Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Persbericht
Conjunctuurmeting bouwnijverheid april 2002
---
Minder vacatures in de bouw ten opzichte van een jaar geleden
In april 2002 is de omvang van de orderportefeuille in zowel de
burgerlijke en utiliteitsbouw als in de grond-, water- en wegenbouw
nagenoeg gelijk gebleven (zie bijgaande figuren). De omvang van de
orderportefeuille voor de gehele bouwnijverheid is licht gedaald met
1,3% tot 7,6 maanden.
Voor de tweede opeenvolgende maand meldde over april 2002 een hoog
percentage bedrijven stagnatie in de vooruitgang als gevolg van
overige oorzaken. Evenals vorige maand valt uit de reacties van de
respondenten op te maken, dat deze stagnatie toegeschreven moet worden
aan de recente stakingen in de bouw. In april hebben de bouwbedrijven
meer last gehad van de stakingen dan in maart: in de b&u verdubbelde
het percentage bedrijven met stagnatie als gevolg van de stakingen tot
35%. In de gww meldt over april 10% van de bedrijven stagnatie als
gevolg van de stakingen. In maart werd deze stagnatieoorzaak in deze
sector nog nauwelijks vermeld.
Net als een jaar geleden is ook dit jaar in de conjunctuurmeting over
april gevraagd naar het aantal openstaande vacatures. Wanneer de
resultaten van deze vraag worden vergeleken, blijkt dat de
bouwnijverheid nu minder met vacatures heeft te maken dan een jaar
geleden. Terwijl in april 2002 iets meer dan 50% van de bouwbedrijven
vacatures meldt, gold dat in april 2001 voor bijna 70%.
Ook is het aantal vacatures per 100 werknemers (vacaturegraad) gedaald
van 7,2 een jaar geleden tot 5,3 nu. De sterkste daling trad op in de
gww: van 8,2 naar 4,6; in de b&u was de daling beperkter: van 6,9 naar
5,8.
In de b&u daalde het aantal vacatures met 1.200 tot 5.100; in de gww
met 1.000 tot 1.400. Wanneer de vacatures naar soort personeel worden
uitgesplitst, blijkt dat in de b&u de meeste vacatures zijn voor
geschoold personeel (bijna 3.200), terwijl in de gww de meeste
vacatures voor UTA personeel zijn (770).
In de b&u zijn verder 680 vacatures voor minder geschoolden en 1.250
voor UTA personeel. In de gww zijn 150 vacatures voor minder geschoold
en bijna 500 voor geschoold personeel.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid
van april 2002 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid.
Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie.
Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven
met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Zie het origineel http://www.eib.nl/ShowPers.cfm?ID=119 http://www.eib.nl/ShowActualiteit.cfm?ID=119 . Zie het origineel http://www.eib.nl/ShowPers.cfm?ID=119 .