Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

en

De Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken Postbus 20018 2500 EA Den Haag

uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
Vis 02/4232
datum
20-06-2002

onderwerp
Verslag Visserijraad 11 juni 2002 te Luxemburg

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Op 11 juni 2002 is de Raad van visserijministers te Luxemburg bijeen geweest. De volgende onderwerpen zijn besproken.

datum
20-06-2002

kenmerk
Vis 02/4232

bijlage

1. Voorstellen met betrekking tot regulering diepzeevisbestanden (COM(2002)108 final, COM(2001)764 final).
De Raad heeft met een tegenstem van het Verenigd Koninkrijk en Portugal een politiek akkoord bereikt over het voorstel van de Europese Commissie inzake de toegestane vangsthoeveelheden. Als onderdeel van het voorzitterscompromis is eveneens over het voorstel ter regulering van de visserij-inspanning voor diepzeebestanden in hoofdlijnen overeenstemming bereikt. Om tot een definitief akkoord over dit laatste voorstel te komen zal het advies van het Europese Parlement nog moeten worden afgewacht. In het laatste Voorzitterschapcompromis is tegemoet gekomen aan mijn wens om een groter aantal diepzeevisbestanden, waaronder de zilversmelt, te reguleren. Hoewel mijn voorkeur nog steeds uitging naar de oorspronkelijke Commissievoorstellen, heb ik , evenals Commissaris Fischler, steun gegeven aan het compromis. In het licht van een verantwoord visstandbeheer achtte ik verder uitstel van beheersmaatregelen voor diepzeevisbestanden niet wenselijk. 2. Voorstel met betrekking tot herstel van kabeljauw en heek bestanden (COM(2001) 724 def)
De Raad heeft op basis van een door het Voorzitterschap opgestelde vragenlijst een oriënterend debat gevoerd over de voorstellen inzake structurele maatregelen voor heek en kabeljauw. Brede steun bestond er voor een meerjarige TAC strategie. Tegen de voorstellen met betrekking tot regulering van de visserij-inspanning bestond bij een aantal lidstaten grote bezwaren. De voorgestelde verscherpte controlesystematiek en uitbreiding van satellietcontrole ontmoette bijval.
Mijnerzijds is steun uitgesproken voor de Commissiebenadering inzake visserij-inspanning. Ik heb daarbij wel aangegeven dat de betrokken vloten op proportionele wijze moeten bijdragen aan het bestandsherstel. Ik heb voorts gewezen op het belang van moderniseringssteun, gericht op bevordering van selectiviteit en duurzaamheid, te handhaven. Ten aanzien van het controle onderdeel van het Commissievoorstel heb ik erop gewezen dat deze problematiek bij de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid diepgaander besproken moet worden. Commissaris Fischler benadrukte in zijn interventie dat in Nederland met de regulering van de visserij-inspanning positieve ervaringen zijn opgedaan.
De behandeling van het Commissievoorstel zal in Raadskader worden voortgezet.
3. Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid Commissaris Fischler heeft de Raad het eerste pakket hervormingsvoorstellen gepresenteerd. Hij verwees daarbij naar de uitvoerige discussies die in het kader van het Groenboek zijn gevoerd. Naar zijn oordeel bestaat er consensus over de noodzaak het GVB grondig te herzien in verband met de weinig rooskleurige situatie waarin een aantal visbestanden zich bevindt en met de overcapaciteit van de vloot. Hij nam wel nadrukkelijk afstand van berichtgeving in de media inzake het aantal vaartuigen dat zou moeten worden gesaneerd. De Commissaris gaf aan dat de veronderstelling onjuist is dat de Commissie een verplichte sanering aan de lidstaten oplegt.
De einddoelstelling van het Meer jarig Oriëntatie Programma IV (MOP IV), dat eind 2002 afloopt, bepaalt de maximale vlootomvang. De Commissie stelt in de herziening van het GVB nu enerzijds een entry/exit regime voor bij nieuwbouw (alleen nieuwbouw mogelijk als die gepaard gaat met inleveren van oude capaciteit). Anderzijds een vermindering van de maximale vlootomvang als die met publieke middelen is gesaneerd. Dit met de overeenkomende hoeveelheid gesaneerde capaciteit. Verder zal geen publieke steun voor nieuwbouw en modernisering mogen worden gegeven. Hij wees erop dat een actieprogramma voor sociaal begeleidende maatregelen wordt opgesteld en dat in dat kader voldoende middelen beschikbaar zullen worden gesteld. Tenslotte merkte hij op dat de Commissie geen centralisatie van de controle maar een betere nationale samenwerking en coördinatie beoogt.
De voorstellen werden door de Franse, Spaanse, Portugese, Italiaanse en Griekse delegaties zeer kritisch onthaald. Centraal in hun kritiek stond het afschaffen van de steun voor nieuwbouw en modernisering. Een aantal delegaties wees erop dat zij hun vloot de afgelopen jaren al behoorlijk hebben ingekrompen en dat de resterende vloot nu aan vervanging toe is. De aandacht voor sanering is in de voorstellen groot maar volstrekt onvoldoende voor de sociaal - economische gevolgen. Daarnaast werd het overdragen van bevoegdheden van Raad aan Commissie afgewezen. Een meer positieve beoordeling viel de voorstellen ten deel van de zijde van de Noordelijke lidstaten. Wel werd door deze lidstaten kritisch gereageerd op de voorgestelde overdracht van bevoegdheden van Raad naar Commissie.
Uit de eerste reacties van de lidstaten op de beperking van de visserij-inspanning kon nog niet worden opgemaakt of dit instrument in essentie gesteund wordt. De opstelling bij de structurele herstelplannen voor kabeljauw en heek doet vermoeden dat dit maar zeer ten dele het geval is.
Ik heb geïntervenieerd langs de lijnen zoals aangegeven in mijn brief van 4 juni jongstleden aan de Kamer. Ten aanzien van het vlootbeleid heb ik opgemerkt dat de Commissie de goede weg inslaat en afstapt van centrale sturing en het werken met einddoelstellingen. Verlaging van visserijdruk wordt in eerste instantie bereikt door de beperking van toegestane vangsthoeveelheden én de visserij-inspanning. Verlaging van vlootcapaciteit is derhalve een gevolg van een proces van vrijwillige sanering. Ik heb, naar aanleiding van de opmerkingen van Commissaris Fischler over de onjuiste beeldvorming inzake het vlootbeleid, het belang van een goede communicatie benadrukt. Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg op 6 juni jongstleden sluit ik hierbij in het deel van het financieel memorandum dat betrekking heeft op de globale berekeningen van de Europese Commissie inzake het aantal vaartuigen dat zich zou kunnen aanmelden voor sanering. Meer in het bijzonder heb ik opgemerkt dat naar mijn oordeel de relatieve stabiliteit (vaste verdeelsleutel van quota over lidstaten) moet worden gehandhaafd en heb ik zorgen uitgesproken over de mogelijk grotere visserijdruk op de Noordzee met ingang van 1 januari 2003. Ten aanzien van dit laatste punt heb ik de Commissie gevraagd actief te zoeken naar oplossingen. Tenslotte heb ik opgemerkt in de voorstellen van de Europese Commissie aandacht voor de sportvisserij te missen.
Commissaris Fischler concludeerde aan het slot van het debat dat niemand voor renationalisatie van het GVB heeft gepleit. Hij nam nogmaals afstand van het beeld dat de Commissie een saneringsverplichting oplegt. Het concept van het Meerjarig Oriëntatie Programma is verouderd en loopt op 1 januari 2003 ten einde. Maar dit ontslaat de lidstaten niet van de plicht te voldoen aan de in het kader van het MOP IV vastgelegde doelstellingen.
De Voorzitter sloot het debat af met de constatering dat de Raad niet kan instemmen met overdracht van bevoegdheden naar de Commissie.
4. Illegale, niet gerapporteerde en niet gereguleerde visserij De Raad heeft met unanimiteit de door het Voorzitterschap voorgestelde conclusies aanvaard.
5. Diversen
a. Informele bijeenkomst visserijdirecteuren (Lanzarote 9,10 en 11 mei 2002) De Raad heeft kennis genomen van het verslag van het Voorzitterschap.
b. Seminar inzake controle en handhaving (Madrid 21 en 22 mei 2002)
De Raad heeft kennis genomen van het verslag van het Voorzitterschap.
c. Situatie kabeljauwbestand Baltische Zee. De Zweedse Minister vestigde de aandacht op het zorgwekkende ICES advies over het kabeljauwbestand in de Baltische Zee. Zij drong aan op aanvullende maatregelen bovenop het lopende herstelprogramma. Commissaris Fischler wees op de noodzaak het huidige herstelplan goed uit te voeren en wees erop dat verdere maatregelen in het kader van de IBSCF (International Baltic Sea Fisheries Commission) moeten worden overwogen. d. Uitvoering Meerjarig Oriëntatie Programma IV Dit punt is geschrapt van de agenda.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber

Bijlage:
Deel van het financieel memorandum
(Niet in elektronische vorm beschikbaar)


---