Gemeente Amersfoort

Amersfoort blijft gekant tegen baggerberging

datum: 12 juli 2002

Het college van B en W heeft namens de gemeenteraad in een brief aan Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht laten weten dat zij niet wil meewerken aan de planologische inpassing van een baggerberging in het gebied Zevenhuizen. Donderdag 11 juli is na een ingelaste collegevergadering de brief met deze inhoud en de argumenten daarvoor aan GS vastgesteld en verstuurd. De brief is opgesteld in nauw overleg met de gemeenteraad.

Op 4 juni stuurden Gedeputeerde Staten een brief aan de gemeenteraad waarin zij de raad verzochten mee te werken aan de planologische inpassing van de baggerberging. GS gaven de gemeenteraad in deze brief zes weken de tijd om een reactie te geven. Dat is nu gebeurd in de brief van 11 juli.

De brief van 11 juli is opgesteld in samenwerking met een klankbordcommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de 11 partijen uit de gemeenteraad. Deze klankbordcommissie is geformeerd in de raadsvergadering van 25 juni. Daarin verzocht de raad het college de brief aan Gedeputeerde Staten op te stellen.

In de brief geven B en W aan waarom de gemeente niet wil meewerken aan de realisatie van een baggerberging in Zevenhuizen. De eerste reden waarom de gemeenteraad de baggerberging niet wil, zijn de groeiende maatschappelijke bezwaren tegen de baggerstort. Naar aanleiding daarvan diende de gemeenteraad op 6 november 2001 een motie in waarin zij B en W de opdracht gaven te zoeken naar een alternatieve oplossing voor de baggerberging. Het college kwam daarop met het alternatieve plan om in Vathorst West woningbouw te realiseren en het gebied boven de Laak te ontwikkelen als natuur- en recreatiegebied. Deze voorstellen sluiten aan bij de lange termijn plannen van het Stadsperspectief Amersfoort 2015 en liggen grotendeels in de lijn van de meest recente gedachten van de provincie Utrecht opgeschreven in het concept-streekplan. De gemeenteraad heeft zich in zijn raadsprogramma een groot voorstander getoond voor het groen houden van het gebied boven de Laak.
Tweede reden waarom Amersfoort niet wil meewerken aan de baggerberging is dat nog niet voldaan is aan de door provincie en gemeente opgestelde voorwaarden. Zo heeft de provincie nog geen duidelijkheid gegeven over de precieze hoeveelheid bagger die in Zevenhuizen gestort moet worden en hebben de waterschappen nog geen contract met de firma Smink afgesloten waarin afgesproken wordt hoeveel bagger door hen zal worden aangeboden.
Slechts aan de voorwaarde dat de gemeente en de provincie naar alternatieven zoeken om de bagger elders te storten, is voldaan. Maar de gemeente heeft een andere mening over de alternatieven dan de provincie. De gemeente concludeert, op basis van een onderzoeksrapport, dat er op korte termijn alternatieve mogelijkheden zijn voor verwerking van een deel van de bagger. Daarnaast ziet de gemeente perspectieven voor een duurzame oplossing voor het landelijke baggerprobleem op termijn. De aanleg van de baggerberging Zevenhuizen is daarmee niet langer noodzakelijk, concludeert het college. De derde reden waarom de baggerberging ongewenst is, is van juridisch planologische aard. De gemeente zet een aantal kanttekeningen bij de procedures die op dit vlak zijn gevoerd.

In de brief vragen B en W en de gemeenteraad ten slotte om overleg met Gedeputeerde Staten. Deze overleggen zouden gevoerd moeten worden voordat de Provinciale Planologische Commissie op 14 augustus aanstaande het voorstel tot aanwijzing van de baggerbergingslocatie Zevenhuizen behandelt. Na deze datum zullen GS het besluit nemen om al dan niet de locatie Zevenhuizen als baggerbergingslocatie aan te wijzen.

Zie ook:

* brief 11 juli 2002

* bijlage bij deze brief