Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 24 juni 2002 Auteur Pieter de Gooijer

Kenmerk DIE/315/2002 Telefoon +31.70.348.6132
Blad /1 Fax +31.70.348.4086

Bijlage(n) 1 E-mail pieter-de.gooijer@minbuza.nl
Betreft Verslag van de Europese Raad Sevilla, 21-22 juni 2002 C.c.
Zeer Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de daarover bestaande afspraken zend ik U hierbij het verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad die op 21 en 22 juni 2002 in Sevilla plaats vond, alsmede de conclusies van het Voorzitterschap en de daarbij horende bijlagen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad

in Sevilla, 21-22 juni 2002

De bijeenkomst van de Europese Raad die op 21 en 22 juni 2002 in Sevilla plaatsvond, heeft een belangrijke nieuwe impuls gegeven aan het streven naar een Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zoals drie jaar geleden in Tampere overeengekomen. Voorts heeft de Europese Raad overeenstemming bereikt over hervormingen van de eigen werkwijze en van de Raad. Op basis van de overeenstemming die aan de vooravond door de Ecofin Raad werd bereikt, stemde de Europese Raad in met de Globale Richtsnoeren voor het Economisch Beleid (GREB). De Europese Raad besprak een aantal buitenlandspolitieke kwesties en stelde verklaringen vast over India en Pakistan alsmede over het Midden-Oosten.

De resultaten van de bijeenkomst zijn neergelegd in bijgaande conclusies van het Voorzitterschap en de daaraan gehechte bijlagen (betreffende, achtereenvolgens: organisatie en werkzaamheden van de Europese Raad, structuur en werking van de Raad, Ierse en Europese Raadsverklaringen betreffende het Verdrag van Nice, bijdrage van GBVB/EVDB aan terrorismebestrijding, Midden Oosten en India en Pakistan).

Zoals gebruikelijk, had de Europese Raad voorafgaand aan de beraadslagingen een ontmoeting met de Voorzitter van het Europese Parlement (EP), heer Pat Cox. In zijn bijdrage, waarvan de tekst eveneens bij dit verslag is gevoegd, besteedde hij aandacht aan de toetredingsonderhandelingen, die nu een cruciale fase in gaan. Voorts hernieuwde hij zijn voorstel voor een Partnerschap voor Hervorming, dat hij in maart in Barcelona aan de Europese Raad voorlegde. Ook vroeg hij aandacht voor de resultaten van een conferentie van parlementariërs uit de lidstaten en zuidelijke mediterrane landen, waarin nadruk werd gelegd op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beheer van migratiestromen en bestrijding van illegale immigratie, alsmede op de relatie tussen migratie en ontwikkelingssamenwerking.

Na afloop van de besprekingen op zaterdagochtend hadden de Staatshoofden en Regeringsleiders samen met de Ministers van Buitenlandse Zaken een werklunch met hun ambtgenoten uit de kandidaat-lidstaten tijdens welke zij hen informeerden over het in de Europese Raad besprokene en met hen de stand van zaken in het toetredingsproces doornamen.

Asiel en migratie

De Europese Raad besteedde een diepgaande gedachtewisseling aan de samenhangende vraagstukken van asiel en migratie. Uitgaand van het in Tampere aangenomen programma en voornemens de migratieproblematiek in de komende semesters prominent op de agenda te houden, werd vastgesteld dat gezamenlijk beheer van de migratiestromen moet worden gekenmerkt door evenwicht tussen beleid dat is gericht op integratie van legale immigranten, een asielbeleid dat internationale verplichtingen respecteert en door een krachtige aanpak van illegale immigratie en mensenhandel. Opvangcapaciteit, mogelijkheden die in de lidstaten bestaan voor integratie en een effectieve regeling van de terugkeer van afgewezen asielzoekers moeten daarin worden geïntegreerd.

Verwijzend naar het actieplan voor bestrijding van illegale mensenhandel, heeft de Europese Raad het nemen van een aantal maatregelen tot absolute prioriteit verheven: het opnieuw bezien van de visumplichtige derde landen, het opzetten van een visa informatiesysteem, de snelle totstandkoming van effectieve terug- en overname overeenkomsten, de aanvaarding van elementen van een repatriëringsprogramma en het vaststellen bij de eerstvolgende gelegenheid van een aantal kaderbesluiten over, onder meer, bestrijding van mensenhandel.

De Europese Raad heeft voorts aangedrongen op spoed in het vaststellen van maatregelen betreffende de versterking van het beheer van de buitengrenzen. Zo moeten nog dit jaar onder meer gezamenlijke operaties tot stand worden gebracht, en in de eerste helft van 2003 stappen worden gezet die samenwerking en de kwaliteit van nationale diensten voor grensbewaking bevorderen.

De Europese Raad heeft ruime aandacht gegeven aan de vraag wat te doen aan de diepere oorzaken van migratie. Intensivering van economische en ontwikkelingssamenwerking, handel en conflictpreventie zijn middelen die de oorzaak van migratie kunnen verminderen. In toekomstige contractuele samenwerkingsrelaties van de Unie of Gemeenschap moet tegen die achtergrond een clausule komen over gezamenlijk beheer van migratiestromen. Terug- en overname overeenkomsten die op korte en middellange termijn tot zichtbare resultaten leiden, zijn daar evenzeer noodzakelijk bij.

Over de vraag wat te doen wanneer landen van oorsprong of doorvoer te weinig meewerken aan het gezamenlijk beheersen van migratiestromen, en met name de vraag of instrumenten van ontwikkelingssamenwerking gebruikt mogen worden als stok achter de deur om die landen tot goede samenwerking aan te zetten, is afgesproken dat de eventuele vaststelling dat een land te kort schiet met eenparigheid van stemmen moet geschieden, waarna in het kader van het GBVB en op andere beleidsterreinen maatregelen kunnen worden genomen Deze maatregelen zullen wel zodanig van aard moeten zijn dat zij in overeenstemming zijn met het beleid van de Unie en met door de Unie aangegane verbintenissen en dat de doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking daardoor niet in het gedrang komen.

Tenslotte heeft de Europese Raad op bespoediging aangedrongen van de besluitvorming over wet- en regelgeving die is gericht op de totstandkoming van een gemeenschappelijk asiel- en immigratie beleid. Zo is de Raad met name verzocht nog dit jaar (2002) de Dublin II-verordening aan te nemen, voor medio 2003 overeenstemming te bereiken over normen voor verkrijgen van de vluchtelingstatus (alsmede inhoud van deze status) en voor eind 2003 gemeenschappelijke normen voor asielprocedures vast te stellen.

De Commissie is verzocht eind oktober te rapporteren over de toereikendheid van de beschikbare financiële middelen voor de diverse elementen waaruit het gemeenschappelijke beleid moet komen te bestaan en de Raad is door de Europese raad verzocht over één jaar te rapporteren over de voortgang die is geboekt ten aanzien van alle in Sevilla in het kader van het asiel- en migratiebeleid aan de orde gestelde onderwerpen.

Toekomst van de Unie; institutionele hervorming

Overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraak in Laken (december 2001), deed de Voorzitter van de Conventie, de heer Valerie Giscard d'Estaing verslag van de voortgang in de Conventie; de tekst van zijn verslag is bijgevoegd. Door de Europese Raad werd vastgesteld dat de Conventie nu, na een 'luisterfase', een meer inhoudelijke fase ingaat en dat de Conventie binnen de gestelde termijn kan komen tot haar slotdocument.

In Barcelona (maart 2002) besprak de Europese Raad een rapport van de Secretaris-Generaal van de Raad, tevens Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB (SG/HV) de heer Javier Solana, over mogelijke verbeteringen in de organisatie en werkwijze van de Europese Raad en de Raad. Mede op basis van de sindsdien aangereikte gedachten van de lidstaten, heeft het Voorzitterschap de Europese Raad in Sevilla twee documenten voorgelegd (betreffende de ER, respectievelijk de Raad) waarin concrete en specifieke maatregelen werden voorgesteld. Deze voorstellen hebben geleid tot aanvaarding van een aantal maatregelen die zonder verdragswijziging kunnen worden ingevoerd, waaronder reductie van het aantal Raadsformaties tot negen. Deze maatregelen zijn terug te vinden in de hiervoor genoemde bijlagen bij de conclusies van het Voorzitterschap.

Nederland steunt de doelstelling die met deze maatregelen wordt nagestreefd, te weten de bevordering van een verhoging van de efficiëntie en effectiviteit van het functioneren van ER en Raad. Tegelijk is duidelijk gebleken dat verder reikende maatregelen die verdragswijziging zouden vergen, binnen de Conventie bestudeerd en besproken dienen te worden. Wel besloot de Europese Raad zelf in Kopenhagen (december 2002) verder te spreken over het Voorzitterschap, daarbij aantekenend dat eventuele overeen te komen aanpassingen niet mogen tornen aan het beginsel van gelijkheid van lidstaten. Voorts zal de Raad bestuderen welke maatregelen eventueel in het licht van de aanstaande uitbreiding genomen dienen te worden betreffende het talenregime.

De Nederlandse doelstellingen te voorkomen dat in Sevilla beginselbeslissingen genomen zouden worden over invoering van besluitvorming/stemming in de Europese Raad bij gekwalificeerde meerderheid, of over vervanging van het roulerend Voorzitterschap door gekozen Voorzitterschappen respectievelijk team-voorzitterschappen, zijn beide bereikt.

Nederland heeft zich in de afgelopen periode met name ingezet voor twee elementen binnen de discussie over reductie van het aantal Raadsformaties. Nederland is reeds langer voorstander van de vorming van een Concurrentievermogensraad en Nederland heeft zich steeds verzet tegen het voornemen de Algemene Raad te splitsen. Ook deze twee doelen zijn in Sevilla bereikt. De Concurrentievermogensraad wordt gevormd door de Raden voor de Interne Markt, Industrie en Onderzoek samen te voegen, terwijl de Algemene Raad als één raadsformatie blijft bestaan. Wel is besloten dat de Algemene Raad wordt omgedoopt tot Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen; deze Raad zal ook EVDB en Ontwikkelingssamenwerking tot zijn werkterrein hebben. In deze Raad zullen voortaan de horizontale en de externe agendaonderwerpen duidelijk gescheiden (met eventueel afzonderlijke zittingen) behandeld worden. Doordat elke Lidstaat zelf beslist welke bewindsperso(o)n(en) de Raad bijwoont, en doordat de Raad als zodanig één formatie blijft, kan de noodzakelijke coherentie en coördinatie, waar Nederland zich sterk voor maakte, worden gewaarborgd.

Nederland heeft het voornemen van de Ierse regering om in het najaar een nieuw referendum over het Verdrag van Nice te organiseren, gesteund. Met het oog daarop is ook ingestemd met de verklaring van de Europese Raad, waarin nota werd genomen van de nationale verklaring van Ierland, waarin wordt bevestigd dat het Verdrag van Nice het Ierse militaire neutraliteitsbeleid onverlet laat.

Uitbreiding

De overeenstemming die de Algemene Raad op 17 juni bereikte over de formulering betreffende al dan niet toekenning van directe inkomenssteun aan boeren in de nieuwe lidstaten en de daarover overeen te komen overgangsregeling maakte het mogelijk vast te stellen dat de Unie het tijdpad voor de toetredingsonderhandelingen ook tijdens het Spaanse Voorzitterschap heeft weten vast te houden. Het ook door Nederland onderstreepte belang van effectieve implementatie van het acquis (onder meer op terreinen die van belang voor de voedselveiligheid) en verbetering van de administratieve en justitiele capaciteit door en in de kandidaat-lidstaten, is duidelijk bevestigd.

Besloten is dat de Raad begin november het gehele financiële pakket (inclusief de kwestie van inkomenssteun) gereed moet hebben voor presentatie aan de kandidaat-lidstaten. Mede in dat licht is de Europese Raad voornemens in het najaar te beslissen met welke individuele kandidaat-lidstaten de onderhandelingen zullen kunnen worden afgerond; wanneer de huidige voortgang in de onderhandelingen èn de voortgang in de hervormingen in de betreffende kandidaat-lidstaten wordt voortgezet, is de Europese Raad van mening dat alsdan met tien van de twaalf in onderhandeling zijnde kandidaat-lidstaten de onderhandelingen moeten kunnen worden afgerond. Dat individueel, van land tot land, moet worden beoordeeld of en wanneer de kandidaat-lidstaten gereed zijn, is door Nederland opnieuw nadrukkelijk naar voren gebracht en bevestigd door de Europese Raad. Het toetredingsverdrag zou in dat licht in het voorjaar getekend moeten kunnen worden; overigens is andermaal bevestigd dat de in Nederland levende wens te komen tot afzonderlijke verdragen op onoverkomelijke bezwaren stuit bij de Commissie en de andere lidstaten.

Voor Bulgarije en Roemenie, met welke landen eind 2002 de onderhandelingen zeker niet zullen kunnen worden afgerond, moet door de Europese Raad van Kopenhagen een nieuw tijdpad, met een versterkte pre-accessiestrategie worden vastgesteld.

Betreffende de toetreding van Cyprus zijn de conclusies van de Europese Raad van Helsinki herbevestigd. Teneinde een duidelijk positief signaal te geven naar de leiders die betrokken zijn bij de besprekingen onder auspiciën van de Verenigde Naties, stelde de Europese Raad vast dat met de voorwaarden van een regeling van het Cypriotische probleem rekening zal worden gehouden in het toetredingsverdrag en dat, wanneer eenmaal tussen de partijen een regeling zal zijn overeengekomen, een forse financiële bijdrage verwachtbaar is voor ontwikkeling van het noordelijk deel van het eiland.

Jegens Turkije sprak de Europese Raad steun uit voor voortzetting van de hervormingen en indiceerde hij dat de Europese Raad van Kopenhagen mogelijke nieuwe besluiten kan nemen over de volgende fase van Turkije's kandidatuur.

Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling

De Europese Raad heeft de inzet van de Unie, zoals overeengekomen door de Raad, bevestigd en benadrukt dat de Unie zich voorafgaand aan, en in Johannesburg zal inzetten voor het welslagen van de top. Hij bevestigde dat een akkoord moet worden bereikt op basis van hetgeen in Doha en Monterrey eerder al is bereikt.

Groei en concurrentievermogen

Aan de vooravond van de Europese Raad bereikte de Ecofin Raad overeenstemming over de Globale Richtsnoeren voor het Economsich Beleid (GREB). In dat licht kon de Europese Raad er mee volstaan de GREB en het belang van het stabiliteits- en groeipact nadrukkelijk te onderschrijven. Geconstateerd werd dat een eind is gekomen aan de vertraging van de economische groei, in welk licht de lidstaten werden opgeroepen de ruimte die het groeiherstel biedt te benutten voor verdere sanering van de overheidsfinancien.

Over de invoering van de energiebelasting kon door de Ecofin Raad nog geen overeenstemming worden bereikt. De Europese Raad bevestigde evenwel in dat licht de daarover gemaakte afspraken van Barcelona.

In vervolg op de voorjaarsbijeenkomst van Barcelona heeft de Europese Raad voorts de Raad (en, in voorkomend geval, het Europees Parlement) verzocht met spoed een aantal besluiten te nemen, waar onder de toepassingsbesluiten van het 6 Kaderprogramma voor onderzoek, openstelling van de gas- en electriciteitsmarkt, Trans-Europese netwerken en het tot stand brengen van het gemeenschappelijke luchtruim.

Externe betrekkingen

De Ministers van Buitenlandse Zaken hadden een intensieve gedachtewisseling over het Midden-Oosten. Met de aanhoudende terroristische aanslagen tegen de Israëlische bevolking en, als reactie daarop, geleidelijke herbezetting van Palestijnse gebieden door het Israëlische leger is de situatie op een kritiek punt aanbeland. Een versterkte betrokkenheid van de internationale gemeenschap is nodig om onderhandelingen op gang te brengen over een politieke oplossing van het conflict. Daarom wordt aangedrongen op het spoedig bijeenroepen van een internationale conferentie. Zo´n conferentie zou politieke, veiligheids- en economische aspecten in onderlinge samenhang moeten bespreken. Het eindresultaat moet een twee-staten-oplossing zijn, met veilige en erkende grenzen en met normale betrekkingen tussen buurlanden. In dat kader moeten regelingen voor Jeruzalem en voor het vluchtelingenprobleem getroffen worden. De hervorming van de Palestijnse Autoriteit is eveneens van essentieel belang.

Over de toestand in het Midden-Oosten werd een aparte verklaring van de Europese Raad aangenomen. Daarin is ook de voortgezette bereidheid opgenomen van de Europese Unie een bijdrage te leveren, ook aan wederopbouw en regionale ontwikkeling.

Bij haar pogingen om vrede in de regio te bevorderen, zal de EU nauw samenwerken met partners, in het bijzonder met de Verenigde Staten.

Ook over de problemen tussen India en Pakistan heeft de Europese Raad een verklaring aangenomen. Ondanks gunstige ontwikkelingen in de afgelopen weken, is sprake van voortdurende spanning in de regio. De Europese Raad roept Pakistan op een einde te maken aan de infiltraties. In dit verband zouden beide landen een gezamenlijk controlesysteem moeten opzetten. De Europese Raad roept beide partijen op toe te treden tot het Non-Proliferatie Verdrag en tot de ´Comprehensive Test Ban Treaty´.

De Europese Raad is er helaas niet in geslaagd om een politiek besluit te nemen over permanente regelingen tussen de EU en de NAVO in verband met het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (´Berlijn Plus´). Inmiddels is wel enige beweging in standpunten gekomen; pogingen zullen worden voortgezet om deze kwestie in de komende tijd tot een oplossing te brengen. De Europese Raad bevestigde dat dergelijke permanente regelingen voorwaarde zijn voor een eventuele overname door de EU van de NAVO-operatie in Macedonië.

De Europese Raad heeft een verklaring aangenomen over de bijdrage van het GBVB en EVDB aan de bestrijding van het terrorisme. De verklaring geeft aan welke maatregelen inmiddels zijn genomen om het beleid beter op deze prioriteit toe te spitsen, met name langs de weg van politieke en contractuele betrekkingen met derde landen. Ook is een aantal gebieden aangegeven, waarbinnen de werkzaamheden moeten worden voortgezet, zoals met betrekking tot vroegtijdige waarschuwing, dreigingsanalyse en bescherming van uitgezonden troepen en van de burgerbevolking.


Kenmerk DIE

Blad /1

===