Partij van de Arbeid
Den Haag, 6 juni 2002
VRAGEN VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL (PVDA) AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN
EN WERKGELEGENHEID
1. Is het waar dat er landen zijn, waaronder Tunesië, waar men geen geld mag
uitvoeren waardoor de premie voor de vrijwillige AOW-verzekering niet
betaald kan worden? Zo ja voor welke landen geldt dit?
2. Is het waar dat de uitvoeringsinstellingen tot 1 januari 2000 de
AOW-premie van mensen in het buitenland inhielden op de uitkering en deze
direct aan de SVB betaalde, waardoor deze mensen wel verzekerd waren voor de
AOW?
3. Is het waar dat het UWV sinds er per 1 januari 2000 niet langer sprake is
van een verplichte maar vrijwillige AOW-verzekering voor langdurig
uitkeringsgerechtigden in het buitenland, niet langer bereid is om op
verzoek rechtstreeks een bedrag aan de SVB te betalen, waardoor deze
uitkeringsgerechtigden niet langer hun AOW-premie kunnen betalen? Zo ja, om
hoeveel mensen in welke verschillende landen gaat het?
4. Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat uitkeringsgerechtigden in het buitenland niet langer hun AOW-premie kunnen betalen omdat het UWV geen geld direct wil overmaken aan het SVB, waar het UWV dat tot 1 januari 2000 wel deed en waardoor zij in de toekomst gekort worden op hun AOW?
5. Bent u bereid te regelen dat het UWV de vrijwillige AOW-premie voor
uitkeringsgerechtigden in desbetreffende landen wel direct betaalt aan de
SVB en bent u bereid om dit met terugwerkende kracht mogelijk te maken? Zo
ja, op welke termijn gaat dit gebeuren en hoe, en wanneer worden de
getroffenen hierover geïnformeerd?