Erasmus Universiteit Rotterdam
14 juni 2002
Toelichting oratie prof.dr E.J. Kuipers: Van sub- naar superspecialisme.
Over doen en laten in de MDL geneeskunde
Specialisatie in de geneeskunde is een continu proces. Zowel binnen de
snijdende als niet-snijdende vakken is hierbij sprake van evolutie van
nieuwe specialismen die in eerste instantie ontstaan als
sub-specialisme of onderdeel van een gevestigd vak, om later soms te
ontwikkelen tot nieuwe zelfstandige specialismen. Deze evolutie of
superspecialisatie komt de kwaliteit van de medische zorg ten goede.
Specialisten werken op het terrein van hun expertise veelal sneller en
goedkoper. Een voorbeeld bij uitstek is de Maag- Darm- en
Levergeneeskunde. Dit specialisme bestaat al 90 jaar in Nederland, en
is in de laatste 20 jaar uitgegroeid tot volledige wasdom gekomen. Het
specialisme richt zich op het brede scala aan aandoeningen van de
tractus digestivus inclusief lever en pancreas. Dit terrein wordt
gekenmerkt door vele nieuwe ontwikkelingen op het gebied van
medicamenteuze en endoscopische therapie. De therapeutische
mogelijkheden en etiologische inzichten doen boven in toenemende mate
de vraag ontstaan naar screening en surveillance van pre-maligne
aandoeningen van de tractus. De hedendaagse MDL-arts staat centraal in
deze processen, en zou om die reden ondertussen aanwezig moeten zijn
in ieder ziekenhuis in Nederland. Daartoe moet niet alleen de
opleidingscapaciteit echter worden uitgebreid. De oratie zal zich
richten op het belang van de primaire rol van de MDL-arts in de
tweede-lijns geneeskunde en zal nieuwe ontwikkelingen op dit terrein
bespreken.
INLINE]