Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit

10 juli 2002, nr. 048

Investeren in arme landen: noodzaak of ereschuld?

In de aanloop naar de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling (WSSD), die van 26 augustus tot 4 september in Johannesburg wordt gehouden, hebben vrijwel alle landen een nationale strategie voor duurzame ontwikkeling opgesteld. Deze plannen omvatten in Westerse landen voor een belangrijk deel een nationaal streefbeeld voor de economische ontwikkeling en de omgang met hulpbronnen als energie, water en biodiversiteit. De vraag of er eigenlijk niet geinvesteerd moet worden in de mensen die leven in de minder bedeelde gebieden, blijft meestal onbeantwoord. Als opmaat voor de Wereldtop in Johannesburg organiseren Wageningen Universiteit en het International Food Policy Research Institute (IFPRI, Washington, VS) daarom in Doorwerth een gezamenlijk seminar waarin de beleidopties voor investeringen in arme gebieden op een rij worden gezet. Het seminar vindt plaats op vrijdag 12 en zaterdag 13 juli.

Na de VN Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in Rio de Janeiro in 1992 hebben de Verenigde Naties besloten dat elk land voor 2002 een nationale strategie voor duurzame ontwikkeling opstelt. Nederland werkt sinds ongeveer 1990 aan duurzame ontwikkeling; veel beleid is neergelegd in nota's en plannen en er zijn tal van initiatieven van gemeenten, waterschappen, provincies, bedrijven en burgers die duurzame ontwikkeling dichterbij moeten brengen. Deze nationale bijdrage aan de mondiale duurzaamheid is natuurlijk belangrijk, maar kan niet los worden gezien van de ontwikkelingen in de gebieden waar de strijd om het bestaan nog aan de orde van de dag is. In ontwikkelingslanden leeft immers meer dan 40% van de bevolking in gebieden met enorme problemen op het gebied van armoede, landdegradatie en bevolkingsdruk. Op het seminar buigen deskundigen uit het Noorden en Zuiden zich over verschillende beleidsbenaderingen die een bijdrage kunnen leveren aan duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding in zulke 'minder bedeelde' gebieden in ontwikkelinglanden. Er is hierbij met name aandacht voor agro-ecologische en sociaal-economische processen.

Het gelijktijdig verbeteren van de voedselzekerheid en het beheer van natuurlijke hulpbronnen op het niveau van gezinnen, bedrijven en regio's vraagt om afgewogen beleidsmaatregelen. Op dit seminar komen verschillende innovatieve benaderingen voor het samenwerken tussen plattelandshuishoudens aan de orde, de relaties van deze huishoudens met lokale markten en instituties en de alternatieven en beperkingen voor het maken van beleid. Inzichten uit verschillende disciplines (van productie-ecologie tot bio-economische modellering) worden samengebracht om win-win-scenario's voor duurzame regionale ontwikkeling te identificeren.