Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland


Utrecht, 5 juni 2002

Onderzoek naar chronisch zieke kinderen en jongeren en hun ouders

Kinderen en jongeren met een chronische ziekte hebben meer dan andere kinderen te maken met pesterijen. Ze hebben een gebrek aan vriendjes en voelen dat ze 'anders' zijn. Dat zijn de voornaamste conclusies van het onderzoek dat de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad) heeft uitgevoerd naar de leefomstandigheden en problematiek van kinderen en jongeren met een chronische ziekte.

Ouders geven aan dat de ziekte gevolgen heeft voor het hele gezin. Zij ervaren ook moeilijkheden in de communicatie met dienstverleners. Hoe zeldzamer de aandoening, hoe groter de problemen doorgaans zijn. Dit gaat ook op voor kinderen en jongeren met meer dan één chronische ziekte. Het onderzoek resulteerde in het rapport 'Kinderen en jongeren met een chronische ziekte'.

Het onderzoek vond plaats in het kader van het programma 'chronisch zieken' van ZorgOnderzoek Nederland (ZON). Anders dan bij eerdere onderzoeken werd niet gekeken vanuit de medische invalshoek. In hoeverre doen kinderen en jongeren met een chronische ziekte mee op school, wat doen ze in hun vrije tijd en hoe ervaren de betrokken kinderen en jongeren het leven met een chronische ziekte? Dit zijn enkele vragen uit de uitgebreide vragenlijst, die werd beantwoord door 261 kinderen (tot en met 11 jaar), 37 jongeren (12 tot en met 18 jaar) en 376 betrokken ouders. Naar schatting 800.000 mensen (inclusief gezinsleden) zijn bij de problematiek betrokken. Het rapport draagt een aantal oplossingen aan. Zoals: een betere gegevensverzameling bij dienstverleners en meer aandacht voor zeldzame en onzichtbare aandoeningen. Andere oplossingen: een betere benadering van chronisch zieke leerlingen in het onderwijs, gerichte aandacht voor de toekomstperspectieven van kinderen met een chronische ziekte en voor de gevolgen van de ziekte voor het betrokken gezin.

---