Gemeente Kesteren


Nieuws

Ir. A.P. Heidema rbc 26 jun 2002
Op 1 juli wordt ir. A.P. Heidema geïnstalleerd als burgemeester van de gemeente Kesteren. Een uitstekende aanleiding om eens nader met hem kennis te maken. Het werd een gesprek van ruim anderhalf uur met Han Helmink van het bureau communicatie en voorlichting op het zonnige terras van zijn woning in Zoetermeer.

De grootste verrassing bewaart de nieuwe burgemeester zeker niet voor het laatst. Binnen enkele weken na zijn installatie zal hij ook feitelijk inwoner van zijn nieuwe gemeente zijn. Een korte zoektocht rondde het gezin Heidema inmiddels af met de koop van een woning in het dorp Echteld.

Dat op en neer rijden is helemaal niets voor mij. Het zoeken van een woning had dan ook de eerste prioriteit toen het duidelijk was dat ik in Kesteren burgemeester zou worden. Gelukkig is onze woning in Zoetermeer inmiddels ook verkocht, zodat ik wat huisvesting betreft geen zorgen meer heb, opent Heidema.

In augustus zal hij met zijn vrouw en kinderen Martine (15), Pieter (13), Rianne (11) en Else (8) verhuizen, zodat zij voor het begin van het schooljaar in hun nieuwe woonomgeving gesetteld zijn. Het is voor ons allemaal een nieuwe start. Zeker voor de kinderen die te maken krijgen met een nieuwe school en nieuwe vrienden. Dan is de zomerperiode daar de meest geschikte tijd voor.

Heidema werd in Groningen geboren. Hij groeide als oudste van drie zoons op in Haren onder de rook van Groningen. In Groningen haalde hij ook zijn vwo-diploma. Eigenlijk wilde ik altijd al tuin- en landschapsarchitectuur gaan studeren. Een oom ontwierp tuinen en parken en dat leek me fantastisch. Na de middelbare school ben ik daarom naar Wageningen gegaan, maar in mijn tweede jaar bleek dat het niet echt klikte. Ik haalde nog wel mijn propedeuse, maar de studie op zich boeide me niet genoeg. Het was allemaal wat te abstract.

Een overstap naar cultuurtechniek binnen de Landbouwuniversiteit was het gevolg. Een prima beslissing, want daar kon ik mijn ei wel kwijt. Vooral de procesmatige kant van de herinrichting van landelijke gebieden sprak me aan. Zeker bij herinrichting van landbouwgronden gaat het vaak om menselijke emoties en om zakelijke beslissingen. De grote uitdaging is een traject tot een goed einde te brengen, waarbij iedereen na afloop min of meer tevreden is. Aan deze studie, die ik aanvulde met de onderdelen planologie, bestuurskunde en rechten, heb ik erg veel gehad.

In zijn studietijd leerde hij ook de Betuwe kennen. Hij vond een schitterende kamer in Randwijk, waar hij maar liefst vijf jaar woonde. In zijn laatste studiejaar trouwde hij en net voor zijn afstuderen werd dochter Martine geboren. De Betuwe is mij altijd dierbaar gebleven. Het was één van de redenen om naar Kesteren te solliciteren.

Het afronden van de studie betekende de start van een zoektocht naar werk. Het vervelende was dat juist op dat moment de Rijksdienst IJsselmeerpolders werd opgeheven. Op mijn terrein was opeens veel aanbod van over het algemeen ervaren mensen. Voor mij het sein om mijn blik te verruimen. Zonder enige specifieke kennis van zaken kwam ik als adjunct-secretaris terecht bij het productschap voor veevoeders. Het werd een leerzame periode met veel contacten op Europees niveau. Als afgestudeerd student denk je alles te zijn, alles aan te kunnen. Maar in de praktijk blijkt dat je gewoon helemaal opnieuw moet beginnen.

Het gezin Heidema was inmiddels verhuisd naar Zoetermeer, aangezien hij voor zijn werk dagelijks in Den Haag moest zijn. De kriebels naar het eigen ´vak` bleven echter. Met de fractie van het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) in provinciale staten van Zuid-Holland sprak ik over een eventueel adviseurschap. Op mijn terrein beschikte de fractie echter al over vier adviseurs. Om als vijfde wiel aan de wagen ook aan te haken leek me geen goed idee.

In zijn woonplaats Zoetermeer ging de voorzitter van het GPV echter wel gretig in op de vraag van Heidema. Hoewel ik in het begin erg aarzelend stond tegenover zijn verzoek om wat voor de gecombineerde fractie van SGP, GPV en RPF te gaan doen, maakte hij me toch zo enthousiast dat ik er in ben gestapt. Twee jaar als adviseur en vervolgens werd ik op 28-jarige leeftijd als raadslid gekozen in een tweemansfractie. Het was het begin van 12 jaar gemeentepolitiek in Zoetermeer. Inmiddels was Heidema ook van werkgever veranderd. Bij het ministerie van VROM kwam hij in het management terecht.

Na tien jaar overwoog hij overigens serieus om een punt achter de gemeentepolitiek te zetten. De doorslag om door te gaan was de vraag van de VVD-formateur of hij niets voelde voor een wethouderspost. Met VVD, PvdA en CDA klikte het prima. In de coalitie kon ik vaak een brugfunctie vervullen, zorgen voor een gezonde balans. En in de mij toevertrouwde portefeuilles kon ik mijn ideeën ten volle kwijt. Lekker de mouwen opstropen en de schouders er onder zetten.

Het versterken van de betrokkenheid van de burger bij het bestuur en wijkgerichte aanpak waren de twee hoofdthema´s waar Heidema mee te maken kreeg. Het beheer van het openbaar gebied en het wijkbeheer vergde veel tijd en inzet. Het ging om fysiek beheer, maar net zo belangrijk over sociaal beheer. Vanuit de wetgeving doorlopend zoeken naar maatwerk. Elke wijk in Zoetermeer kent, zoals overal in ons land, een eigen specifieke problematiek. Door voortdurend het contact te zoeken met de bewoners en hen te betrekken bij hun woonomgeving en over eventuele veranderingen daarin, werden passende oplossingen gevonden én gerealiseerd. Een belangrijke plaats was ingeruimd voor de eigen verantwoordelijkheden van de bewoners. Een eenzijdige gemeentelijke actie kan nooit het gewenste effect hebben. Daar waren en zijn altijd alle partijen voor nodig.

Naast het stedelijk en wijkbeheer had Heidema ook natuurbeheer, milieu, waterbeheer en kunst, cultuur en media in zijn portefeuille. Dat laatste was niet het meest logische onderdeel, maar wel een mooie uitdaging. Door regelmatig met mensen uit de praktijk om de tafel te zitten en vooral naar elkaar te luisteren zijn we tot prima actieplannen gekomen. Het betekende wel dat je wat vaker ´over je eigen schaduw` heen moest kijken. Zo werd onder Heidema´s verantwoordelijkheid een nieuw centrum voor alle kunstdisciplines tot stand gebracht. Een project van nationale betekenis, dat door de Koningin officieel werd geopend. Ook het bibliotheekwezen in Zoetermeer werd grondig aangepakt. Bezuinigingen waren aan de orde van de dag, maar alles werd veel te boekhoudkundig benaderd. We zijn begonnen met een inhoudelijke discussie. Dat leverde drie doelgroepen op die absoluut meer aandacht moesten krijgen, de jeugd, de minder redzame oudere en de minder redzame allochtoon. Vanuit die opzet zijn we aan het werk gegaan. Uiteindelijk is het een landelijk pilotproject geworden.

Ondanks het grote genoegen waarmee Heidema terugkijkt op zijn wethouderschap, besloot hij er dit jaar toch een punt achter te zetten. Het wethouderschap was de leukste baan die ik tot nu toe had. Het moment van stoppen heeft van alles te maken met het gegeven dat velen het nu jammer vonden dat ik stopte, terwijl je over een paar jaar maar moet afwachten of ze je niet wegkijken. Daarnaast wilde ik toch of weer een managementfunctie of doorgaan als bestuurder en dan als burgemeester.

Dat laatste was niet zo eenvoudig, omdat de burgemeestersposten waar de ChristenUnie een kans zou maken niet voor het oprapen liggen. Ook moest het een gemeente zijn, waar ik mijn energie in kwijt kon met de nodige uitdagingen. Kesteren voldeed geheel aan hetgeen ik voor ogen had. Ik zie mij in mijn nieuwe baan als een scharnierpunt tussen bevolking, raad, college, ambtelijke organisatie en bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Het lijkt wat op simultaan schaken, dus op veel verschillende borden. Kesteren is gebaat bij een praktische invulling, verschuilen achter allerlei theoretische modellen kan niet. Dat is ook absoluut niet mijn stijl.

Het gegeven dat Kesteren een fusiegemeente is, trekt Heidema bijzonder aan. Een heringedeelde gemeente is dynamisch. Van een papieren fusie moet een feitelijke eenheid worden gesmeed. Daarbij speelt het respecteren van elkaar een belangrijke rol. Graag draag ik mijn steentje bij om een hecht gemeentegevoel te creëren. Samen moet we de klus klaren. In zo´n (bestuurs)cultuur voel ik mij thuis.