Vlaamse overheid

(opgepast: onder embargo tot 17.30 u.)

Toespraak van Patrick Dewael
Minister-president van de Vlaamse Regering

Waalse vrienden, laten we samenwerken voor meer zelfbestuur

Brussel
11 juli 2002

Beste Collega's,
Waarde excellenties,
Geachte Dames en Heren,

Vlaanderen Feest! beleeft vandaag zijn apotheose. Heel Vlaanderen kwam de voorbije dagen in beweging. Nooit in de geschiedenis van onze regio, hebben zoveel mensen voor dezelfde reden feest gevierd met hun buren, in hun straat of wijk. Zijn ze met de bus naar een optreden geweest in de nabijgelegen stad. Zijn ze gisterenavond een museum binnengelopen. Hebben ze samen gezongen, gedanst, geluisterd, gepraat of bewonderd. Heel Vlaanderen viert de Vlaamse feestdag. Vlaanderen heeft zich vandaag en de voorbije dagen laten kennen als een open, gastvrij en genereus volk dat graag leeft.

Ik ben iedereen erkentelijk die aan de organisatie van die bijna 2.000 evenementen in nagenoeg álle Vlaamse gemeenten heeft meegewerkt. Het is vooral dankzij hen dat de Vlaamse Feestdag voor het eerst in onze geschiedenis uitgegroeid is tot een waar volksfeest. De Vlaamse Feestdag moet de komende jaren een even groot volksfeest zijn als dit jaar. Een volksfeest, en bovendien een betaalde feestdag! De invoering van die betaalde feestdag moet tegen volgend jaar geregeld zijn.

Enkele weken geleden heb ik mijn 'Vlaams Manifest' gepubliceerd. Ik schreef daarin dat institutionele hervormingen van Vlaanderen geen paradijs zullen maken. De staatshervorming is een middel om een doel te bereiken, en niet het doel op zich. Een middel dat het mogelijk maakt om beter, gerichter of efficiënter te besturen. Maar daarmee is het doel nog niet bereikt.

Het doel dat een regering met haar beleid wil verwezenlijken, is van politieke aard. Het is het resultaat van een politiek en ideologisch debat. Dat debat levert politieke keuzen op. Het weegt de verschillende beleidsdoelen onderling af volgens de prioriteit die eraan wordt gehecht.

Het politiek debat in Vlaanderen, maakt volgens mij te weinig dit onderscheid. Het gaat nog te weinig over de politieke en ideologische keuzen en teveel over de structuren, instrumenten, bevoegdheden en methoden. Ik zeg niet dat die zaken onbelangrijk zijn. Maar we mogen niet vergeten dat ze in de eerste plaats moeten helpen om het politieke doel te realiseren. Niet minder, maar ook niet meer.

Maar om die politieke doelen efficiënt te kunnen verwezenlijken, moeten de deelstaten wel kunnen beschikken over meer homogene bevoegdheden. De doelstellingen die de deelstaatregeringen nastreven, moeten niet dezelfde te zijn. Zij moeten ook niet met dezelfde middelen worden nagestreefd.

Dat is net eigen aan het federalisme. En dat is ook helemaal normaal: de economische situatie van Wallonië is niet per definitie slechter of beter, maar vooral ánders dan die van Vlaanderen. De demografische evolutie verschilt. De cultuur is anders. Zelfs de fysische basiskenmerken van het land waarmee het beleid rekening moet houden, zijn in Wallonië fundamenteel anders dan in Vlaanderen. In tegenstelling tot Vlaanderen is Wallonië geen dichtbevolkte, dichtbebouwde regio die doorkliefd wordt door wegeninfrastructuur. Wallonië worstelt niet met een gebrek aan open ruimte en moet niet uiterst spaarzaam om te springen met de resterende natuur.

Om op die verschillende situaties te kunnen inspelen, hebben de deelstaten homogene en bijkomende instrumenten nodig. Zonder dat de ene deelstaat de andere, eventueel via het federale niveau, in zijn mogelijkheden en initiatieven beperkt.

Vlaanderen en Wallonië hebben elk hun grote doelstellingen voor de toekomst bepaald. Vlaanderen deed dit met het Pact van Vilvoorde. Wallonië met het Toekomstcontract. Beide deelstaten stippelden hierin uit welke doelen ze willen bereiken om te kunnen beantwoorden aan de uitdagingen van de toekomst. Zowel Vlaanderen als Wallonië hebben daarbij de plicht als goede overheid om die doelstellingen zo efficiënt mogelijk na te streven.

Daarom hebben we beiden meer autonomie nodig. Wij moeten als deelstaten daar samen voor zorgen. Het is onze gezamenlijke plicht om die institutionele hervormingen op de agenda te zetten en af te dwingen. Samen en van onderen uit. Dat is mijn oproep tot verdere staatshervorming.

Ik ben ervan overtuigd dat Wallonië misschien meer nog dan Vlaanderen hieruit voordelen kan putten. Het zou de Waalse economie bijvoorbeeld nog krachtiger kunnen aanzwengelen indien de Waalse overheid nog meer aangepaste maatregelen zou kunnen treffen.

Dames en heren,

De eerste Franstalige reacties op de publicatie van mijn Vlaams Manifest hebben me teleurgesteld. Wallonië is nog niet sterk genoeg om op eigen vleugels te vliegen, zeggen Franstalige politici me. Dat verklaart waarom het tijd moet winnen. Waarom het de Vlaamse wens moet afwijzen, om delen van de sociale zekerheid naar de deelstaten over te hevelen.

Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe heeft gisteren Vlaanderen geluk gewenst met zijn feestdag. In zijn boodschap beklemtoonde ook hij dat meer autonomie gepaard moet blijven gaan met solidariteit.

Op het eerste gezicht kan het inderdaad in het voordeel lijken van Wallonië om zich vast te klampen aan de genereuze solidariteit via een unitaire sociale zekerheid.
Dit eerste gezicht bedriegt: ook voor Wallonië is Europa het binnenland geworden. Het zou de Waalse economie ten goede komen indien de lonen en inkomens meer in verhouding staan tot de productiviteit. Door de concurrentiële omgeving in Europa en in een geglobaliseerde wereldeconomie is dit voor Wallonië eigenlijk van levensbelang.
Daarom Waalse vrienden, laten we samenwerken, voor meer zelfbestuur.

Pour mes amis wallons ici-présents, je souhaite répéter ce dernier point en français : il est dans l'intérêt de la Wallonie de travailler au redressement économique par des politiques sur mesure de chacun. Des politiques pour lesquelles la Wallonie manque en ce moment les instruments appropriés. Amis wallons, travaillons ensemble à la réalisation de cette autonomie.

Vlaanderen moet zich blijven opstellen als een loyale partner. Ik heb mijn Manifest geschreven vanuit een houding van wederzijds respect voor Wallonië. Ik blijf bereid tot grote solidariteit met Wallonië, wanneer die doorzichtig wordt en tot zelfredzaamheid leidt.

Vandaar mijn aanbod aan Wallonië: laat ons als volwassen en autonome deelstaten onderhandelen over de instrumenten die ons toelaten een sociaal en economisch beleid op eigen maat en naar eigen inzicht te voeren. Ik ben bereid om de Vlamingen ervan te overtuigen solidair te blijven, wanneer we erin slagen die solidariteit doorzichtig te maken en ervoor te zorgen dat ze de zelfredzaamheid stimuleert.
Waalse vrienden, laat ons samenwerken voor zo'n verantwoordelijke en verantwoorde solidariteit.

Ik geloof niet dat de overheveling van delen van de sociale zekerheid naar de deelstaten hoeft te leiden tot het einde van België. Ik ben geen separatist. Ik hou van Vlaanderen. Maar ik hou ook van België. De Vlamingen hebben in België een lange en gelukkig vreedzame strijd gevoerd voor meer erkenning, voor meer respect, voor rechten en vrijheden. De Vlamingen zijn vandaag een ontvoogd en geëmancipeerd volk met een ruime zelfstandigheid.

Een belangrijke en bijkomende reden waarom we België moeten behouden, is Brussel. De Vlaamse hoofdstad is een cruciale toegangspoort van Vlaanderen naar Europa. Maar Brussel biedt als Europese hoofdstad ook de wereld een venster aan op Vlaanderen. Vlaanderen mag dit laboratorium van minderheden niet verliezen in een separatistisch avontuur.

Dat een onafhankelijk Vlaanderen Brussel kan behouden is een hedendaagse mythe die in stand wordt gehouden door Vlaamse separatisten die niet in Brussel wonen of leven. Ik wil ze doorprikken. Want die mythe belet Vlaanderen om zich verder te ontwikkelen als deelstaat.

Die mythe gaat uit van een verkeerd beeld van Brussel. Van een contraproductief en negatief beeld. Het beeld dat Brussel geen stad is om van te houden. Dat het geen stad is waar je je als Vlaming thuis kunt voelen. Dat Brussel een anti-Vlaams gebied is waar je constant op je strepen moet staan om je rechtmatige rechten en posities als Vlaming te verdedigen.

Vlaanderen heeft nood aan een nieuw en correcter beeld van Brussel. Aan samenwerking, erkenning en wederzijds respect. Voor Vlaanderen is zo'n constructieve samenwerking een noodzaak. En ook voor Brussel is een constructieve samenwerking een noodzaak. Vlaanderen mag zijn poort op de wereld niet verliezen.
Daarom: beste Brusselse vrienden, laat ons samenwerken.

Vanuit Vlaanderen vergt deze houding een nieuwe mentaliteit. De recente communautaire akkoorden scheppen hiervoor de ruimte. Ze hebben de Vlamingen in Brussel een gegarandeerde vertegenwoordiging gegeven in de hoofdstedelijke raad en een sterke armslag in de uitvoering van het lokaal beleid.

Het Vlaams én het Brussels beleid op het grondgebied van het hoofdstedelijk gewest moeten het wonen en leven in de stad aangenamer maken, aantrekkelijker. Zo zullen meer jonge Vlaamse gezinnen zich in deze boeiende stad komen vestigen. Het aangepast fiscaal beleid dat het Brussels gewest voert, volgt dat goede spoor. Dit fiscaal gewestbeleid betekent een belangrijke meerwaarde voor het gemeenschapsbeleid dat Vlaanderen al jarenlang voert in Brussel. Ik denk bijvoorbeeld aan het uitstekend Nederlandstalig onderwijs in de hoofdstad, aan de campagne 'Wonen in Brussel' of aan het bruisende Nederlandstalige cultuurleven in deze stad. Allemaal troeven om jonge gezinnen aan te trekken.

De komst van Brussels minister Guy Vanhengel naar de Vlaamse Regering maakt de verbondenheid tussen Brussel en Vlaanderen nog sterker. Het verheugt me dat François- Xavier de Donnea, de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat eveneens inziet en naar waarde schat.

Met een nieuwe mentaliteit tegenover Brussel, moet Vlaanderen ook meer van zijn hoofdstad gaan houden. Het volstaat niet een stad te decreteren als hoofdstad. Zoals de Fransen van Parijs houden en de Engelsen van Londen, moeten de Vlamingen ook van Brussel leren houden. Er een positieve emotionele band mee opbouwen.

De traditionele Brusseldag van de Gezinsbond is bijvoorbeeld een prachtig initiatief. En ook de Vlaamse overheid slaagt erin tienduizenden Vlamingen op de Vlaanderendag kennis te laten maken met de Vlaamse instellingen en diensten in Brussel. De Vlaamse overheid houdt ook aan die traditie vast. Volgend jaar op 27 april zet de Vlaamse overheid weer haar deuren open.

Zo'n Vlaamse houding tegenover Brussel zal meer en meer niet-Nederlandstaligen uit Brussel ertoe aanzetten de Vlamingen te erkennen en respecteren. Die evolutie is trouwens al aan de gang. Het verheugt me dat voor het eerst achttien van de negentien Brusselse gemeentebesturen hun medewerking hebben verleend aan een 11 juli-viering.

Dames en heren,

Europa is ons binnenland geworden. Het werd een continent zonder binnengrenzen. Met een vrij verkeer van personen en goederen. Met in twaalf landen dezelfde munt. Europa grijpt meer en meer in ons leven in. Europa wordt het ijkpunt voor de welvaart en het welzijn van de mensen in onze regio's. En dat nieuwe thuisland staat aan de vooravond van alweer een historische ontwikkeling zonder weerga: de uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europese landen.
Het Europese schaakbord waarop wij Vlamingen, Walen en Brusselaars leven, werken en genieten, heeft een werelddimensie aangenomen. Beslissingen met reusachtige gevolgen worden genomen met de snelheid van een muisklik. De deelstaten van België moeten in dat nieuwe binnenland beter hun belangen en hun regionale verscheidenheid kunnen verdedigen. Ze moeten er met sterkere middelen en met efficiëntere methoden hun doelstellingen kunnen nastreven. Dat geldt voor alle deelstaten, niet alleen voor Vlaanderen. Daarom reik ik namens Vlaanderen op deze bijzondere feestdag de hand aan Wallonië en Brussel. Vlaanderen wil samenwerken. Voor meer zelfredzaamheid. Voor meer zelfbestuur. Voor meer vrijheid en ruimte in Europa.
Ik dank u.

(Voor meer inlichtingen: Bart Tommelein, woordvoerder van minister-president Patrick Dewael, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, tel. 02/553.29.11)


---