Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 24 mei 2002 Behandeld Sandra Belder

Kenmerk DAO-0448/02 Telefoon 070-3487061

Blad /1 Fax 070-3485323

Bijlage(n) E-Mail sandra.belder@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Hoekema over mensenrechten in Maleisië
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Hoekema over mensenrechten in Maleisië. Deze vragen werden ingezonden op 2 mei 2002 met kenmerk 2010209920.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Hoekema.

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het feit dat een groot aantal politieke gevangenen in Maleisië zonder vorm van proces dan wel zonder duidelijke aanklacht vast zit onder de Internal Security Act?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Wat is uw oordeel respectievelijk dat van de Europese Unie over de staat van de mensenrechten in Maleisië in het algemeen en deze wet in het bijzonder?

Vraag 3

Is dit onderwerp aan de orde gesteld door de Nederlandse regering - al dan niet in EU-verband - bij de autoriteiten van Maleisië?

Antwoord

De mensenrechtensituatie in Maleisië laat op een aantal punten te wensen over. Het land kent de doodstraf en een Internal Security Act (ISA). Nederland en de EU wijzen deze af. De Maleisische autoriteiten zijn bekend met het Europese standpunt, maar menen dat de ISA noodzakelijk is om de nationale veiligheid te garanderen. Gezien de multi-etnische samenstelling van de bevolking is men van oordeel dat preventief handelen nodig is ter beteugeling van het daarin besloten geweldspotentieel.

Door de EU ambassades worden de bestaande zorgen over de mensenrechtensituatie in Maleisië, inclusief de rechtsgang, geregeld tot uitdrukking gebracht tegenover de Maleisische autoriteiten (Buitenlandse Zaken en Justitie). Zij worden ook besproken met de in 2000 tot stand gekomen nationale mensenrechtencommissie Suhakam en met NGO's. Een delegatie van de Maleisische mensenrechten-NGO Suaram heeft onlangs in Nederland gesproken met de Mensenrechtenambassadeur.

Vraag 4

Is deze kwestie aan de orde gesteld tijdens de recente zitting van de VN-mensenrechtencommissie?

Antwoord

Nee.

Vraag 5

Bent u bereid om nadere stappen te ondernemen en de Maleisische autoriteiten aan te spreken op het beginsel van "free and fair" trial? Zo ja, op welke manier? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Zie mijn antwoord op vraag 2 en 3.

Vraag 6

Bent u bekend met de onlangs beëindigde hongerstaking, en bent u bereid de Nederlandse Ambassade met de ex-hongerstakers te laten spreken?

Antwoord

De genoemde hongerstaking is mij bekend. Waar het gaat om de situatie van deze zes ISA-gedetineerden geef ik, met het oog op het gewicht van het politieke signaal, de voorkeur aan een bredere benadering van de ISA-problematiek via de EU-kanalen. De zes ex-hongerstakers maken immers deel uit van een aanmerkelijk groter aantal ISA-gedetineerden. Er is hier een algemeen rechtsbeginsel in het geding. Zoals ik al uiteenzette is Nederland hierover, in samenspraak met de andere EU-partners, reeds nadrukkelijk in gesprek met de Maleisische autoriteiten.

Zie o.m. interview met Mabel Au, van wie de partner vastzit als politieke gevangene, in de Volkskrant van 22 april jl.

===