Actueel

Schoorsteenvegers geen recht op tijdelijk WW, geen onwerkbaar weer.
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 22-07-2002

Appellanten, die als schoorsteenvegers werkzaam zijn in dienst van een schoorsteenvegersbedrijf, hebben WW-uitkering aangevraagd omdat zij in het najaar van 1998 ten gevolge van slechte weeromstandigheden (wind en regen) gedurende 44 dagen niet hebben kunnen werken. De Raad van bestuur UWV is van mening dat alleen uitkering wegens buitengewone weersomstandigheden kan worden verstrekt bij extreme en langdurige situaties, bijvoorbeeld als tenminste een week lang sprake is van onwerkbaar weer ten gevolge van slagregens en/of stormen met orkaankracht. Aangezien de weeromstandigheden in het najaar van 1998 niet zo slecht waren, behoren de dagen met onwerkbaar weer tot het risico van de werkgever, die dan gehouden is het loon door te betalen. Uit de gegevens van het KNMI blijkt dat in de onderhavige periode gedurende een beperkt aantal dagen sprake is geweest van windsnelheden van zes of meer op de schaal van Beaufort, waarbij het volgens opgave van de Algemene Schoorsteenvegers Patroons Bond niet langer verantwoord is via het dak schoorstenen te vegen. Weliswaar is in die periode gedurende een groot aantal dagen regen gevallen en was sprake van een uitzonderlijke hoeveelheid neerslag, maar feitelijke gegevens over de duur van de neerslag op de plaatsen waar appellanten werkzaam waren alsmede de tijd van onwerkbare omstandigheden na afloop van de regenval ten gevolge van natte daken zijn niet verstrekt. Appellanten hebben niet aannemelijk gemaakt dat in deze periode, in vergelijking met andere jaren, sprake is geweest van een zodanig groot aantal onwerkbare dagen, dat die omstandigheid niet langer gerekend kan worden tot het bedrijfsrisico van de werkgever te behoren.