Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Consulaire Zaken i.o. Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 17 juni 2002 Auteur drs S.M.F.N. Kreutzer
Kenmerk CM/sk Telefoon 070-348 4770

Blad /1 Fax 070-348 5256

Bijlage(n) 1 E-mail dcz-cm@minbuza.nl

Betreft Beantwoording Kamervragen van het toenmalige lid Horn (PvdA) over Nederlandse gedetineerden in Thailand

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik hierbij, mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het toenmalige lid Horn (PvdA) over Nederlandse gedetineerden in Thailand en het WOTS-verdrag. Deze vragen werden ingezonden op 4 april 2002 met kenmerk 2010208660.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Korthals, Minister van Justitie op vragen van het toenmalige lid Horn (PvdA) over Nederlandse gedetineerden in Thailand en het WOTS-verdrag

Vraag 1

Kunt u aangeven hoeveel Nederlandse gedetineerden vastzitten in Thailand?

Antwoord

In Thailand bevinden zich momenteel 14 gedetineerden met de Nederlandse nationaliteit. Twee van hen hebben tevens de Thaise nationaliteit.

Vraag 2

Kunt u aangeven voor welke delicten deze gedetineerden vastzitten en welke de tegen hen uitgesproken straffen zijn?

Antwoord

Van de 14 gedetineerden zitten er 9 vast in verband met drugssmokkel:

Drie daarvan zijn vrijgesproken en zijn in afwachting van het einde van de periode tijdens welke door de openbare aanklager hoger beroep kan worden aangetekend.

Twee zijn nog in voorarrest

Vier personen zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 8 jaar, 33 jaar en tweemaal levenslang. De laatste twee straffen zijn omgezet in resp. 40 en 50 jaar.

Van de overige 5 Nederlandse gedetineerden:

zijn twee personen wegens fraude met creditcards veroordeeld tot 2 jaar en 10 jaar gevangenisstraf. De laatste straf is omgezet in 5 jaar.

is één persoon veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf voor onbetaalde rekeningen.

is één persoon aangeklaagd en in voorarrest gezet wegens moord.

zit één persoon vast vanwege het overschrijden van de toegestane verblijfsduur in Thailand.

Vraag 3

Hoe beoordeelt de regering het rechtsklimaat en de kwaliteit van de rechtspleging in Thailand? Kan dit als een evenwichtig en rechtvaardig rechtssysteem worden beschouwd, waarin Nederland vertrouwen heeft?

Antwoord

De onafhankelijkheid van de Thaise rechtspraak is grondwettelijk vastgelegd. Voor wat betreft het rechtsklimaat en de praktijk van de kwaliteit van de rechtspleging in Thailand ben ik van mening dat het niet aan mij is hierover een nader oordeel uit te spreken.

Vraag 4

Bent u ook van mening dat met name als het gaat om drugssmokkel en vergelijkbare delicten de opgelegde strafmaat in Thailand in geen verhouding staat met de maximaal op te leggen straf voor vergelijkbare delicten in Nederland of in andere landen van de Europese Unie? Deelt u de mening dat een buitenproportionele strafmaat in een ander land juist een belangrijk argument kan zijn om een WOTS-verdrag met dat andere land aan te gaan?

Antwoord

De regering-Thaksin heeft de strijd tegen de drugshandel als speerpunt gemarkeerd. De verharding van het beleid uit zich met name in de aanzienlijke intensivering van de toekenning van de doodstraf, met name ook voor misdrijven op het gebied van drugshandel en -smokkel. Het aantal tenuitvoerleggingen is de afgelopen periode toegenomen. In Thailand kunnen de uitgesproken straffen zwaarder zijn dan voor eenzelfde delict in Nederland zou worden opgelegd en dat geldt zeker waar het om drugszaken gaat.

Ik deel niet uw mening dat een buitenproportionele strafmaat in een ander land juist een belangrijk argument kan zijn om een WOTS-verdrag aan te gaan. De praktijk van de uitvoering van (bilaterale) WOTS-verdragen met landen met een hogere strafmaat dan in Nederland heeft juist aangetoond dat dat aan daadwerkelijke overbrengingen in de weg staat.

Vraag 5

Kunt u aangeven waarom Thailand niet is toegetreden tot een WOTS-verdrag, waardoor Nederlandse gedetineerden hun straf in Nederland uit zouden kunnen zitten?

Vraag 6

Wil de regering er bij Thailand op aandringen dat dit land zich aansluit bij het Verdrag Overbrenging Gevonniste Personen van de Raad van Europa, dan wel een bilateraal verdrag sluit met Nederland?

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de perspectieven om in de toekomst een WOTS-verdrag met Thailand aan te gaan? Met welke middelen zou de sluiting van een dergelijk verdrag bespoedigd kunnen worden?

Antwoord

De voorkeur van de Nederlandse regering gaat ernaar uit dat Thailand zich aansluit bij het Verdrag inzake de Overbrenging van Gevonniste Personen (21 maart 1983). Nederland heeft in het verleden samen met andere EU-lidstaten bij de Thaise regering erop aangedrongen in overweging te nemen toe te treden tot dit verdrag. De regering is zeker bereid dat ook in de toekomst te blijven doen. Over de redenen waarom Thailand hiertoe tot dusverre niet is overgegaan heeft de regering geen informatie. Overigens zal het heersende rechtsklimaat in Thailand bij een formele uitnodiging van de Raad van Europa aan Thailand om toe te treden zeker een belangrijk punt van overweging vormen. Over de beperkte mogelijkheden om het instrument van de overbrenging van gedetineerden effectief toe te passen juist voor die gevallen, waarbij vanwege humanitaire omstandigheden in het land van detentie toepassing zeer wenselijk zou zijn, heeft de Minister van Justitie onder meer bij brief van 11 mei 1999 inzake de verdragseis in de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (TK 25 203, nr. 12) de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal bericht. Op korte termijn zal de Minister van Justitie mede namens mij antwoorden op de vragen en opmerkingen die door enkele leden van de Vaste Commissie voor Justitie naar aanleiding van die brief zijn gesteld.

Vraag 8

Kunt u aangeven op welke wijze Nederland in Thailand in de praktijk opkomt voor daar verblijvende gedetineerden met een Nederlandse nationaliteit?

Antwoord 8

Aan de Nederlandse gedetineerden in Thailand wordt in het kader van de consulaire dienstverlening bijstand verleend door de Nederlandse ambassade in Bangkok. Hierbij zijn de nieuwe, per 1 januari 2002 ingestelde, maatregelen op het gebied van de gedetineerdenbegeleiding van toepassing. Hiervoor verwijs ik graag naar mijn brieven aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer van 18 oktober 2001 (BuZa-01-565) en van 12 februari 2002 (27 400, nr. 28). Zo ontvangen deze gedetineerden sinds 1 januari 2002 maandelijks een schenking van EUR 30 ten laste van het budget van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Voor de Nederlandse gedetineerden in Thailand betekent dit verder dat ze eenmaal per maand door een medewerker van de ambassade worden bezocht. Waar nodig bemiddelt de ambassade bij het verkrijgen van medische hulp en andere behoeften van de gedetineerden, alsook familiebezoek.

===