Gemeente Mook & Middelaar


Persbericht d.d. 15 juli 2002

Gemeenteraad draagt nieuwe burgemeester voor

De gemeenteraad van Mook en Middelaar heeft maandagavond tijdens een extra openbare raadsvergadering besloten mevrouw drs.C.A.M. Hanselaar-van Loevezijn aan te bevelen bij de Minister van Binnenlandse Zaken voor benoeming tot burgemeester van deze gemeente. De raad heeft het advies van de vertrouwenscommissie unaniem overgenomen.

Ellen Hanselaar is 47 jaar en afkomstig uit Berg en Dal. Zij is docent aan de HAVO Nôtre Dame des Anges in Ubbergen en zij maakt deel uit van de CDA-fractie in de Provinciale Staten van Gelderland. Mevrouw Hanselaar voldoet aan de eisen van de profielschets die de gemeenteraad vooraf heeft bepaald.

Deze aanbeveling wordt naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden. Hij neemt zijn beslissing op basis van dit raadsbesluit. In verband met de kabinetsformatie is niet duidelijk op welke termijn de benoeming van de burgemeester van Mook en Middelaar zal plaatsvinden.

Volgens de wettelijke procedure voor de burgemeestersbenoeming doet de gemeenteraad aanbeveling van twee kandidaten. Als tweede kandidaat heeft de gemeenteraad dr. J.J.P.M. Gilissen uit Cuijk genoemd.

De voorgedragen kandidaat volgt de heer A.H.M. Verhoeven MPM op, die op 24 april 2002 burgemeester is geworden van de Brabantse gemeente Bergeijk. Tot de komst van de nieuwe eerste burger bekleedt de heer H. Spoelstra tijdelijk het burgemeestersambt in de gemeente Mook en Middelaar.

Persbericht d.d. 30 juli 2002

Begrotingstekort deels overmacht

College legt tekortbegroting voor aan de raad

Het is het college van Mook en Middelaar niet gelukt een sluitende begroting te presenteren. De begroting van 2003 laat een tekort zien van 656.000,- . Dit tekort is grotendeels te wijten aan externe ontwikkelingen en politieke keuzes uit het verleden. Deze begroting bevat nauwelijks nieuwe beleidszaken. Zonder maatregelen komt dit neer op een OZB-verhoging van 45% voor het jaar 2003. Het college legt deze begroting aan de gemeenteraad voor met de aankondiging dat het college voorzetten zal geven om het begrotingstekort te verlagen. Deze voorstellen zullen worden opgenomen in het beleidsplan van het college dat in september verschijnt. De gemeenteraad stelt op 7 november 2002 de begroting vast.

In de Meerjarenbegroting 2002-2005 werd voor het jaar 2003 reeds een tekort geraamd van 240.000,- Bij de Voorjaarsnota 2002 kwam daar nog een bedrag van 273.000 bij. De mutaties bij de opstelling van de concept-begroting 2003 geven een toename van de kosten te zien van 143.000,--. Totaal leidt dat tot een structureel (oplopend) tekort van 656.000,-. Dit terwijl het college geen uitzonderlijke voorstellen voor nieuw gemeentelijk beleid in de begroting heeft opgenomen.

Een belangrijke oorzaak van het begrotingstekort ligt in de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur, waarvan het Rijk de financiële lasten grotendeels op de gemeenten afwentelt. Hiervoor heeft het college 150.000 in de begroting moeten opnemen.

Een ander deel van het tekort is te verklaren door de besluiten die de gemeenteraad in het verleden heeft genomen en die nu hun financiële tol eisen. Het project versterking brandweer, de verkeersmaatregelen Groesbeekseweg, de verbouwing van de Adalbertschool, de kleedkamers van Astrantia en kosten voor de jeugdwerker zijn voorbeelden daarvan. Ook de kosten voor de derde wethouder waren niet voorzien. Door achterblijvende inkomsten uit bouwleges is het tekort eveneens opgelopen.

In het algemeen is het zo dat de gemeentelijke financiën voortdurend krapper worden doordat steeds meer taken naar gemeenten worden overgeheveld zonder de financiële middelen die daarbij horen. Het uitvoeren van nieuwe rijkswetten (zoals de Wet dualisering gemeentebestuur) kost de gemeente extra geld. De inkomsten vanuit het Rijk worden lager, terwijl de uitgaven van de gemeenten stijgen. Daardoor wordt het voor veel gemeenten steeds lastiger de eindjes aan elkaar te knopen. Ook de plannen van het nieuwe kabinet, waaronder de afschaffing van de OZB, voorspellen weinig goeds voor de financiële situatie van de gemeenten.