CBS

Gevoel van onveiligheid laatste kwartaal 2001 hoger

In 2001 voelde gemiddeld ruim 22 procent van de Nederlanders zich wel eens onveilig. Dit is hoger dan het jaar daarvoor. De stijging komt doordat in de laatste maanden van vorig jaar het gevoel van onveiligheid hoger is dan in de voorgaande maanden. Tot september gaf 21 procent van de mensen aan zich wel eens onveilig te voelen. In het laatste kwartaal, na de aanslagen in de Verenigde Staten in september, lag dit percentage op 25 procent. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Onveiligheidsgevoelens in verband met criminaliteit stabiel Hoewel het algemene gevoel van onveiligheid is toegenomen in 2001, zijn de onveiligheidsgevoelens in verband met criminaliteit tussen 2000 en 2001 nauwelijks veranderd. Zo lag bijvoorbeeld in beide jaren het percentage personen dat aangaf plekken of straten in de eigen wijk of buurt te kennen waar men 's avonds liever niet alleen zou komen op bijna 30 procent. Over een langere periode bezien zijn er wel veranderingen in de onveiligheidsgevoelens zichtbaar. Begin jaren negentig zou 52 procent van de bevolking niet gewoon de deur open doen als er 's avonds onverwacht aangebeld werd. In 2001 is dit gestegen naar 57 procent. Het percentage inwoners dat de kans op een inbraak groot acht is afgenomen, in overeenstemming met de daling in het percentage slachtoffers van inbraken. Negentien procent van de inwoners is wel eens bang alleen thuis. Begin jaren negentig was dit nog 24 procent.

Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit onveranderd Een kwart van de mensen van 15 jaar of ouder werd in 2001 slachtoffer van enige vorm van veel voorkomende criminaliteit. Dit komt overeen met 3,2 miljoen inwoners. Het slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit is al jaren stabiel. De meest voorkomende vormen zijn achtereenvolgens diefstal, vandalisme en geweld. In 2001 werd bijna zes procent van de inwoners van 15 jaar en ouder slachtoffer van mishandeling, bedreiging of seksueel geweld. De meest voorkomende vorm van geweld is bedreiging. Ruim drie procent van de bevolking kreeg hier in 2001 mee te maken.

Verdere daling diefstalslachtoffers
Het percentage slachtoffers van diefstal is al jaren licht dalend. In 2001 werd twaalf procent van de bevolking van 15 jaar en ouder slachtoffer van een diefstaldelict. In het begin van de jaren negentig lag dit percentage nog rond de veertien. Fietsdiefstal is de meest voorkomende vorm. Al jarenlang wordt van zo'n één op de twintig inwoners de fiets gestolen.

Technische toelichting
De gegevens over slachtofferschap van criminaliteit en onveiligheidsgevoelens zijn afkomstig uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het POLS is een steekproefonderzoek waarin jaarlijks aan circa 10 000 mensen wordt gevraagd naar slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit en naar gevoelens van onveiligheid. Personen die in instellingen en tehuizen wonen zijn in dit onderzoek niet opgenomen. Vanwege de onnauwkeurigheidsmarges bij de steekproefuitkomsten mogen alleen uit grote veranderingen en uit veranderingen die zich gedurende een langere periode aftekenen conclusies worden getrokken.

Informatie kunt u verkrijgen bij de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-125
24 juni 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken