VERENIGING VNO-NCW

Stijging topinkomens 3,5 a 4 procent

Dit is een gezamenlijk persbericht van VNO-NCW en het NCD

Onderzoek in opdracht van VNO-NCW en het NCD:
'Stijging topinkomens in 2002 3,5 à 4 procent'

DEN HAAG, 30 mei 2002 Het inkomen van bestuurders en directeuren van ondernemingen in ons land stijgt dit jaar met 3,5% à 4%. Het gaat om het vaste én variabele deel samen, ook wel 'total cash inkomen 'genoemd. Dat blijkt uit een rapport naar de inkomensontwikkeling van bestuurders van ondernemingen in de afgelopen jaren. Het rapport is in opdracht van de ondernemingsorganisatie VNO-NCW en het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen (NCD) opgesteld door Hay Group en Towers Perrin. De beloningsstijging van topmanagers in 2002 komt daarmee naar verwachting van VNO-NCW en het NCD lager uit dan de inkomensstijging van werknemers die dit jaar naast hun CAO-stijging een periodieke salarisverhoging en eventueel winstafhankelijke beloning krijgen.

2002.

De stijging in 2002 bij het topmanagement met 3,5% à 4% is aanzienlijk minder dan in de afgelopen drie jaar. Toen steeg het totale inkomen van ondernemingbestuurders met gemiddeld 10% à 11%. De scherpe afvlakking van de stijgingspercentages weerspiegelt de duidelijk slechtere resultaten in het bedrijfsleven. Door de omslag in de economie, die medio 2001 goed zichtbaar werd, tekent de trend om bestuurders scherper af te rekenen op resultaten zich nu sterker af. Dat betekent gemiddeld minder stijging van het vaste salaris en toekenning van een gemiddeld lagere bonus. Bonussen 'ijlen na'. Het gaat in 2002 om de bonus over het jaar 2001. Tevens zijn in diverse bedrijven de prestatiecriteria voor het topmanagement aangescherpt.

2001.

De stijging van de inkomens (inclusief bonussen) van ondernemingbestuurders in 2001 varieerde van 10% tot 11% voor het topmanagement van grote internationaal opererende ondernemingen tot 6 a 7% voor de directies van kleinere ondernemingen. De gemiddelde stijging was in 2001 vooral bij de grootste, internationale ondernemingen nog relatief hoog. Dat heeft te maken met de toekenning in 2001 van bonussen over het bijzonder goede jaar 2000. Ook een nog niet helemaal voltooide 'inhaalslag' vergeleken met bestuursbeloningen in andere EU-landen heeft een rol gespeeld.

Internationalisering.

De 'internationalisering' binnen de ondernemingsleiding gaat door, zo blijkt uit het onderzoek. Het aantal buitenlandse leden van Raden van Bestuur en van Raden van Commissarissen neemt sterk toe. In 2001 waren er 36 procent méér buitenlanders in een Raad van Bestuur van een AEX-fonds in vergelijking met een jaar eerder. Het aantal buitenlandse commissarissen groeide met 27 procent. In 2001 was 45 procent van de leden van de Raden van Bestuur van de AEX-fondsen buitenlander en 38 procent van de commissarissen.

Die ontwikkeling is niet los te zien van het grote aantal buitenlandse overnames door Nederlandse ondernemingen, vooral in de VS. Ook een rol speelt dat een groot deel van de omzet van deze bedrijven wordt behaald in het buitenland, eveneens vooral in de VS. En aandeelhouders zijn steeds meer afkomstig uit het buitenland.

De afvlakking van de beloningsontwikkeling van topmanagers is ook internationaal te zien, en in sommige landen nog iets sterker. Volgens het onderzoek stijgt het 'total cash' inkomen van topmanagers in Duitsland en Frankrijk met 1%. In het Verenigd Koninkrijk bedraagt de stijging 3%. In de VS daalt het 'total cash' inkomen van topbestuurders dit jaar met 1%.

De inkomens van Nederlandse bestuurders bij de grote ondernemingen liggen (2001) nog altijd lager dan die in Frankrijk, Duitsland en Engeland en vooral lager dan die in de VS. Leden van een Raad van Bestuur in de VS verdienen minstens het dubbele van hun Europese collega's.