Vlaamse overheid

Vlaamse regering
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 19 JULI 2002

Aanpassingen decreten ruimtelijke ordening

Sinds het nieuwe decreet dd. 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening in werking is getreden op 1 mei 2000, heeft een leer- en ervaringsperiode van ongeveer 2 jaar geleid tot het voorstel voor een aantal operationele aanpassingen aan de bestaande decreten inzake ruimtelijke ordening. Op voorstel van Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Dirk VAN MECHELEN keurde de Vlaamse regering deze aanpassingen principieel goed.

Aan de krachtlijnen van de decreten wordt niet geraakt. Bepaalde wijzigingen vloeien voort uit interpretatieverschillen of beogen een
vereenvoudiging van procedures. De doelgroepen zijn de burger, de besturen en administraties die rechtstreeks geconfronteerd worden met de regelgeving omtrent ruimtelijke ordening. Het spreekt voor zich dat deze baat hebben bij het wegwerken van lacunes en interpretatieverschillen in de regelgeving en bij meer vereenvoudigde procedures.

Dat kleinere gemeenten ook beroep kunnen doen op intercommunales voor de aanstelling van een deeltijdse gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar zorgt voor een administratieve verlichting van de gemeenten.

De traditionele aankondiging van het openbaar onderzoek over de ontwerpen van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op televisie wordt afgeschaft, aangezien dit doorgaans op uren met een lage kijkdichtheid wordt uitgezonden en er voldoende andere informatiekanalen (dagbladen en radio) worden aangeboden.

Planbatenheffingen kunnen in principe optreden bij het goedkeuren van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Voor de administratieve werkbaarheid van het systeem van planbaten dienen de gemeenten echter te beschikken over een goedgekeurd
vergunningenregister. Volgens een recente enquête zijn de meeste gemeenten bezig, maar nog niet klaar met de opmaak van een dergelijk
vergunningenregister. Derhalve wordt voorgesteld de planbatenheffingen pas in werking te laten treden op
1 mei 2004, zodat de gemeenten meer tijd krijgen voor de opmaak van het vergunningenregister. Bovendien is het zo dat de goede leerlingen, in casu de gemeenten die beschikken over een goedgekeurd structuurplan, momenteel gestraft worden ten opzichte van de gemeenten die nog werken via bijzondere plannen van aanleg. Om billijkheidsreden wordt daarom voorgesteld het systeem van planbaten op hetzelfde moment ook van toepassing te maken op bijzondere plannen van aanleg. Bij de verdeling van de planbatenheffingen over de verschillende gemeenten kan overwogen worden een onderscheid te maken tussen de gemeenten die op dat moment al dan niet beschikken over een vergunningregister.

Vanuit het subsidiariteitsprincipe en de vereenvoudiging van procedures wordt voorgesteld de goedkeuring van de samenstelling voor de Gecoro door de Bestendige Deputatie te laten gebeuren en niet langer meer door de Vlaamse regering.

Thans is er geen termijn voorzien, waarbinnen de gemachtigde ambtenaar van de administratie AROHM een advies over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet uitbrengen. Voorgesteld wordt om deze termijn op maximaal 50 dagen te brengen, zoniet wordt het advies gunstig geacht.

Hierdoor wordt definitief komaf gemaakt met al te onbehoorlijk lange behandelingstermijnen en wordt nogmaals de preventie in het handhavingsbeleid benadrukt door iedereen meer rechtszekerheid te bieden en een beslissing te verlenen binnen een behoorlijke termijn.

Andere aanpassingen zijn een gevolg van de rechtspraak van de Raad van State of nieuwe Europese richtlijnen. De invoering van bijvoorbeeld de Europese Seveso-richtlijn is een belangrijke afstemming op de Vlarem-reglementering. Vanuit Europa wordt gevraagd dat het veiligheidsrapport voor Seveso-bedrijven wordt opgemaakt in een zo vroeg mogelijke fase, dus niet enkel bij het project maar reeds bij het plan.

Deze aanpassingen aan de decreten worden thans voor verder advies overgemaakt aan de SERV, de MiNa-raad en VLACORO.

persinfo : Philippe Heyvaert en Anne Van Aperen persdienst minister Van Mechelen

- tel. 02 553 64 11
e-mail: persdienst.vanmechelen@vlaanderen.be