Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 DEN HAAG Directie Consulaire Zaken i.o. Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 5 juni 2002 Behandeld A. N. Wesenhagen

Kenmerk CM/awe Telefoon (+31) (0)70 3484770

Blad /1 Fax (+31) (0)70 3485256

Bijlage(n) 1 E-Mail Dcz-cm@minbuza.nl

Betreft Beantwoording van de vragen van de leden Dittrich (D66) Verhagen (CDA) en Koenders (PvdA) inzake subsidieverlening Stichting Epafras. Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen, gesteld door de leden Dittrich (D66) Verhagen (CDA) en Koenders (PvdA), inzake de zorg voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland. Deze vragen werden ingezonden op 3 juni 2002 met kenmerk 2010210970.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Dittrich (D66), Verhagen (CDA) en Koenders (PvdA) over de zorg voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland.

Vraag 1

Hoe staat u tegenover het feit dat de Stichting Epafras de bezoeken aan Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen nagenoeg geheel heeft moeten stopzetten als gevolg van het uitblijven van subsidie?

Antwoord

In weerwil van de steun die het ministerie bood, heeft de Stichting Epafras pas op een zeer laat moment, te weten 24 mei 2002, een subsidie-aanvraag voor het jaar 2002 ingediend ten bedrage van EUR 327.175,-. Bij wijze van hoge uitzondering heb ik bij beschikking van 9 april 2002 en 6 mei 2002 aan de Stichting een voorschot toegekend van respectievelijk EUR 60.000,- en EUR 101.000,-. Tot deze uitzonderlijke stap heb ik besloten teneinde de voortgang van de werkzaamheden van de Stichting Epafras niet in gevaar te brengen, in afwachting van de indiening van een deugdelijk subsidie-aanvraag door de Stichting Epafras.

Indien juist is dat de Stichting Epafras zich thans genoodzaakt ziet haar werkzaamheden nagenoeg geheel te moeten stopzetten, in weerwil van de ontvangst van EUR 161.000,- (zijnde ca. 50% van de door de Stichting Epafras gevraagde subsidie voor het jaar 2002), zegt dit voornamelijk iets over de organisatie van werkzaamheden en het beheer van de cash-flow door de Stichting Epafras.

Vraag 2

Onderschrijft u nog steeds het oordeel van de Regering en de Tweede Kamer dat de zorg voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland behoort tot de kerntaken van het buitenlandse beleid en dat de Stichting Epafras daarbij een belangrijke taak vervult?

Antwoord

Ja.

Vraag 3

Bent u bereid alsnog op korte termijn aan de Stichting Epafras de door de Tweede Kamer beoogde subsidie te verstrekken zonder daarbij voorwaarden te stellen die niet passen bij de aard van het werk van de Stichting, te weten het bieden van geestelijke verzorging aan Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen.

Antwoord

De op 24 mei jl. ontvangen subsidie-aanvraag van de Stichting Epafras wordt thans beoordeeld conform de voor alle subsidie-aanvragen geldende subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken zoals gepubliceerd in de Staatscourant 1998, nr. 249/pag. 26.


Kenmerk

Blad /1

===