European Commission

MEMO/02/127

Brussel, 5 juni 2002

Toepassing van de mededingingsregels van de EU op sport

De door de Europese Raad van Nice goedgekeurde verklaring over het specifieke karakter van sport(1)
benadrukt dat bij alle acties van de Gemeenschap rekening moet worden gehouden met "de maatschappelijke, educatieve en culturele functie van de sport, die het specifieke karakter ervan bepaalt, teneinde de ethiek en de solidariteit die noodzakelijk zijn voor het behoud van de maatschappelijke rol van de sport, te eerbiedigen en te bevorderen".

Het is de taak van de sportorganisaties om hun tak van sport te organiseren en te bevorderen, met name wat betreft de specifieke sportregels die van toepassing zijn. Daarbij moet uiteraard de nationale en communautaire wetgeving worden nageleefd. Het Hof van Justitie heeft bij verschillende gelegenheden geoordeeld dat sport in haar economische aspect aan het Gemeenschapsrecht onderworpen is, maar teglijkertijd erkend dat deze sector bepaalde speciale kenmerken heeft.

Met name de Commissieleden Monti en Reding hebben de afgelopen twee jaar constructief overleg gevoerd met de sportorganisaties om deze beginselen in de praktijk te brengen. Als gevolg hiervan hebben de sportorganisaties belangrijke veranderingen doorgevoerd om hun regels in overeenstemming te brengen met hun wettelijke verplichtingen, hetgeen resulteert in betere juridische zekerheid voor de sport als basis voor de toekomstige economische en sportieve ontwikkeling en voordelig is voor supporters en consumenten. Het feit dat de UEFA ermee heeft ingestemd haar regels inzake de verkoop van de uitzendrechten en andere mediarechten op de Champions League te wijzigen (IP/02/806) is de laatste positieve oplossing van een serie sportvraagstukken die werden onderzocht.

Concrete andere voorbeelden zijn onder meer:
Voetbalmakelaars

Eerder dit jaar heeft de Commissie een onderzoek beëindigd dat was ingesteld naar aanleiding van klachten over de FIFA-regels inzake spelersmakelaars. In dit geval heeft de Commissie erkend dat de FIFA dit beroep in het huidige klimaat moet reguleren, zolang de toegang tot dit beroep open en niet-discriminerend blijft.(2) UEFA-uitzendregels

In 2001 heeft de Commissie de herziene UEFA-uitzendregels goedgekeurd, op grond waarvan de nationale voetbalbonden televisie-uitzendingen van voetbalwedstrijden gedurende 2,5 uur op zaterdag of op zondag kunnen verbieden om het aantal toeschouwers in de stadions en de beoefening van de sport door amateurs te beschermen. De oorspronkelijk bij de Commissie ingediende regels waren uiterst ingewikkeld en zeer breed van opzet. De uitzending van voetbalwedstrijden was gedurende het gehele weekeinde verboden. Er is een evenwicht gevonden tussen enerzijds de belangen van de omroeporganisaties, die maximaal gebruik willen maken van de rechten waarvoor zij hebben betaald, en anderzijds de belangen van de clubs van alle niveaus.(3)
Formule 1

Na lange onderhandelingen heeft de Fédération Internationale d'Automobile (FIA) ermee ingestemd haar regels te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht. De wijzigingen zorgen ervoor dat de rol van de FIA wordt beperkt tot die van regulerende instantie zonder commerciële belangenconflicten. De FIA-regels worden niet gebruikt om nieuwe competities te voorkomen of te belemmeren, behalve wanneer zulks gerechtvaardigd is in verband met het veilig, eerlijk of ordelijk verloop van de motorsport. Tevens zijn de procedures om tegen beslissingen van de FIA in beroep te gaan, versterkt.(4)
Regels inzake transfers van voetballers

Na uitvoerige onderhandelingen hebben de Commissieleden Monti, Reding en Diamantopoulou en de voorzitters van de FIFA en de UEFA op 5 maart 2001 de besprekingen over internationale voetballers afgerond. De FIFA en de UEFA hebben zich ertoe verbonden nieuwe transferregels goed te keuren op basis van een aantal beginselen,(5)
waaronder drie basisbeginselen die beogen de opleiding van jonge spelers te bevorderen, te zorgen voor stabiliteit van de teams en voor de integriteit, regelmatigheid en het goede verloop van de competities in de context van de specifieke kenmerken van het voetbal, teneinde op te komen voor de belangen van de supporters en toeschouwers. In juli werden de nieuwe regels geodgekeurd en in augustus 2001 hebben de FIFA en FIFPro, de spelersvakbond, overeenstemminb bereikt over de deelneming van FIFPro's aan de tenuitvoerlegging van de nieuwe regels. Subsidies aan Franse betaald voetbalclubs

In een zaak die werd getoetst aan de regels inzake staatssteun, heeft de Commissie in 2001 goedkeuring verleend voor de toekenning van subsidies door de Franse staat voor de financiering van opleidingscentra voor jonge voetballers met het oog op de educatieve en integrerende doelstelling ervan en de geringe gevolgen die zij hadden voor de concurrentie tussen de toonaangevende clubs. De zaak Moeskroen

Reeds in 1999 heeft de Commissie een klacht tegen de uit en thuisregel UEFA verworpen omdat dit een sportregel is die een noodzakelijk onderdeel van sportcompetities is en als zodanig niet onder het mededingingsrecht valt.(6)

Achtergond

De uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Walrave(7) bevestigde dat het Gemeenschapsrecht van toepassing is op sport voorzover de beoefening daarvan een economische activiteit binnen de Unie vormt.

Pas halverwege de jaren negentig, toen na het Bosman-arrest(8) steeds meer geld werd betaald voor de uitzendrechten op belangrijke sportevenementen, werden de economische aspecten van sportactiviteiten echter een zaak van groot belang. Pas onlangs zijn de sportorganisaties begonnen met de complexe taak om hun regels in overeenstemming te brengen met de huidige sportieve, economische en juridische vereisten.

De betrokkenheid van de Commissie bij de modernisering van de regels is voornamelijk het gevolg geweest van klachten.

(1)
Verklaring over de specifieke kenmerken van de sport en de maatschappelijke functie daarvan in Europa, waarmee bij de uitvoering van het gemeenschappelijk beleid rekening moet worden gehouden. Bijlage IV bij de conclusies van het voorzitterschap, Nice, 7-9 december 2000.

(2)
IP/02/585 van 18 april 2002

(3)
IP/01/583 van 20 april 2001

(4)
IP/01/1523 van 30 oktober 2001

(5)
Perbericht IP/01/314 van 6.3.2001.

(6)
IP/99/965 van 9 december.

(7)
C-36/74 Walrave en Koch Jurispr. 1405.

(8)
C-415/93 Bosman Jurispr. I-4921.