Arrondissementsparket Groningen

Groningen, 22 mei 2002

Resultaten onderzoek celdoden

De Rijksrecherche heeft het onderzoek naar de 'celdoden' afgerond. Uit het onderzoek is gebleken dat zowel de betrokken medewerkers van Regiopolitie Groningen als de GGD-artsen op geen enkele wijze iets te verwijten valt. De zaak is daarmee voor het Openbaar Ministerie Groningen afgesloten.

Op 3 oktober 2001 en op 10 oktober 2001 werden respectievelijk een 48-jarige man en een 30-jarige man dood aangetroffen in de cellen van het hoofdbureau van politie aan de Rademarkt te Groningen.

De Rijksrecherche heeft vervolgens in opdracht van de hoofdofficier een onderzoek ingesteld naar de omstandigheden waaronder beide mannen zijn overleden. De Rijksrecherche heeft daartoe betrokkenen gehoord en onderzocht of de juiste procedures zijn gevolgd en of er voldoende zorg is geweest. Daarnaast heeft toxicologisch onderzoek plaatsgevonden door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Rijswijk.

Eveneens heeft sectie plaatsgevonden op beide lichamen. Uit de sectie bleek dat de 48-jarige man door verstikking om het leven is gekomen doordat hij in zijn slaap zijn kunstgebit heeft ingeslikt.

De sectie op de 30-jarige man heeft geen duidelijke doodsoorzaak aan het licht gebracht. Vermoedelijk is de werking en de opeenstapeling van gebruikte verdovende middelen hem fataal geworden. In beide gevallen kon wel met zekerheid worden vastgesteld dat er geen sprake van geweld is geweest.

De resultaten van het toxicologisch onderzoek lieten lang op zich wachten. De eindconclusies daarvan zijn pas enkele weken binnen. Daarom kon het Openbaar Ministerie pas in mei 2002 het complete onderzoek beoordelen.

Op basis van de onderzoeken komt het Openbaar Ministerie Groningen tot de conclusie dat zowel de medewerkers van Regiopolitie Groningen als de GGD-artsen overeenkomstig de bestaande richtlijnen en afspraken hebben gehandeld. De zaak is daarmee afgesloten.