Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Verdeling van zetels na de Tweede Kamerverkiezingen
15 mei 2002
KORT:
Stap 1: bepalen kiesdeler
Eerst wordt de kiesdeler bepaalt, op basis waarvan de zetels over de
partijen worden verdeeld. Lijstencombinaties krijgen eerst als
combinatie zetels toegekend, waarna per lijst gekeken wordt wie
hoeveel zetels binnen de combinatie krijgt.
Stap 2: zetels verdelen over lijstengroepen
Vervolgens worden de zetels over verschillende lijstengroepen
verdeeld. Sommige partijen kiezen er voor om per kieskring een aparte
lijst in te leveren (in 1998 bijvoorbeeld GROENLINKS), anderen kiezen
er voor om per stel kieskringen eenzelfde lijst in te leveren en in
totaal bijvoorbeeld 4 verschillende lijsten te gebruiken (in 1998
bijvoorbeeld VVD). Nog een mogelijkheid is (in 1998: PvdA) om één
gelijke lijst voor alle kieskringen in te leveren.
Stap 3: bepalen uiteindelijk gekozen kandidaten
Daarna wordt bepaald wie er in de kamer worden benoemd. Daarvoor moet
eerst bekeken worden hoeveel zetels er per kandidatenlijst of groep
gelijkluidende kandidatenlijsten worden verdeeld. Dan worden de
voorkeurstemmen berekend. Kandidaten die ten minste 25% van de
kiesdeler aan stemmen hebben behaald krijgen een voorkeurstem. De
onderlinge volgorde van kandidaten die met voorkeurstem gekozen
worden, wordt bepaald door de hoeveelheid behaalde stemmen op die
kandidaat op alle lijsten waar hij of zij op voorkomt.
De kandidaat die met een voorkeurstem in de kamer komt, wordt op basis
van de lijst waarop hij of zij de meeste stemmen heeft gekregen in de
kamer benoemd. Stel: Kandidaat A komt met voorkeursstemmen in de kamer
en stond op de kandidatenlijsten in kieskring 3, 4, 5, 10, 14 en 18.
In kieskring 14 heeft deze kandidaat de meeste stemmen behaald. Als de
lijst van kieskring 14 twee zetels toebedeeld heeft gekregen, dan
blijft er nadat kandidaat A op basis van de kandidatenlijst in
kieskring 14 is benoemd nog 1 zetel over voor die kandidatenlijst
over.
Wanneer alle kandidaten die met voorkeursstem zijn gekozen duidelijk
zijn, dan worden de overige zetels per kandidatenlijst of stel
gelijkluidende lijsten verdeeld op basis van volgorde op de lijst.
Nu is bekend wie als kamerlid wordt benoemd.
UITGEBREID:
Zodra de uitslag bekend is wordt in eerste instantie de kiesdeler
bepaald. Deze wordt berekend door het totaal aantal geldig
uitgebrachte stemmen te delen door het aantal te verdelen zetels (bij
Tweede Kamerverkiezingen 150 zetels).
Voorbeeldberekening, naar aanleiding van de uitslag van de Tweede
Kamerverkiezingen in 1998
Totaal aantal uitgebrachte stemmen: 8.607.787
Totaal aantal te verdelen zetels: 150
Kiesdeler is dan 8.607.787 : 150 = 57.385,246 afgerond 57.385
Iedere partij krijgt per elke 57.385 stemmen een zetel.
De uitslag per lijst was in 1998 als volgt:
Lijstnummer
Aantal stemmen
Lijst 1
2.494.555
Lijst 2
1.581.053
Lijst 3
2.124.971
Lijst 4
773.497
Lijst 5
45.994
Lijst 6
625.968
Lijst 7
52.226
Lijst 8
174.593
Lijst 9
153.583
Lijst 10
108.724
Lijst 11
303.703
Lijst 12
36.157
Lijst 13
15.746
Lijst 14
5.620
Lijst 15
16.585
Lijst 16
7.225
Lijst 17
2.500
Lijst 18
23.512
Lijst 19
45.219
Lijst 20
8.233
Lijst 21
1.668
Lijst 22
6.455
Er blijkt een lijstencombinatie te zijn tussen lijst 8, lijst 9 en
lijst 10. Totaal heeft deze lijstencombinatie 174593 + 153583 +
108724 = 436.900 stemmen behaald. Een partij binnen een
lijstencombinatie kan alleen in die combinatie mee blijven doen
wanneer deze ook zelfstandig een zetel, dus tenminste eenmaal de
kiesdeler, zou hebben behaald. Met dit totaal aantal stemmen voor de
combinatie wordt gerekend bij de verdeling van de zetels:
Lijstnummer
Aantal x de kiesdeler
Lijstencombinatie 1 (lijst 8, 9 en 10)
436.900 : 57.385 = 7
Lijst 1
2.494.555 : 57.385 = 43
Lijst 2
1.581.053 : 57.385 = 27
Lijst 3
2.124.971 : 57.385 = 37
Lijst 4
773.497 : 57.385 = 13
Lijst 5
45.994 : 57.385 = 0
Lijst 6
625.968 : 57.385 = 10
Lijst 7
52.226 : 57.385 = 0
Lijst 11
303.703 : 57.385 = 5
Lijst 12
36.157 : 57.385 = 0
Lijst 13
15.746 : 57.385 = 0
Lijst 14
5.620 : 57.385 = 0
Lijst 15
16.585 : 57.385 = 0
Lijst 16
7.225 : 57.385 = 0
Lijst 17
2.500 : 57.385 = 0
Lijst 18
23.512 : 57.385 = 0
Lijst 19
45.219 : 57.385 = 0
Lijst 20
8.233 : 57.385 = 0
Lijst 21
1.668 : 57.385 = 0
Lijst 22
6.455 : 57.385 = 0
Totaal aantal verdeelde zetels is nu 142, dat betekent dat er 150-142
= 8 restzetels te verdelen zijn.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen is het zo dat alleen partijen die de
kiesdeler tenminste een maal hebben behaald in aanmerking komen voor
een restzetel.
De restzetels worden verdeeld op basis van de grootste gemiddelden.
Dit houdt in dat de restzetels gaan naar die partijen met gemiddeld
het hoogste aantal stemmen. Dit wordt berekend door bij de door de
partijen in eerste instantie behaalde zetels 1 zetel op te tellen.
Deze -fictieve- zetelaantallen worden vervolgens gedeeld op de
behaalde stemaantallen:
Lijstnummer
Zetels + 1
Stemmen : zetels + 1
Stemmen : zetels + 1
na 1 restzetel
Stemmen : zetels + 2
na 2 restzetels
Lijstencombinatie 1 (lijst 8, 9 en 10)
7 + 1 = 8
436.900 : 8 = 54.612
436.900 : 9 = 48.544
Lijst 1
43 + 1 = 44
2.494.555 : 44 = 56.694
2.494.555 : 45 = 55.434
2.494.555 : 46 = 54.229
Lijst 2
27 + 1 = 28
1.581.053 : 28 = 56.466
1.581.053 : 29 = 54.519
1.581.053 : 30 = 52.701
Lijst 3
37 + 1 = 38
2.124.971 : 38 = 55.920
2.124.971 : 39 = 54.486
Lijst 4
13 + 1 = 14
773.497 : 14 = 55.249
773.497 : 15 = 51.566
Lijst 6
10 + 1 = 11
625.968 : 11 = 56.906
625.968 : 12 = 52.164
Lijst 11
5 + 1 = 6
303.703 : 6 = 50.617
De eerste restzetel gaat naar lijst 6 met het grootste gemiddelde
aantal stemmen. Lijst 6 heeft nu werkelijk 11 zetels.
Nu wordt de tweede restzetel verdeeld. De enige berekening die
hiervoor extra nodig is, is die ten aanzien van lijst 6. Het
stemaantal van lijst 6 moeten we niet meer delen door 11, maar nu door
12 (aantal zetels + 1):
Lijst 6 met 1 restzetel: 625.968 : 12 = 52.164.
Nu blijkt dat de tweede restzetel naar lijst 1 gaat. Lijst 1 heeft nu
werkelijk 44 zetels. Er volgt nu ook voor lijst 1 een nieuwe
berekening:
Lijst 1 met 1 restzetel: 2.494.555 : 45 = 55.434.
Restzetel 3 gaat naar de lijst met nu het grootste gemiddelde: lijst
2. Lijst 2 komt daarmee op 28 zetels. Nieuwe berekening als volgt:
Lijst 2 met 1 restzetel: 1.581.053 : 29 = 54.519.
Restzetel 4 gaat naar de lijst met nu het grootste gemiddelde: lijst
3. Lijst 3 komt daarmee op 38 zetels. Nieuwe berekening als volgt:
Lijst 3 met 1 restzetel: 2.124.971 : 39 = 54.486.
Restzetel 5 gaat vervolgens naar opnieuw naar lijst 1. Omdat deze
partij ook met het nieuw berekende gemiddelde nu het grootste
gemiddelde bezit. Lijst 1 komt daarmee op 45 zetels. Opnieuw volgt een
nieuwe berekening:
Lijst 1 met 2 restzetels: 2.494.555 : 46 = 54.229.
Restzetel 6 gaat naar lijst 4. Lijst 4 komt daarmee op 14 zetels.
Nieuwe berekening als volgt:
Lijst 4 met 1 restzetel: 773.497 : 15 = 51.566.
Restzetel 7 gaat naar de lijstencombinatie. Lijstencombinatie 1 komt
daarmee op 8 zetels. Nieuwe berekening als volgt:
Lijstencombinatie 1 met 1 restzetel: 436.900 : 9 = 48.544.
De laatste restzetel gaat opnieuw naar lijst 2. Lijst 2 komt daarmee
op 29 zetels.
Dit betekent dat lijst 11 geen restzetels krijgt.
Volgende stap is om de zetels die aan de lijstencombinatie zijn
toebedeeld te verdelen over de in die lijstencombinatie opgenomen
lijsten.
In het kort houdt dit in dat er voor deze lijstencombinatie een nieuwe
combinatiekiesdeler berekent wordt: het totaal op de lijstencombinatie
uitgebrachte stemmen : het aan de lijstencombinatie toegekende aantal
zetels.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 komt dat neer op 436.900 : 8
= 54.612,5
De zetels worden verdeeld over de lijsten voor elke keer dat ze de
combinatiekiesdeler halen. Restzetels in deze combinatie worden
toegewezen op basis van de grootste overschotten:
Lijst
Stemmen
Zetels op basis van kiesdeler
Overschot
Restzetel
Totaal
Lijst 8
174.593
174.593 : 54.612,5 = 3
10.755,5
3
Lijst 9
153.583
153.583 : 54.612,5 = 2
44.358
1
3
Lijst 10
108.724
108.724 : 54.612,5 = 1
54.111,5
1
2
De uiteindelijke uitslag ziet er dan als volgt uit:
Lijst
Zetels
1 (PvdA)
45
3 (VVD)
38
2 (CDA)
29
4 (D66)
14
6 (GROENLINKS)
11
11 (SP)
5
8 (RPF)
3
9 (SGP)
3
10 (GPV)
2
Overige lijsten
0
In de staatscourant van 2 juni 1998 vindt u de uiteindelijke uitslag
terug inclusief de benoemde kandidaten en hoeveelheid behaalde stemmen
per kandidaat.
Verdeling zetels over de kandidaten
In dit factsheet is het onmogelijk om een uitleg te geven, die toch
kort en bondig is, over de verdeling van de zetels over de kandidaten
waarbij de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in 1998 worden
gebruikt. Daarom even kort uiteengezet hoe die verdeling globaal in zn
werk gaat:
Partijen met één gelijke kandidatenlijst voor alle kieskringen
Bij partijen die één gelijke kandidatenlijst inleveren voor alle
kieskringen (in 1998: PvdA) wordt eerst gekeken wie er met
voorkeursstem in de kamer gekozen wordt. Een voorkeursstem wordt
behaald door diegenen die ten minste 25% van de kiesdeler aan stemmen
hebben behaald. In 1998 moest je dus ten minste 14.346 behaald hebben
om met voorkeursstem gekozen te worden.
Nadat bekend is wie er met voorkeursstem gekozen is, worden de overige
zetels verdeeld op basis van volgorde op de lijst (en dus niet op
basis van aantal behaalde stemmen). Kandidaten die dan al gekozen zijn
met voorkeursstemmen worden daarbij natuurlijk niet meer meegerekend.
Partijen met verschillende kandidatenlijsten (per kieskring of stel
kieskringen)
Hier is de bepaling wie gekozen is wat ingewikkelder. Hier wordt
namelijk eerst gekeken welke lijsten (in welke kieskring of stel
kieskringen) hoeveel zetels krijgen. Wanneer dat bekend is wordt
gekeken naar de mensen die met voorkeursstem worden gekozen. Dit wordt
op dezelfde manier berekend als bij partijen met één kandidatenlijst,
maar dan met het verschil dat hier gekeken wordt naar het totaal
aantal behaalde stemmen op álle lijsten waar de kandidaat voorkomt.
De kandidaat met een voorkeursstem wordt vervolgens vanaf de
kandidatenlijst gekozen waar hij of zij de meeste stemmen heeft
behaald. Een van de aan die kandidatenlijst toegekende zetels is dan
dus gevuld.
Wanneer alle kandidaten met voorkeurstemmen bekend zijn en ook bekend
is vanaf welke kandidatenlijst ze gekozen zijn, worden de overige
zetels verdeeld. Dit gebeurt wederom op basis van de volgorde waarin
de kandidaten op die lijst staan.
De leden van de Tweede Kamer worden met ingang van dit jaar sneller
geïnstalleerd. Dat gebeurt op 23 mei 2002.
---