CBS

Meer mannen, jongeren en hoger opgeleiden op het internet

Onder mannen, jongeren en hoger opgeleiden bevinden zich meer bezoekers van het internet dan onder vrouwen, ouderen en lager opgeleiden. Het internet wordt vooral gebruikt om te zoeken naar specifieke informatie; gekocht via het internet wordt er weinig. Slechts een minderheid van de bevolking is bang de ontwikkelingen op computergebied in de toekomst niet te kunnen bijbenen. Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van het CBS en het SCP.

Ongelijkheid op de elektronische snelweg
Bijna zes van de tien inwoners van Nederland vanaf 12 jaar bezoeken minimaal een maal per maand het internet. Tweederde van de mannen en bijna de helft van de vrouwen gaat maandelijks online. Onder jongeren tot 25 jaar zijn in verhouding tien keer zo veel internetgebruikers als onder 65-plussers. Van de personen met een hogere opleiding gaan ruim twee maal zo veel mensen het internet op als personen met een lagere opleiding.

Internet als informatiebron, maar niet als winkel
Het internet wordt voor privé-doeleinden vooral gebruikt om te zoeken naar specifieke informatie en om te e-mailen. Chatten is met name onder jongeren tussen de 12 en 18 jaar populair. Van hen 'chatten' bijna zes op de tien, van de 65-plussers daarentegen vrijwel niemand. Bijna een kwart van de mensen van 12 jaar en ouder heeft eind 2001 ooit voor privé-doeleinden iets via het internet gekocht of besteld. Als belangrijkste redenen om niet via het internet te kopen geven mensen aan dat ze daar geen behoefte aan hebben of dat ze er de voorkeur aan geven de producten in een winkel te kopen zodat ze die zelf kunnen zien. Vrees voor de veiligheid is voor 'slechts' één op de zeven mensen een reden om niet te kopen via het internet.

Ouderen banger voor digitale ontwikkelingen
Eén op de vijf personen van 15 jaar en ouder is bang om in de toekomst niet mee te kunnen komen door alle ontwikkelingen op het gebied van computers. Overigens geldt dit nauwelijks voor personen onder de 24 jaar. Des te sterker geldt dit voor 65-plussers, namelijk voor ruim een derde.

PC bezit en toegang tot het internet blijven flink toenemen In 2001 stonden bij driekwart van alle inwoners van Nederland een of meer personal computers in huis. Het computerbezit is tussen 1998 en 2001 toegenomen van 60 procent tot 74 procent. Het aantal personen dat thuis via een pc toegang heeft tot het internet is in die drie jaar meer dan verdrievoudigd, van 16 procent tot 56 procent. Deze cijfers zijn afkomstig van een onderzoek van het CBS, dat sinds 1998 wordt uitgevoerd. Toegang tot het internet is niet alleen mogelijk via een pc, maar ook via bijvoorbeeld de mobiele telefoon. Toch is de pc verreweg het belangrijkste middel om toegang te krijgen tot het internet. De gewone (analoge) telefoonlijn blijkt de meest populaire verbinding met de elektronische snelweg. Zes van de tien internetaansluitingen thuis liepen eind 2001 via deze lijn. Snellere verbindingen, zoals ISDN of kabel, zijn minder wijd verspreid.

Technische toelichting
Het pilotonderzoek ICT-gebruik 2001 is uitgevoerd in een samenwerkingsverband van het CBS en het SCP. Het is tot stand gekomen op verzoek van en medegefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) als onderdeel van het onderzoeksprogramma Maatschappij en de Elektronische Snelweg (MES).

Voor achtergrondinformatie en meer details over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mw. Miriam van Baal, tel. (045) 570 72 91.

Overige informatie kunt u verkrijgen bij de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-132
28 juni 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken