Inspectie voor de Gezondheidszorg


vrijdag 12 juli 2002

IGZ: BEREIK INTEGRALE VROEGHULP MOET WORDEN VERGROOT

Er moet een landelijk dekkend netwerk voor Integrale Vroeghulp voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis komen. Uit gesprekken met ouders van deze kinderen blijkt dat hier behoefte aan bestaat. Dit schrijft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in het onderzoeksrapport "Op de voet gevolgd" dat vandaag uitkomt.

Dit onderzoek had als doel inzicht te krijgen in de kwaliteit van de keten van zorg voor het jonge kind met een ontwikkelingsachterstand. Integrale Vroeghulp is een vorm van ketenzorg voor kinderen van 0-4 jaar met een achterstand in hun motorische en/of verstandelijke ontwikkeling. Hierbij wordt de zorg voor deze kinderen - van zorgvraag tot zorgverlening - als een geheel beschouwd en werken de aanbieders van zorg (instellingen en beroepsbeoefenaren) met elkaar samen. Kinderen met een achterstand in hun motorische of verstandelijke ontwikkeling zijn kwetsbaar. Daarom is tijdige onderkenning, diagnostiek en interventie door verschillende instanties en beroepsbeoefenaren in de keten van zorg voor deze kinderen van belang.

De ontwikkeling van de Integrale Vroeghulp is in de verschillende regio"s nog maar kort op gang gekomen. De aard, ernst en omvang van de problematiek vereist een verdere versterking van deze vorm van hulpverlening. Uit het onderzoek blijkt dat heldere indicatiecriteria voor Integrale Vroeghulp ontbreken. Ook blijkt de toegankelijkheid van gespecialiseerde hulpverlening niet goed te zijn door onnodig tijdverlies tussen eerste signalering en de uiteindelijke indicatiestelling. Verder moet er meer duidelijkheid komen over de zorginhoudelijke onderbouwing van een integrale benadering van jonge kinderen met een motorische en/of verstandelijke achterstand; onderzoek en ontwikkeling op dit gebied is nodig. Daarnaast blijkt dat voor kinderen met meervoudige beperkingen een integrale aanpak zoals van Integrale Vroeghulp voor een langere periode dan de leeftijd van vier jaar wenselijk is. Tot slot is duidelijk geworden dat een actieve voorlichting over Integrale Vroeghulp noodzakelijk is om het bereik ervan te vergroten. De voorlichting moet zowel zorgaanbieders, specialisten, huisartsen en vrijgevestigden als reguliere opvang zoals peuterspeelzalen, crèches, kinderdagverblijven en onderwijs bereiken.