European Commission
IP/02/944
Brussel, 27 juni 2002
Commissie leidt inbreukprocedures in tegen zes landen in verband met
de richtlijn inzake het voeren van een gescheiden boekhouding
De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden
tegen zes landen van de Europese Unie omdat deze hebben nagelaten
wetgeving toe te passen die financiële doorzichtigheid verplicht stelt
in bedrijven die diensten van algemeen belang verlenen. De wetgeving
in kwestie bepaalt dat bedrijven die commerciële activiteiten
ontplooien en tegelijkertijd ook openbaredienstverplichtingen hebben
waarvoor zij overheidssteun ontvangen, een gescheiden boekhouding
moeten voeren. Een dergelijke scheiding is onder meer van belang voor
de omroepsector omdat de kosten van overheidsdiensten daardoor
doorzichtiger en meetbaarder worden, hetgeen de Commissie in staat
moet stellen zich uit te spreken over klachten van particuliere
TV-exploitanten.
In juli 2000 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een
belangrijke wijziging van de zogeheten doorzichtigheidsrichtlijn
(Richtlijn 2000/52/EG van de Commissie van 26 juli 2000 tot wijziging
van Richtlijn 80/723/EEG betreffende de doorzichtigheid in de
financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven). Deze
wijziging voert de verplichting van een gescheiden boekhouding in voor
bedrijven die actief zijn op terreinen die open staan voor
concurrentie en tegelijk ook werkzaam zijn op terreinen waarop zij
diensten van algemeen belang (openbaredienstverplichting) verlenen en
daarvoor een vergoeding van de overheid ontvangen.
Er werd besloten een dergelijke verplichting op te leggen omdat er
conflicten ontstonden tussen ondernemingen uit de particuliere sector
en overheidsbedrijven na de tijdens de afgelopen tien jaar
doorgevoerde liberalisering van markten waarop voordien een monopolie
bestond.
De lidstaten hadden een jaar de tijd, namelijk tot eind juli 2001, om
de richtlijn in hun nationale recht om te zetten.
Op 19 oktober 2001 heeft de Commissie alle nationale regeringen in de
EU aangeschreven om hen aan hun verplichtingen te herinneren en hun
tevens te verzoeken hun opmerkingen terzake mede te delen. Tot op
heden hebben Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Portugal en Zweden
echter nagelaten de Commissie in kennis te stellen van de aangenomen
bepalingen om aan de nieuwe eis te voldoen.
De Commissie heeft daarom besloten deze lidstaten overeenkomstig
artikel 226 van het EU-Verdrag een met redenen omkleed advies toe te
zenden waarin hun formeel wordt verzocht dat zij de op hen rustende
verplichtingen binnen de twee maanden nakomen. Indien dit advies niet
wordt opgevolgd, zal de Commissie geen andere keuze hebben dan de zaak
aanhangig te maken bij het Europees Hof van Justitie.
"Het voeren van een gescheiden boekhouding waaruit duidelijk blijkt welke kosten openbaredienstverplichtingen met zich meebrengen en hoe deze kosten worden gefinancierd, zal leiden tot evenwichtiger mededingingsverhoudingen in de sectoren die open staan voor concurrentie. Het zal de Commissie tevens in staat stellen reeds geruime tijd geleden ingediende klachten in de omroepsector te onderzoeken over het feit dat openbare omroepen meer overheidsmiddelen zouden ontvangen dan eigenlijk gewettigd is," aldus de heer Mario Monti, het Commissielid dat bevoegd is voor het concurrentiebeleid.
Achtergrond
De doorzichtigheidsrichtlijn is niet op specifieke sectoren gericht,
maar is van toepassing op bedrijven waarop
openbaredienstverplichtingen rusten en die daarvoor overheidssteun
ontvangen, en die tegelijkertijd ook commerciële activiteiten
ontplooien. De richtlijn voorziet in vrijstellingen voor a) sectoren
waarvoor reeds specifieke voorschriften gelden; b) ondernemingen met
een omzet van minder dan 40 miljoen EUR; c) diensten waarvan de
levering de handel tussen de lidstaten niet op merkbare wijze
ongunstig kan beïnvloeden; en d) compenserende betalingen voor het
vervullen van taken van algemeen belang, mits deze betalingen zijn
vastgesteld in het kader van een open en doorzichtige procedure. De
richtlijn heeft geen betrekking op de sector postdiensten, die onder
de Postrichtlijn valt, en evenmin op de spoorwegsector. Voor deze
beide sectoren bestaan er aparte regels, die eveneens een gescheiden
boekhouding voor de verschillende activiteiten voorschrijven.