MKB-Nederland

MKB Nieuws, bericht

12-06-2002
Vakantiewerk loopt terug
Mkb-ondernemers nemen dit jaar een kwart minder vakantiewerkers in dienst. Vooral de zakelijke dienstverlening, die flink te lijden heeft gehad van de dalende economie neemt minder scholieren aan. Informatie over de geldende regels vanuit het ministerie is onvoldoende toegesneden op werkgevers. Dit staat in de nota "Vakantiewerk in het mkb 2002", die MKB-Nederland op 12 juni heeft gepresenteerd.

De meeste jongeren gebruiken de zomer om vakantiewerk te doen. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: ze verdienen geld voor reizen of andere grote uitgaven en ze doen tegelijkertijd werkervaring op. Werkgevers nemen de tieners in dienst om de continuïteit te waarborgen als hun vaste personeel weg is. MKB-Nederland heeft dit fenomeen nader onderzocht, vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt. De gegevens zijn deels gebaseerd op NIPO-onderzoek onder mkb-bedrijven, en deels op een enquête onder branches.

Cijfers
Het blijkt dat de dalende conjunctuurcijfers zich ook hier terugvertalen. Het aantal vakantiewerkers in 2002 zal een kwart lager liggen dan een jaar geleden. Werkgevers in het midden- en kleinbedrijf bieden dit jaar 820.000 jongeren vanaf 13 jaar een vakantiebaan, dat is zo'n zestig procent van alle scholieren. In 2001 waren dit er echter nog meer dan een miljoen. Vorig jaar hadden ondernemers moeite hun vacatures te vervullen, dit jaar is dat anders. Meer dan voorheen wordt vast personeel ingezet om in de zomer de gaten te vullen. De meest kwetsbare sectoren van het afgelopen jaar, de zakelijke dienstverlening en in mindere mate de industrie, nemen de grootste daling op hun conto.

Tweederde van het vakantiewerk vindt plaats in bedrijven met minder dan tien werknemers. Bij een onderverdeling naar sector komt de detailhandel - ruwweg - ex aequo met de horeca- en recreatiebranche op de eerste plaats, gevolgd door de zakelijke dienstverlening, groothandel en transport, de zorg en als laatste (vijf procent) de industrie. Dit heeft ook te maken met wettelijke verplichtingen: voor jongeren onder de 16 gelden strengere regels over de arbeidsomstandigheden en -tijden; ze mogen alleen lichte werkzaamheden van niet-industriële aard uitvoeren bijvoorbeeld en er zijn restricties aan het werken in het weekend. In veel cao's zijn ook nog aanvullende afspraken opgenomen.

Voorlichting
Hier blijkt ook de schoen te wringen. Wat wel en niet mag is voor een vijfde deel van de werkgevers onvoldoende duidelijk. Hoe kleiner het bedrijf, hoe minder de ondernemers op de hoogte zijn, zo blijkt uit de enquête. De voorlichting vanuit het ministerie wordt door de helft van de ondervraagden als onvoldoende verklaard, en ook de branches mogen er meer aan doen, stelt ruim tweevijfde. De site van het ministerie gaat vooral uit van jongeren zelf; informatie voor werkgevers is wel te vinden maar met moeite en versnipperd. Branches zelf gaan wisselend om met het geven van informatie aan de leden. Een deel geeft aan dit jaar actief de leden te attenderen op de aandachtspunten en verplichtingen, anderen geven aan dat vorige zomer al te hebben gedaan of dat er bij de leden geen behoefte aan bestaat. Voorlichting gaat vooral via de branchebladen, aparte mailings en de websites.

De risico-inventarisatie en -evaluatie (rie) voor jongeren blijkt bij controles door Arbeidsinspectie nogal eens te ontbreken, met forse boetes als gevolg. Een rie omschrijft wat jongeren wel en niet mogen doen in het bedrijf. Misschien niet altijd nodig, vaak wordt bij het inwerken wel duidelijk wat mag en niet. Maar het is een wettelijke verplichting, en ondernemers hebben de verantwoordelijkheid die op te volgen. MKB-Nederland ziet hier nog een schone taak voor de arbodiensten. Zij zijn verplicht de rie te toetsen, dus horen ze ook voorlichting en ondersteuning te geven aan werkgevers.

Informatief
De nota van MKB-Nederland bestaat uit twee delen. Naast de cijfers en de conclusies van de NIPO- en branche-enquête, is er een informatief deel. De regels rondom arbeidstijden en -omstandigheden zijn nog eens op een rij gezet, en een hoofdstuk is gewijd aan de arbeidsvoorwaarden en de rol van de cao. In de bijlage staat een
model-arbeidsovereenkomst.

Informatie: drs. A. van Delft