Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Zeehondensterfte neemt sterk toe

5 juli 2002 -

Vanaf vandaag is het centrale meldnummer bij de Brandaris (0562-443100 of marifoon kanaal 4) operationeel. Voor vragen kan het publiek terecht op het gratis nummer van het ministerie: 0800-2233322 (werkdagen) of op de website: www.minlnv.nl. Ook zijn er flyers en posters voor het publiek neergelegd op strategische plaatsen, zoals veerboten. Het publiek wordt geadviseerd om op het land of in het water uit de buurt van aangespoelde zeehonden te blijven.

De gemeenten in het Waddengebied en de dierenartsen zijn officieel op de hoogte gesteld. Zij werken samen met vrijwilligers van de opvangcentra Pieterburen en EcoMare. Dierenartsen bekijken per zeehond of het dier een reële kans heeft om te overleven of niet. In dat laatste geval zullen zij de zeehond een spuitje geven. In het eerste geval wordt de zeehond overgebracht naar de opvangcentra. Daar wordt het dier gevaccineerd en verzorgd, zoals gebruikelijk is in de opvangcentra, en na genezing weer uitgezet in de Waddenzee. De gemeenten halen de aangespoelde dode zeehonden van de stranden.

Aan de infectie met het phocine distemper virus kunnen zeehonden overlijden, maar ook wordt het immuunsysteem aangetast. Dit maakt hen vatbaar voor andere infectieziekten, waaraan ze kunnen overlijden. Het virus wordt vooral overgedragen door hoesten en heeft een incubatietijd van ongeveer 10 - 14 dagen. Naar verwachting zal bij een epidemie hoogstens de helft van de 5000 zeehonden in de Nederlandse Waddenzee worden besmet. Hoewel de meeste van de besmette zeehonden zullen overlijden komt het voortbestaan van de populatie niet in gevaar.