Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA Den Haag Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk SV/V&V/02/37822b

Onderwerp Datum Wetsvoorstel socialezekerheidsrelatie Marokko 21 mei 2002 (28 275)

Tijdens de behandeling van het voormelde wetsvoorstel in uw Kamer op 10 april 2002 is u toegezegd dat u ten spoedigste wordt geïnformeerd over de verdere gang van zaken rond Marokko. In het kader van de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is deze Kamer bij brief van 22 april 2002 geïnformeerd over de besprekingen in Rabat van 16 tot en met 18 april 2002 (Eerste Kamer, 28 275, nr. 314). In deze brief is aangegegeven dat de complexiteit van de materie een vervolgoverleg in Den Haag noodzakelijk maakt

Het vorenbedoelde overleg heeft op 13 en 14 mei 2002 plaatsgevonden en heeft geleid tot een ambtelijk akkoord over een wijziging van het socialezekerheidsverdrag en het bijbehorende administratief akkoord tussen Nederland en Marokko. Het resultaat doet recht aan de door de Nederlandse regering geformuleerde uitgangspunten inzake de uitvoering van vermogensverificaties in het kader van de Algemene bijstandswet (Abw).

Thans is er een verdragsrechtelijke basis voor het uitvoeren van de verificaties van vermogen in het kader van de Algemene bijstandswet. De Marokkaanse autoriteiten hebben daarbij de gelegenheid de functionaris van Nederlandse zijde die persoonlijk toegang heeft tot de relevante instanties, te laten vergezellen door een Marokkaanse vertegenwoordiger. Ook zijn maatregelen op het terrein van de sociale verzekeringen en de bijstand vastgelegd ingeval dat partijen afspraken niet nakomen. De mogelijkheid om het thans voorgestelde verdrag op te zeggen is in de toekomst onveranderd aanwezig. Door dit verdrag is een koppeling tot stand gebracht tussen controles in het kader van de Algemene bijstandswet en de export van socialeverzekeringsuitkeringen. Het niet meewerken aan de controles in het kader van de Abw betekent in de nieuwe situatie een schending van het verdrag, hetgeen een grond is voor opzegging van het verdrag, waardoor op grond van de Wet beperking export uitkeringen geen toekenningen voor de export van socialeverzekeringsuitkeringen meer kunnen plaatsvinden. Belangrijk element in het bereikte resultaat is voorts dat ook na




---

opzegging van het verdrag, anders dan in het thans bestaande verdrag, de controlemogelijkheden in het kader van de sociale verzekeringen blijven bestaan voor uitkeringensrechten die onder het verdrag zijn verkregen. Dit is van belang in het geval er in de toekomst sprake zou zijn van een (beperkte) exportplicht op grond van de Associatieovereenkomst EU-Marokko. Ook in dat geval zijn door dit nieuwe verdrag nog steeds controlebepalingen van toepassing.

Wat het terrein van de sociale verzekeringen betreft is verder nog op te merken dat in de thans overeengekomen tekst van het wijzigingsverdrag en het wijzigingsakkoord de reeds in het verdrag en het administratief akkoord van 2000 opgenomen wijzigingen weer terugkeren. Dit betreft met name de handhavingsbepalingen die noodzakelijk zijn in het licht van de Wet beperking export uitkeringen, en de exportbepaling voor de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ).

Ik hecht er bijzonder aan om over het wetsvoorstel socialezekerheidsrelatie Marokko (28 275) nog het volgende op te merken. Van een succesvolle afronding van het gehele proces is slechts sprake als het wijzigingsverdrag en -akkoord zijn ondertekend en de Marokkaanse autoriteiten het traject van parlementaire en koninklijke goedkeuring afgerond hebben. Pas nadat zij Nederland schriftelijk op de hoogte hebben gesteld van het afronden daarvan, zal het proces van opzegging van het socialezekerheidsverdrag met Marokko worden stopgezet. Dit is ook bij de Marokkaanse autoriteiten bekend.

Na de ondertekening van het wijzigingsverdrag en -akkoord en nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht, zal het verdrag en akkoord aan u worden voorgelegd ter goedkeuring.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(W.A. Vermeend)