Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

Min Just: Speech rapportage nationaal rapporteur mensenhandel

Toespraak mr. A.H. Korthals, minister van Justitie, bij de inontvangstneming van de eerste rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel op 13 mei 2002.

Uitgesproken door de Directeur-Generaal Rechtshandhaving, mr C.W.M. Dessens.

Mevrouw Korvinus, dames en heren,

Ik wil graag de Nationaal Rapporteur bedanken voor dit rapport. U zult het mij hopelijk niet kwalijk nemen dat ik niet uitgebreid op de inhoud ervan kan ingaan. Er komt immers eerst een kabinetsreactie en het rapport gaat ook naar de Tweede Kamer.
Maar ik wil er wel iets over zeggen.
Het is nu twee jaar geleden dat u aan de slag ging als Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
De noodzaak om meer inzicht te krijgen in het fenomeen mensenhandel werd toen duidelijk gevoeld. Mensenhandel is immers een delict dat zich in het verborgene afspeelt. Vooral vrouwen zijn er het slachtoffer van in een branche die van oudsher niet erg toegankelijk is, de prostitutie.
Dat de ernst van het delict vraagt om een stevige en doortastende aanpak door politie en justitie was ook twee jaar geleden geen nieuws. Maar er is wel iets bijgekomen: het inzicht dat bestrijding van mensenhandel ook de inzet vraagt van andere instanties. De rapporteur heeft bewust gekozen voor een brede benadering van het onderwerp. Van preventie en hulpverlening tot aan opsporing en vervolging. Zowel nationaal als internationaal.

Een adequate aanpak van mensenhandel - of die nu preventief, repressief of curatief is - moet aansluiten bij de aard van het delict en de omgeving waarin de mensenhandel plaatsvindt. Want behalve opsporing en vervolging gaat het er om de omgeving waarin mensenhandel zich afspeelt -de prostitutiebranche-, om die te veranderen en te reguleren.
Daar zijn meerdere departementen bij betrokken. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanwege de rol van politie en gemeenten. Economische Zaken in verband met het zelfstandig ondernemerschap. Financiën in verband met belastingen. Volksgezondheid Welzijn en Sport voor onder meer de maatschappelijke participatie van prostituees en de opvang van slachtoffers van mensenhandel. En Sociale Zaken en Werkgelegenheid vanwege de emancipatoire aspecten, sociale voorzieningen, arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden binnen de prostitutie.

Mensenhandel is een delict dat vaak als eerste in verband wordt gebracht met zedencriminaliteit en dat doet ook ons Wetboek van Strafrecht. Maar - zoals het rapport constateert - heeft mensenhandel in veel gevallen ook het karakter van georganiseerde criminaliteit. Bovendien worden daarbij mensenrechten geschonden. Vandaar een aanbeveling in het rapport om hierop met aangepaste wetgeving te reageren.
Daarmee is inmiddels een begin gemaakt. Ik kan u zeggen dat er nog vóór de zomer een concept-wetsvoorstel naar verschillende groeperingen gaat voor consultatie. In dat wetsvoorstel wordt bij een aantal internationale ontwikkelingen op dit terrein, neergelegd in onder andere verdragen, aansluiting gezocht.

Positief is verder de constatering in het rapport dat mensenhandel een hoge prioriteit heeft gekregen bij politie en openbaar ministerie. Dat vertaalt zich in het aantal zaken dat daar binnenkomt. De opheffing van het algemeen bordeelverbod heeft hier kennelijk een impuls gegeven. Mensenhandel lijkt in de praktijk ook meer en meer te worden opgepakt als georganiseerde criminaliteit.

De rapporteur constateert wel, dat nog teveel mensenhandelzaken 'op de plank' blijven liggen. Ik zou graag voorzichtig om willen gaan met deze conclusie, omdat blijkt dat door de korpsen geen eenduidige definitie voor 'plankzaak' gehanteerd wordt. Waarover hebben we het dan precies? Dat zou ik nader onderzocht willen hebben. Overigens is dit onderdeel van een bredere problematiek, zoals gesignaleerd in de Nota Criminaliteitsbeheersing. Duidelijk is dat hier verbeteringen nodig zijn, qua organisatie maar ook meer mensen en middelen zijn vereist.
Met het oog daarop is voorgesteld om ten behoeve van de opsporing de capaciteit uit te breiden met in totaal 3000 extra rechercheurs. Ik verwacht dat daarmee dat het aantal onderzoeken substantieel kan worden uitgebreid.

Dames en heren,
Voor mij is onmiskenbaar dat dit rapport niet alleen zal leiden tot meer aandacht voor preventie maar ook tot een integrale aanpak en intensievere bestrijding van mensenhandel.
Nu al is merkbaar dat de contacten die de rapporteur heeft gelegd ertoe geleid hebben dat diverse processen in gang zijn gezet en organisaties in beweging zijn gebracht. We zien dat de bewustwording rond het verschijnsel mensenhandel is toegenomen. Dat vertaalt zich merkbaar in bijvoorbeeld in de toename van registratie van mensenhandel bij de diverse betrokken instanties. De activiteiten van de rapporteur en van haar Bureau op het terrein van stimulering, begeleiding, ondersteuning en voorlichting binnen het netwerk kosten tijd. Dat zorgde ervoor dat de eerste rapportage later beschikbaar is gekomen dan voorzien was maar heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de kwaliteit van dit rapport.
Mijn waardering is daarvoor groot. Kwaliteit gaat in dit geval boven snelheid. Zeker bij zo'n eerste rapportage, die toch de basis is voor het verdere werk van de rapporteur.

Mevrouw Korvinus,
Het fundament is gelegd. De aanbevelingen van de rapporteur ten aanzien van wetgeving, vreemdelingenbeleid en ten aanzien van opsporing en vervolging trek ik mij als verantwoordelijk minister natuurlijk in het bijzonder aan.
Ik ga ervan uit dat de vruchten van de inspanningen - niet alleen van het ministerie van Justitie maar van het hele kabinet - merkbaar zullen zijn in uw volgende rapportage.
Ik spreek hier nogmaals mijn grote waardering uit voor het rapport en de inzet van u en uw medewerkers. Het resultaat is indrukwekkend. Ik feliciteer u daarom met het rapport.

13 mei 02 11:46