Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling Maatschappelijke Samenwerking Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 28 juni 2002 Auteur DSI/MY, Lex van der Burg
Kenmerk DSI/MY-250/2002 Telefoon 070 - 348 4020
Blad /3 Fax 070 - 348 4883

Bijlage(n) geen E-mail lex-vander.burg@minbuza.nl
Betreft Opzet Front Office

Zeer geachte Voorzitter,

In mijn brieven van 11 mei 2001 (Kamerstuk 27433, nr. 2) en 27 juni 2001 (Kamerstuk 27433, nr. 1) heb ik toegezegd u nader te informeren over de invulling van het Front Office. In deze brieven gaf ik aan dat naast het Medefinancieringsprogramma-breed en de Thematische Medefinanciering (TMF) ook een loket voor kleinschalige initiatieven zou worden overwogen. Ik heb de huidige MFO's en de NCDO gevraagd dit uit te werken. Op 3 juni jl. heb ik van de stuurgroep Front Office (MFO's en NCDO) een voorstel ontvangen.

Waar ging het om? Ik wilde een mogelijkheid bieden voor initiatieven van burgers die iets willen doen aan de ongelijkheid in de wereld. De MFO's en de NCDO hebben deze vraag breder getrokken en hebben mede hun rol en verantwoordelijkheid in dit voorstel vorm gegeven. Daarbij hebben ze ook andere spelers zoals COS Nederland en de TMF-organisaties betrokken. Zij hebben een plan voor laagdrempelige particuliere initiatieven ontworpen, waarvan het Front Office, zoals door mij bedoeld, een onderdeel is.

Het voorstel kan als volgt worden samengevat:

De medefinancieringsorganisaties hebben in hun subsidieaanvraag 2003 - 2006 een voorstel gedaan om laagdrempelige particuliere initiatieven in Nederland te stimuleren en zullen afhankelijk van de subsidietoekenning projectaanvragen op dit terrein behandelen en financieren.

Vertegenwoordigers van de MFO's, de NCDO, de Landelijke Vereniging van COSsen, Thematisch Medefinancieringsorganisaties en relevante ZMF-organisaties (zwarte, migranten en vluchtelingen organisaties) zullen het initiatief nemen om een Kenniscentrum Internationale Samenwerking (KIS) op te zetten. Het kenniscentrum krijgt de verantwoordelijkheid om een digitaal netwerk op te zetten, opdat het particuliere veld en het Nederlandse publiek inzicht krijgt welke Nederlandse ontwikkelingsorganisaties, welke maatschappelijke en particuliere initiatieven waar ter wereld ondersteunen (wie doet wat, waar en wanneer en wie is de contactpersoon). Eén van de doelstellingen is, dat dit inzicht een bijdrage kan leveren aan onderlinge samenwerking. Daarnaast is het voornemen dat het digitale kenniscentrum kan beschikken over de resultaten van 'best/good/new practices' en evaluaties van particuliere programma's en activiteiten.

De op te richten stichting Kenniscentrum Internationale Samenwerking zal in het najaar een subsidievoorstel bij mij indienen voor een proefperiode van twee jaar. Op basis van een evaluatie zal ik vervolgens bezien of een vervolgfinanciering zinvol is.

Ruimte bieden voor particulieren om aanvragen in te dienen, is op zich niet voldoende. Er zijn particulieren en organisaties die weliswaar een goed idee hebben, maar niet zo sterk zijn in de formulering ervan in concrete projectvoorstellen. Om die reden zullen de MFO's, de NCDO, een aantal regionale Centra voor Internationale Samenwerking (COSsen) en relevante Thematische Medefinancieringsorganisaties in het najaar een voorstel doen om een begeleidingsfaciliteit te bieden aan particulieren bij het formuleren en indienen van project aanvragen.

Voor wat betreft mijn oorspronkelijke idee voor een loket voor kleinschalige burgerinitiatieven, het FO waarover ik u in mijn brieven informeerde, gaat de NCDO vanaf 1 januari 2003 subsidieaanvragen (tot EUR 50.000,-) die bij mij worden ingediend, afhandelen. Hierbij teken ik aan dat de NCDO op dit moment ook de uitvoerder van het programma Kleine Plaatselijke Activiteiten is. Middels dit programma worden subsidies verstrekt om fondswervingsacties met maximaal EUR 50.000,- te verdubbelen. Ik zal in de komende tijd met de NCDO overleggen of deze twee subsidiefaciliteiten geïntegreerd kunnen worden. Zoals ik de Kamer toezegde tijdens het AO van 26 september 2001 zal ik in dit overleg ook de juridische status van het Front Office aan de orde stellen. Ik stel mij voor dat de NCDO hiervoor een publiekrechtelijke taak gaat uitvoeren, waarbij ik de NCDO zal mandateren namens mij kleinschalige subsidieaanvragen af te handelen. De NCDO zal binnen het kader van het mandaat verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Ik zal in het mandaat opnemen dat ik alleen in uitzonderlijke gevallen gebruik wil maken van mijn aanwijzingsbevoegdheid over het wel of niet toewijzen van subsidies. De uitwerking hiervan zal op 1 januari 2003 rond moeten zijn, zodat op die datum zowel het MFP-breed, als de TMF als het FO tegelijk in werking treden.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Eveline Herfkens


Kenmerk

Blad /1

===