VSNU



VSNU-Persbericht
Datum: 26 juni 2002

Kleine maar sterke positie wiskunde wordt bedreigd Al meer dan tien jaar hebben de universiteiten te kampen met een lage instroom van wiskundestudenten in vergelijking met onze buurlanden. We moeten snel onderzoeken hoe dit komt zodat we adequate maatregelen kunnen treffen. Tot die conclusie komt de visitatiecommissie onder leiding van prof. dr. J.H. van Lint die de kwaliteit en het effect van het wiskundeonderwijs onderzocht. Het rapport wordt op 25 juni aangeboden aan mr. E.M. d'Hondt, voorzitter van de VSNU.

Instroom
De afgelopen jaren is de instroom van wiskundestudenten gestaag gedaald van 427 studenten in 1989 tot 178 studenten in 2000. Het totaal aantal ingeschreven wiskundestudenten liep in diezelfde periode terug van 1753 naar 1025. Positieve beeldvorming over wiskunde bij scholieren blijkt van groot belang om de instroom te vergroten. Voor activiteiten die een belangrijke bijdrage leveren aan het wekken van belangstelling voor wiskunde zoals de Wiskunde Olympiade en de Europese Kangaroe Wedstrijd (40.000 Nederlandse deelnemende scholieren) moet de financiering gegarandeerd worden door de overheid, aldus de commissie.

Opleidingsdoel
De commissie ziet een duidelijk verschil tussen de technische en algemene universiteiten wat betreft de doelstelling en de eindtermen van de opleidingen. De keuze van de technische universiteiten om primair ingenieurs op te leiden voor het bedrijfsleven is goed geweest om evenwichtige en waardevolle opleidingen te ontwikkelen. De algemene universiteiten hinken teveel op twee gedachten: aan de ene kant brede onderzoekers opleiden, aan de andere kant toegepast wiskundigen afleveren voor het bedrijfsleven. De algemene universiteiten moeten volgens de commissie eens echt kiezen: "als ze er voor kiezen om voor het bedrijfsleven op te leiden, dan zullen ze ook moeten formuleren wat hun afgestudeerden moeten kunnen en ze zullen de bijpassende onderwijsactiviteiten moeten bedenken."

De arbeidsmarktperspectieven van de afgestudeerden zijn over het algemeen gunstig te noemen. De commissie heeft wel enige zorg uitgesproken over de beroepsmogelijkheden buiten de onderzoekswereld voor afgestudeerden van de algemene universiteiten.


---


VSNU