Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Extra bijdrage voor Internationale Commissie Vermiste Personen

Minister Herfkens heeft een extra bijdrage van 1,1 miljoen euro beschikbaar gesteld aan de International Commission on Missing Persons. Eerder vroeg de ICMP donoren om additionele bijdragen van in totaal 2 miljoen dollar, om de dit jaar sterk gegroeide werklast aan te kunnen. De ICMP, een internationale non-gouvernementele organisatie, wil duidelijkheid verschaffen over het lot van slachtoffers en vermisten van de conflicten in het voormalig Joegoslavië. Hoewel het mandaat zich uitstrekt over het gehele voormalige Joegoslavië, is de Commissie voornamelijk actief in Bosnië-Herzegovina. De ICMP buigt zich met name over de identificatie van slachtoffers en vermisten uit Srebrenica. Sinds 1998 droeg Ontwikkelingssamenwerking al 6 miljoen euro bij aan de Commissie. Daarmee is Nederland na de Verenigde Staten de grootste donor.

Meteen na het uitbreken van de vijandelijkheden in Bosnië-Herzegovina in 1992 tot aan 1996 gaf Nederland omvangrijke nood- en wederopbouwhulp aan het voormalige Joegoslavië (ruim 200 miljoen euro), waarvan het leeuwendeel in Bosnië-Herzegovina terecht kwam. Tussen 1997 - het jaar waarin de hulp aan Bosnië-Herzegovina apart wordt geregistreerd - en 2001 werd ruim 385 miljoen euro geïnvesteerd in reconstructie, bevordering van terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, samenwerking via de Wereldbank en met de Verenigde Naties en in toenemende mate op goed bestuur, mensenrechten en vredesopbouw.

De hulp aan Srebrenica en nabestaanden maakt deel uit van bovengenoemd ontwikkelingsprogramma voor Bosnië-Herzegovina. Tussen 1995-2001 bedroeg de Srebrenica gerelateerde hulp ruim 26 miljoen euro. De hulp was vanaf 1995 gericht op de opvang van ontheemden uit Srebrenica in centra in andere delen van Bosnië, het leveren van psychosociale hulp voor slachtoffers en ontheemden, het bijdragen aan de identificatie van slachtoffers, het ondersteunen van lokale initiatieven (zoals het ondersteunen van verschillende activiteiten van de Vrouwen van Srebrenica), het ondersteunen van non-gouvernementele organisaties (zoals de werkgroep Nederland-Srebrenica) die werken met nabestaanden, het ondersteunen van inkomensgenererende activiteiten voor ontheemden uit Srebrenica en in beperkte mate de constructie van woningen voor ontheemden uit de stad Srebrenica en de omliggende dorpen. Voor 2002 bedraagt de specifiek aan Srebrenica gerelateerde hulp naar verwachting bijna 10 miljoen euro.