Koninklijke bibliotheek

Bijzondere collecties > In de vitrine

Album amicorum van Petronella Moens

Portret van Petronella Moens in steendruk door H.J. Backer. Frontispice van: W.H. Warnsinck en J. Decker Zimmerman, Petronella Moens. Amsterdam 1843

Een van de succesvolle kinderboekjes van Moens, herdrukt in 1827 en 1833.

Album amicorum Petronella Moens, De band is uitgevoerd naar voorbeeld van die van een van haar hartsvriendinnen, Adriana van Overstraten.

Dit gedichtje voor het album van F.W. Selle is een van de twee enige thans bekende eigenhandige schrijfsels. Zij dicteerde hierover in een brief aan Selle: 'Daar heb ik in haast dan eenige regeltjes met eigen hand gekrabbelt, laat het bid ik u aan geen sterveling zien.' "Geen klank maar dank verdiend mijn vriend van mij. Ik wij hem die, hij zie in gunst mijn kunst"

15 juli tot 10 augustus 2002

Van 15 juli tot 10 augustus zijn in de vitrine bij de ingang van de KB het album amicorum, enkele boeken en handschriften van de hand van Petronella Moens te bewonderen.

Hoewel Petronella Moens (1762-1843) op vierjarige leeftijd door een kwaadaardige vorm van kinderpokken blind werd, wist zij zich in de loop van haar lange leven te ontwikkelen tot een gevierd letterkundige. Zij beschikte over een fabelachtig geheugen waarin vrijwel alles wat haar door gezelschapsdames, vrienden en vriendinnen werd voorgelezen en verteld, werd opgeslagen. De bibliografie van haar in druk verschenen werken en gelegenheidsgedichten telt 153 nummers en het aantal almanakken en tijdschriften waaraan zij korter of langer haar medewerking verleende bedraagt bijna dertig. Binnen haar imposante oeuvre nemen de boeken speciaal voor kinderen geschreven een belangrijke plaats in; bundels met veelzeggende titels als Gedichten voor de Nederlandsche jeugd, Klein geschenk voor zoete en gehoorzame kinderen, en Gedichtjes en nuttige gesprekken voor kinderen beleefden meerdere herdrukken. Maar ook volwassenen werden door haar ruimhartig van poëzie, proza, drama en liederen voorzien.

Hoe geliefd en gewaardeerd Pietje (haar roepnaam voor intimi) was, blijkt uit de talrijke reacties op haar overlijden, waarvan de belangrijkste de door W.H. Warnsinck en J. Decker Zimmerman opgestelde levensloop Petronella Moens (Amsterdam, H. Frijlink, 1843) is. Maar nog veelzeggender in dit opzicht is het van haar bewaarde album amicorum. Dit vriendenboek uit de periode 1786 tot 1840 bevat 170 bijdragen van familieleden, kennissen en collegae-letterkundigen, die wisselend getuigen van warme affectie voor haar persoonlijkheid dan wel van diepe bewondering voor haar vakmanschap. In geen enkel ander album uit dezelfde periode zijn zoveel letterkundigen van naam en faam vertegenwoordigd. Was het al treurig dat zij van alles wat van haar in druk verscheen slechts de buitenkant kon bevoelen, dat zij zij zelf nooit de rijke inhoud van haar album heeft kunnen bekijken stemt pas echt tot droefheid. Overigens zal juist haar handicap de reden geweest zijn dat beeldmateriaal in haar album vrijwel ontbreekt. Dat zij veel waarde hechtte aan haar album blijkt uit een brief uit 1829 aan F.W. Selle: 'Ziet hier ook mijn vriendenrol, waarin ik zoo gaarne uw naam wilde hebben; dit is een pand dat ik maar zelden aan een ander toevertrouw.'

Het album amicorum is in het bezit van de Stichting Petronella Moens en in 2001 in bruikleen gegeven aan het Letterkundig Museum. Omdat het echter veel beter past in de rijke verzameling alba van de Koninklijke Bibliotheek, is in goed collegiaal overleg en met instemming van de Stichting het album geplaatst in de KB (79 L 5).


* Meer afbeeldingen

Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland