VIANED


PERSBERICHT

VIANED kan de mouwen opstropen

27 juni 2002

Met het goedkeuren van de statuten van haar vier regionale en twee sectieverenigingen heeft VIANED tijdens haar Ledenraadsvergadering op 22 juni de vormgeving van de gewenste verenigingsstructuur afgerond. De voormalige zes gewesten van de VAGWW en de vier regionale afdelingen van de NVWB zijn samengevoegd tot vier regionale verenigingen van VIANED. De voormalige afdeling Grondwerk van de NVWB is in de organisatiestructuur opgenomen als sectie Grondwerk van VIANED. Ook de voormalige sectie Waterbouw van de VAGWW is voortaan als sectie Waterbouw van VIANED actief. Door het besluit kan de grootste branchevereniging in de gww-sector landelijk, regionaal en sectoraal verder gaan werken aan alle onderdelen van haar Beleidsplan, waarvan de resultaten in 2005 geëvalueerd zullen worden. Dat er op tal van terreinen een hoop werk aan de winkel is voor VIANED bleek uit de woorden van haar voorzitter ir. J.C. Rothweiler.

Negatieve marktontwikkelingen
In tegenstelling tot recente publicaties van onder meer het EIB, waarin gesproken wordt over positieve ontwikkelingen in de gww-markt, liet de VIANED-voorzitter geheel andere geluiden horen. Gevoed door berichtgeving uit de eigen ledenkring constateerde hij dat de markt in alle soorten werken en in alle regio's teruggelopen is en duidelijk achter blijft bij de prognoses. Als mogelijke verklaringen noemde hij de verkiezingen, en dan met name de Gemeenteraadsverkiezingen en de gevolgen van het BTW-compensatiefonds.Rond elke Gemeenteraadsverkiezing is er een duidelijke dip te zien in het aanbod van werk vanwege het aftreden en aantreden van de beleidsbeslissers.

BTW-compensatiefonds
De inwerkingtreding van het BTW-compensatiefonds op 1 januari 2003 kan een andere reden zijn voor het terug lopen van de markt, zo concludeerde Rothweiler. Tal van leden melden dat opdrachtgevers hen laten weten dat zij werk, dat voor 2002 gepland stond en staat, uit willen stellen tot het fonds van kracht is. VIANED heeft deze situatie zien aankomen en de mogelijke gevolgen aangekaart bij de vaste Tweede Kamer commissie van Financiën en het ministerie van Financiën. Daar werd weinig gehoor gevonden omdat de mening heerste dat er weinig tot geen negatieve gevolgen verwacht werden. Op 22 juni is nog een spoed email naar de vaste Eerste Kamercommissie gestuurd met het verzoek om de inwerkingtreding alsnog met een half jaar te vervroegen. Dan kunnen mogelijk desastreuze gevolgen, in de vorm van faillissementen en ontslagen, voorkomen worden van een fonds waar VIANED op zich blij mee is, omdat het tot meer en sneller op de markt komende projecten kan leiden.

Winter WW
Al geruime tijd verkeert de sector door het uitblijven van de concrete richtlijnen van de Uitkering Werknemers Verzekering (UWV) in het onzekere over de aanspraak die gww-medewerkers kunnen maken op de winter WW in dit en komende jaren. De onrust onder de ondernemers en hun medewerkers is groot en groeiende, zo stelde de VIANED voorzitter. In een brief aan de UWV hebben de betrokken partijen, waaronder VIANED hun zorgen geuit dat de reeds in mei aangekondigde brief van het UWV nog steeds niet gepubliceerd is en dat er in hun ogen langzamerhand sprake is van onbehoorlijk bestuur. Los daarvan heeft VIANED laten weten dat het geen pas geeft dat de een overheidsmaatregel gww-medewerkers uit de WW weert terwijl diezelfde overheid door de ongelijkmatige spreiding van werk de veroorzaker is van het feit dat er al decennia in de dalperiodes veel te weinig werk is om iedereen verantwoord in dienst te houden. VIANED zal, aldus Rothweiler de druk op de UWV en andere betrokkenen opvoeren om inzicht te geven over de concreet te verwachten maatregelen en blijven vragen om een uitzonderingspositie voor de bedrijfstak. Parallel daaraan zullen de opdrachtgevers gewezen worden op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om de werken gelijkmatig door het jaar heen op de markt te brengen. De VIANED voorzitter wees erop dat bepaalde werkzaamheden bij slechte weersomstandigheden beter niet uitgevoerd kunnen worden maar dat de eventuele dalperiode in de winter, die daar het gevolg van kan zijn, maximaal van eind december tot 1 maart mag duren. Die tussenliggende periode willen de bedrijven opvangen met het door henzelf ontwikkelde Jaarmodel. Maar dat kan bedrijfseconomisch alleen als er vanaf 1 maart weer voldoende werk op de markt is gebracht.

Voor nadere informatie: VIANED: H. Dragt
06 - 53 17 2260