VFI ISF FIN NGF

Persverslag Goededoelen congres 18 juni 2002

Volgens Herman Wijffels, voorzitter van de SER en key note speaker op het congres Civil Society zijn de goede-doelenorganisaties het vehikel voor de expressie van maatschappelijk engagement. Zij helpen het moderne burgerschap vorm te geven. Na een periode van verstatelijking die culmineerde in de verzorgingsstaat aan het einde van de 20ste eeuw, is er nu sprake van een nieuwe maatschappelijke configuratie waarin naast overheid en bedrijfsleven ook de goede-doelenorganisaties een plaats hebben. Het publieke belang wordt niet meer alleen gediend door de politiek en de overheid; de goede-doelenorganisaties articuleren en communiceren bij uitstek de actieve betrokkenheid van mondige en verantwoordelijke burgers bij specifieke issues. Een betrokkenheid die concreet wordt omgezet in vrijwilligerswerk, donaties en beleidsbeïnvloeding. Wijffels signaleert dat deze organisaties een groot bindend vermogen hebben binnen de samenleving; groter dan het vermogen dat politiek en overheid op dit terrein hebben. En als antwoord op een vraag uit het publiek naar de verbrokkeling in de sector bood hij de volgende metafoor: 'De biotoop van goede doelen is rijker naarmate er meer soorten in voorkomen.'

Eerder op de dag sprak Annemieke Roobeek, hoogleraar Strategie aan de Universiteit Nyenrode, over leiderschap en professionalisering in de charitas sector, en het belang van netwerken. Zij benadrukte het belang van samenwerking binnen de sector; met name voor kleinere organisaties die op deze manier beter in staat zijn om 'een vuist te maken'. Leiderschap bestaat volgens haar vooral uit het ontwikkelen van een duidelijke visie, het nemen van initiatief, het binnen de organisatie creëren van een cultuur waarin initiatieven worden beloond, en -- last but not least -- ook het bevorderen van ondernemerschap. Durf tonen is belangrijk, bijvoorbeeld door het aangaan van nieuwe samenwerkingverbanden. Professionalisering vereist ook dat het management openstaat voor vernieuwing, en een goede antenne heeft voor ontwikkelingen in de samenleving. Professionele goede-doelenorganisaties zetten in op samenwerking en dus op inclusiviteit in plaats van zich te beroemen op exclusiviteit.

Paul Beerkens, gastheer en de voorzitter van het VFI, benadrukte dat het congres ook belangrijk is om weer eens kritisch naar zichzelf te kijken. 'We hebben momenteel te maken met een spanningsveld tussen burgers die vaak nog het beeld hebben van goede doelen als vrijwilligersorganistaties 'met onkostenvergoeding', terwijl om de vereiste hoge kwaliteit te leveren wel degelijk een professionele organisatie nodig is. En dat heeft nu eenmaal een prijskaartje. Op zich is dit niet erg, zolang we ook maar in staat zijn om dat goed uit te leggen.' Ook stelde Beerkens dat de Nederlandse branche in vergelijking met de ons omringende landen een grote voorsprong heeft qua organisatiestructuur. Een voorbeeld daarvan is het Centraal Bureau Fondsenwerving, dat organisaties die voldoen aan de gezamenlijk vastgestelde criteria het CBF-keurmerk geeft.

Tijdens het tweedaagse congres, waar circa 400 mensen worden verwacht, passeren uiteenlopende onderwerpen uit de goede-doelensector de revu. De eerste dag stond voornamelijk in het teken van 'Het vermogen om te geven' en werd afgesloten met een discussie-diner onder leiding van Andries Knevel en met medewerking van emiritus hoogleraar Anne van der Meiden. In de discussie werden onder meer de mogelijkheden voor samenwerking binnen de sector verkend, en werd met kritische zelfreflectie gesproken over professionalisering, transparantie, strategie en communicatie.

De tweede dag -- woensdag 19 juni -- zal in het teken staan van 'Vragen naar vermogen'. Maerten Verstegen, voorzitter van het ISF, de vertegenwoordiger van de lokaal wervende goede doelen zoals ziekenhuizen, scholen e.d., is gastheer van deze tweede dag. Hij zal de dag openen en het woord geven aan key note speaker Marc Wortmann, voorzitter van het NGF, die een lezing houdt onder de titel: 'Is het zaliger te geven, dan te ontvangen?'. Op basis van de discussie-uitkomsten van de eerste dag slaat Wortmann een brug naar het naar het thema van deze dag, namelijk 'Wat is de positie van een fondsenwerver in een moderne goede-doelenorganisatie?'.

De tweede key note speaker is Theo Schuyt, bijzonder hoogleraar filantropie aan de VU in Amsterdam. Hij geeft een wetenschappelijke beschouwing over de wijze waarop cultuurverschillen met betrekking tot fondsenwerving in een multiculturele samenleving kunnen worden overbrugd.

Civil Society, jaarcongres voor goede doelen en fondsenwerving (www.civilsociety.nl) wordt georganiseerd door Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN), Instituut voor Sponsoring en Fondsenwerving (ISF), het Nederlandse Genootschap van Fondsenwervers (NGF) en de VFI, brancheorgansatie voor goede doelen.