van het type desktop, laptop en palmtop, circa 480 printers en 10 tot 15 beeldschermen benodigd. Tevens is diverse software nodig. Ook is er behoefte aan ondersteunende systemen zoals dis-tributie en interfacesystemen en test en meetapparatuur.

De kwantitatieve behoefte, die tevens zal zijn afgestemd met het Korps Commandotroepen van de Koninklijke Landmacht zal door FEL/TNO in de vervolgfase van het defensie materieelskeuze proces worden gevalideerd.

Kwalitatief. Het communicatiesysteem dient geschikt te zijn voor het transporteren van beveilig-de spraak en tekst, het overbrengen van grafische bestanden, het automatisch rapporteren van posities van eigen eenheden, het verwerken van posities van vijandelijke eenheden en het weergeven van gedigitaliseerde kaarten. Voor wat betreft de beveiliging zal NIMCIS gebruikma-ken van Navo standaarden en dient het te voldoen aan de eisen van het Voorschrift Informatie-beveiliging Rijksdienst. Daarnaast dient het systeem vanwege de wereldwijde inzet dusdanig ro-buust te zijn dat inzetbaarheid in alle terreinsoorten en onder alle klimatologische omstandighe-den gegarandeerd is. Tevens moet de apparatuur handzaam zijn, licht van gewicht en eenvou-dig te bedienen. De apparatuur mag niet afhankelijk zijn van externe, niet tot de eenheid beho-rende krachtbronnen en dient ongevoelig te zijn voor opzettelijke elektronische storing en onder-schepping van berichten. Ten slotte dient de te verwerven apparatuur interoperabel te zijn met de communicatie en informatieverwerkende systemen van zowel de eigen Nederlandse krijgsmachtdelen als de krijgsmachtdelen van de Navo bondgenoten. In dit laatste geval staat de samenwerking met de "UK/NL Amphibious Force" centraal.

Personeel Voor de realisatie van het project is geen uitbreiding van het personeelsbestand noodzake-lijk.

Financiën Voor deel één van NIMCIS is in de periode 2004 tot en met 2009 84,6 miljoen euro (prijspeil 2001) geraamd. Dit investeringsbedrag is gebaseerd op marktverkenningen en op informatie van het vergelijkbare Britse BOWMAN-project. De jaarlijkse exploitatiekosten worden geraamd op 2,3 miljoen euro.

Competitieve dienstverlening Ik het kader van CDV is besloten de aanschaf van materieel t.b.v. NIMCIS aan een nadere CDV analyse te onderwerpen indien de Britse Royal Marines zou overgaan tot het leasen van com-municatie- en informatieapparatuur (inclusief onderhoud). Gebleken is dat het leasen van appa-ratuur niet overwogen wordt. Wel zal het onderhoud aan de apparatuur door derden in de voor-studie en studiefase op haalbaarheid worden onderzocht. Voorts zal het CDV-onderzoek naar het Marinebedrijf mede bepalend zijn voor het in dan wel uitbesteden van het onderhoud.

Relaties met andere projecten Landing Platform Dock (LPD). De apparatuur van NIMCIS dient interoperabel te zijn met de commandofaciliteiten die aan boord van het tweede LPD worden gerealiseerd.

Titaan. Het Theatre Independent Army and Airforce Network project (TITAAN) van de Koninklij-ke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht is met name bedoeld voor de verbindingen op ba-taljonsniveau en hoger. NIMCIS voorziet in de behoefte aan gerubriceerde communicatiemid-delen voor het bataljon en lager. Het moet mogelijk zijn om tussen Titaan en NIMCIS informatie uit te wisselen. Over de behoeftestelling voor het project Titaan heb ik u in oktober vorig jaar geïnformeerd.

Battlefield Management System (BMS). Het BMS van de Koninklijke Landmacht voorziet in de behoefte aan informatieverwerkende systemen voor het operationele en tactische niveau. Over de behoeftestelling bent u in 1997 geïnformeerd. Met name deel twee van het project NIMCIS betreffende de informatieverwerkende systemen zal in nauwe samenwerking met het BMS-project verder worden uitgewerkt.

Tijdpad Voorzien is een geleidelijke invoering van de apparatuur in de periode 2004 tot en met 2009.

Risico's Vertraging van het project tot na 2005 zal de operationele inzetbaarheid van eenheden van het Korps Mariniers ernstig belemmeren.

De radio's die in de voertuigen worden ingebouwd zijn afhankelijk van de tot deze voertuigen behorende dynamo's. Deze dynamo's leveren voldoende vermogen om de huidige apparatuur van de juiste spanning te voorzien. Hoewel rekening wordt gehouden met zo laag mogelijk energieverbruik van de nieuw te verwerven apparatuur is thans nog niet bekend wat de conse-quenties zijn van de verwachte toename in energieverbruik van radio's die continu gebruikma-ken van transmissiebeveiliging, automatische positiebepaling en positierapportage. Ook is nog niet geheel duidelijk met hoeveel vermogen rekening moet worden gehouden voor de appara-tuur uit deel twee van NIMCIS. Indien het opgenomen vermogen van de nieuwe radio's en de systemen van deel twee het huidige vermogen overstijgt is het noodzakelijk zwaardere dy-namo's in de voertuigen in te bouwen of externe generatoren te gebruiken.

Hoewel er commerciële standaarden zijn voor elektronische beschermingsmaatregelen, bestaan er thans nog geen Navo standaarden. Het betreft onder meer de bescherming tegen opzettelijke elektronische storing. Indien technisch uitvoerbaar en financieel inpasbaar zal een toekomstige Navo standaard ten aanzien van elektronische beschermingsmaatregelen later kunnen worden ingebouwd.

De uitwerking van deel twee van het project betreffende de aanvullende informatieverwerkende systemen is nog niet voltooid. Het betekent een technisch risico de hardware specificaties voor deel één vast te stellen terwijl nog niet bekend is hoe zwaar de belasting door toekomstige functionaliteiten zal zijn. De nieuwe apparatuur is echter programmeerbaar en daardoor vol-doende flexibel. Tevens zal de apparatuur uit deel één over ruim voldoende capaciteit beschik-ken om de nog verder te ontwikkelen functionele eisen uit deel twee te accommoderen. Het on-derkende risico wordt daarom door mij als acceptabel gekwalificeerd. Deel twee zal in fasering aansluiten op deel één.

Slot Ik ben voornemens, eventueel na overleg met u, de Koninklijke Marine toestemming te geven tot de voorstudie en studie fase van het project NIMCIS.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE,

H.A.L. van Hoof

Nieuws Ministerie van Defensie