LEI

persbericht / nr. 1696

10-juli-2002

Internationale concurrentie vollegrondsgroente neemt toe

De Nederlandse vollegrondsgroentesector is sterk afhankelijk van export. De concurrentie op belangrijke exportmarkten neemt toe, evenals de invloed van grote retailorganisaties. Om hieraan het hoofd te bieden, zullen Nederlandse telers meer aandacht moeten besteden aan directe en duurzame relaties met grote retailers en aan de door hen gevraagde kwaliteitsgaranties. Ook moeten de telers meer voeling krijgen met consumptietrends en daarop inspelen met nieuwe producten. Om de kosten te beheersen is het belangrijk dat de Nederlandse regels op het gebied van gelegenheidsarbeid en gewasbescherming in de pas lopen met die in omringende landen. Dit concluderen het LEI en het PPO (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) in een onderzoek naar de internationale concurrentiepositie van de vollegrondsgroenteteelt. Het werd uitgevoerd in opdracht van het Productschap Tuinbouw en het Ministerie van LNV.

Drie uiteenlopende producten staan in het onderzoek model voor de vollegrondsgroentesector als geheel: witte kool, ijsbergsla en aardbei. Het onderzoek richt zich op de belangrijkste afzetlanden Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Nederland moet op die markten vooral concurreren met de telers in die landen zelf. De kostprijs van het Nederlandse product ligt relatief hoog doordat de arbeid hier duur is. Naast afstemming van de regels in Europees verband is een verdere technologische ontwikkeling nodig op het gebied van oogst en verwerking om de arbeidskosten in de hand te houden. Maar voor een goede concurrentiepositie moet vooral worden geïnvesteerd in een verkorting van de afzetketen, waardoor de wensen van consument en supermarkt direct bij de teler op tafel komen. Nederlandse producenten of producentenverenigingen zouden hiervoor aansluiting moeten zoeken bij hun Britse en Duitse collega's, omdat de buitenlandse supermarkten bij voorkeur zaken doen met een beperkt aantal grote leveranciers in eigen land. Een alternatief kan zijn om nauwere contacten op te bouwen met Nederlandse supermarktketens die internationaal opereren.

In ieder geval zal de Nederlandse groenteteler een duidelijke marktstrategie moeten kiezen, afhankelijk van de aard van zijn eigen bedrijf en de markt die hij wil bedienen. In het onderzoek worden verschillende strategieën uitgewerkt, waarbij bijvoorbeeld een kostprijsstrategie beter zal aansluiten op het prijsbewuste karakter van de Duitse markt en een marktfocusstrategie beter inspeelt op de behoefte aan kwaliteit en service van de Britse consument.
---

Internationale concurrentiepositie van de Nederlandse vollegrondsgroenteteelt. Bekijk het rapport: 2.02.10.