Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
MinBZK.nl
Tarieven gemeentediensten zeer verschillend
17 juni 2002
De tarieven en kosten van gemeentelijke diensten lopen zeer ver
uiteen. Dit blijkt uit het MDW-rapport Lokaal loket dat minister De
Vries van Binnenlandse Zaken, minister Jorritsma van Economische Zaken
en minister van Boxtel voor Grote Steden en Integratiebeleid op 17
juni 2002 naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Het onderzoek dat ten
grondslag ligt aan het rapport bestaat uit een benchmark van 20
gemeenten op vier gemeentelijke diensten: uitgifte rijbewijs,
uittrekstel bevolkingsregister, afhalen en wegbrengen van grofvuil en
het verstrekken van een bouwvergunning. De gemeenten hebben zich
vrijwillig aangemeld voor deelname aan het onderzoek.
Uit de resultaten blijkt dat burgers over het algemeen redelijk
tevreden zijn over de gemeentelijke dienstverlening. Het belangrijkst
vinden ze de opstelling van de ambtenaar achter de balie. Daarnaast is
de doorlooptijd van het dienstverleningsproces doorslaggevend voor de
burger. Tenslotte hecht de burger veel waarde aan goede
informatievoorziening door de gemeente. Uit de best practices blijkt
dat gemeenten op verschillende manieren hoger kunnen scoren op deze
belangrijke aspecten. Vooral meer aandacht voor de communicatieve
vaardigheden van het front-office personeel kan een positieve invloed
hebben op de tevredenheid van de burger. De dienstverlening kan
sneller door invoering van het één-loket principe, het flexibel
inzetten van medewerkers en balies en door het geven van bevoegdheden
aan medewerkers die contact hebben met de burger. Op het gebied van
informatievoorziening kan de gemeente met behulp van ICT diverse
verbeteringen doorvoeren.
Uit het onderzoek van de MDW-werkgroep (marktwerking, deregulering en
wetgevingskwaliteit) blijkt dat de hoogte van de tarieven enorm
verschilt. Zo kost een rijbewijs in het goedkoopste geval 19,59 en in
de duurste gemeente 40,85. Voor een bouwvergunning betaalt een burger
voor een verbouwing (met bouwkosten van 45.378) 386 in de goedkoopste
gemeente, terwijl in de duurste deelnemende gemeente de burger voor
een zelfde verbouwing 1.314 aan leges moet betalen.
Gemeenten blijken niet goed in staat aan te geven wat de diensten uit
het onderzoek de gemeente kost. De onderbouwde schattingen die het
onderzoeksbureau geeft, lopen ver uiteen en hebben nauwelijks een
relatie met de vastgestelde tarieven. Dit komt onder meer omdat de
gemeenten de mogelijkheid hebben een bepaalde dienst onder de
kostprijs aan te bieden en het verlies te compenseren door een andere
dienst duurder te maken (kruissubsidie).
De MDW-werkgroep vindt dat de opbouw van kosten en tarieven
inzichtelijker gemaakt moet worden. Dit kan bijvoorbeeld door het
inperken van de mogelijkheid tot de zogenoemde kruissubsidie en door
vergelijkbare methoden van kostentoerekening te gebruiken. In het
uiterste geval kan de centrale overheid ertoe over gaan bepaalde
tarieven te maximeren, zoals bij de paspoorten is gebeurd. Het kabinet
gaat samen met de VNG en IPO bezien hoe deze oplossingen vorm kunnen
krijgen.
De werkgroep heeft tenslotte onderzocht welke juridische en technische
randvoorwaarden er nodig zijn voor het vergroten van de vrijheid van
de burger om zelf te kiezen in welke gemeente hij of zij een
rijksbreed document aanvraagt, zoals bijvoorbeeld het rijbewijs. De
burger kan dan kiezen voor een lager tarief dan in de woongemeente of
bijvoorbeeld voor het aanvragen in de gemeente waarin men werkt. De
werkgroep is tot de conclusie gekomen dat de technische en juridische
randvoorwaarden hiervoor te realiseren zijn en dat vergroting van
keuzevrijheid voor de burger op die gronden een haalbare optie is. Het
kabinet heeft vervolg onderzoek naar dergelijke plaatsonafhankelijke
dienstverlening aangekondigd.
---