Ministerie van Financiën

Persbericht
PERS-2002-186
Den Haag, 24 juli 2002

Knelpunten in Successiewet aangepakt

Het wetsvoorstel aanpassingen in de Successiewet 1956 is naar de Tweede Kamer gestuurd. De aanpassing geschiedt naar aanleiding van twee arresten van de Hoge Raad op het gebied van het recht van overgang onderscheidenlijk de heffing van successierecht over aandelen in pensioenlichamen. Daarnaast bevat het voorstel enkele wijzigingen van technische aard en een maatregel die gericht is op een verdere gelijkschakeling van gehuwden en ongehuwd samenwonenden in de Successiewet. Het wetsvoorstel is nog ondertekend door staatssecretaris Bos.

Belangrijkste onderdeel is een reparatie voor aandelen in pensioenlichamen. De Hoge Raad heeft de werking van artikel 13a van de successiewet sterk ingeperkt door het begrip "pensioenlichaam" dat in de wet wordt gebruikt, beperkt uit te leggen. De bepaling regelt dat successierecht wordt geheven over de waardestijging van aandelen in een pensioenlichaam als een pensioen- of lijfrenteverplichting vrijvalt ten gevolge van iemands overlijden. Volgens dit wetsvoorstel wordt niet meer naar het criterium "pensioenlichaam" gekeken, maar geldt dat de aandelen in het bezit zijn van de echtgenoot of de kring van naaste verwanten en dat die aandelen bij de houder tot een aanmerkelijk belang behoren.

De tekst van het wetsvoorstel is te vinden op de internetsite van het ministerie van Financiën: www.minfin.nl/wdb02-451.doc

Woordvoerder:  R.C. van Koperen