ANBO


Persberichten

Utrecht, 05-07-2002

ANBO: 'Regeerakkoord teleurstellend en verontrustend'
De ANBO is zeer verontrust over de gevolgen van het Regeerakkoord voor de zwakkere groeperingen in onze samenleving. Met name oudere werklozen en 65-plussers met alleen AOW en een klein aanvullend pensioen, dreigen bij de uitvoering van dit beleid buiten de boot te vallen.
De ANBO plaatst bovendien grote vraagtekens bij de beperkingen in de pensioenopbouw, verdere fiscalisering van de AOW, het arbeidsmarktbeleid en het zorgverzekeringsstelsel. De kloof tussen de ondernemende mensen waar het Regeerakkoord over spreekt als de makers van de economie en die groepen die op basis van leeftijd en/of maatschappelijke situatie niet (meer)in de gelegenheid zijn hun economische situatie te verbeteren, wordt onoverbrugbaar. Het akkoord besteedt bovendien geen aandacht aan andere zaken die essen-tieel zijn voor ouderen: mobiliteit, huisvesting, leefbaarheid en voorzieningen en intensivering in de zorg.

Opbouw pensioenen
Het Regeerakkoord wil afschaffing van de basisaftrek lijfrente en wil het maximale opbouwpercentage bij eindloonregelingen terugbrengen van 2,0 naar 1,75 procent. Voor werknemers met een (pre-)pensioengat wordt het daarmee veel lastiger om dat pensioengat te dichten. In de nieuwe wet Inkomstenbelasting blijft weliswaar voor de meeste werkenden via lijfrente-aftrek een extra pensioenopbouw mogelijk, maar daaraan ligt een gecompliceerde berekening ten grondslag. Lang niet iedereen met een pensioengat zal daarom van deze mogelijkheid gebruik maken.

De ruimte voor flexibele, extra pensioenopbouw die nu in veel collectieve pensioenregelingen met eindloonregeling wordt geboden (zie PGGM), wordt beperkt door terugbrenging van het maximale opbouwpercentage tot 1,75 procent. De ANBO betreurt dit, aangezien juist deze regeling veel werknemers een eenvoudige, goedkope, zekere en flexibele oplossing biedt voor de reparatie van hun pensioengat, en de ruimte voor flexibilisering van de uittredingsleeftijd vergroot.

Arbeidsmarktbeleid
Het akkoord zet alles op alles om het aanbod van arbeid te vergroten door bestrij-ding van de armoedeval (afschaffing Onroerend Zaakbelasting (OZB), stroomlijning van de huursubsidie, afschaffen categoriaal minimabeleid en dergelijke). En door verhoging van de arbeidskorting bij gelijktijdige afschaffing van de werkgevers-subsidies voor mensen met lage inkomens en herintredende langdurig werklozen. Deze maatregelen dragen ertoe bij dat mensen met een zwakkere arbeidsmarkt-positie, waaronder ook veel ouderen, moeilijker aan het werk zullen komen.

De huidige regeling voor lagere afdrachten bij het in dienst nemen van langdurig werklozen, bevat een bepaling die het in dienst nemen van juist 50-plussers aantrekkelijker maakt. Met name de afschaffing hiervan zal dan ook tot ongewenst effect hebben dat voor werkloze 50-plussers de herintreding bemoeilijkt wordt. Werkloze ouderen hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Zij zullen te maken krijgen met: herinvoering van de sollicitatieplicht voor 57,5-plussers, de beperking van de vervolguitkering in de WW tot 1 jaar, en de korting van aanvul-lingen op de WW in het kader van sociale afvloeiingsplannen op de WW-uitkering.

Het beoogde nieuwe kabinet ontkent met deze maatregelen het bestaan van een kwetsbare groep (oudere) werknemers en werklozen, aldus de ANBO.

Verdere fiscalisering AOW
Het strategisch akkoord bevat diverse maatregelen die ertoe leiden dat 65-plussers steeds meer zullen bijdragen aan de financiering van de uitgaven in het kader van de AOW. De verhoging van de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de kinderkortingen komen deels ten laste van de AOW-kas, terwijl de opbrengst van de AOW-heffing toch al zal dalen door de verlaging van de premie in het kader van de invoering van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel.

Zorgverzekeringsstelsel
De invoering van een nieuw zorgverzekeringsstelsel gaat gepaard met diverse maatregelen om ongewenste inkomenseffecten te voorkomen. 65-Plussers die particulier verzekerd zijn (standaardpakketpolis) gaan minder ziektekostenpremie betalen. (van ca. euro 1600 nu,naar ca. euro 880,- met een eigen risico). Het voordeel wordt deels tenietgedaan door een andere samenstelling van het eerste en tweede loonheffingstarief. De AOW-premie (die zij niet betalen) gaat omlaag bij gelijktijdige verhoging van het belastingdeel (dat zij wel betalen). De loonheffing gaat dan ook omhoog voor 65-plussers met een inkomen in de eerste en tweede schijf. Het regeerakkoord geeft geen uitsluitsel over compensatie van deze verhoging voor de lagere inkomensgroepen. (Zie hierboven fiscalisering AOW).

Voor 65-plussers die nu ziekenfondsverzekerd zijn, lopen de effecten uiteen afhan-kelijk van hoogte en samenstelling van hun inkomen en het huishouden. Het percentage aan ziekenfondspremie dat nu wordt ingehouden op de AOW (7,95 procent in 2002, nog afgezien van de nominale premie) ligt waarschijnlijk boven het norm-percentage voor de ziektekostenuitgaven (5 procent?). Het bedrag dat de lagere inkomens feitelijk afdragen is echter lager dan de beoogde nominale premie. Compenserende maatregelen als afschaffing OZB en verhoging van heffingskortingen bieden deze laagste inkomensgroepen onder de 65-plussers te weinig/geen sou-laas. (Immers, zij kwamen al in aanmerking voor kwijtschelding en betalen al weinig belasting, waardoor zij soms de nu bestaande heffingskortingen al niet volledig kunnen benutten). Zij zijn straks helaas aangewezen op de zorgtoeslag. Dit heeft tot gevolg dat met name de laagste inkomensgroepen richting subsidiecircuit worden geduwd, met alle ongewenste risicos van dien: niet gebruik of onvoldoende gebruik, ingewikkelde regeling (zie ook niet gebruik bijzondere uitgaven in de belastingen).

En verder
zegt het akkoord niets over mobiliteit van ouderen - alles staat in teken van de automobiliteit -, huisvesting voor ouderen, zorgdiensten, leefbaarheid voor ouderen en dergelijke. Ook de voorziene intensiveringen in de zorg blijven ver achter bij wat met het oog op de vergrijzing noodzakelijk is. Met alle gevolgen van dien.