European Commission

CJE/02/67 25 juli 2002

Arrest van het Hof in zaak C-50/00 P

Unión de Pequeños Agricultores

Het Hof van Justitie bevestigt zijn rechtspraak betreffende de voorwaarden waaronder particulieren toegang hebben tot de communautaire rechter

Een natuurlijke of rechtspersoon kan slechts een beroep tot nietigverklaring van een verordening instellen indien hij rechtstreeks en individueel door haar bepalingen wordt geraakt. Een ander stelsel kan slechts door een herziening van het Verdrag in het leven worden geroepen.

Unión de Pequeños Agricultores, een beroepsvereniging van kleine Spaanse landbouwondernemingen, heeft hogere voorziening ingesteld tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 23 november 1999 waarbij haar beroep strekkende tot gedeeltelijke nietigverklaring van een verordening betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten, waaronder de markt van olijfolie, is verworpen. Het Gerecht van eerste aanleg heeft dit beroep als kennelijk niet-ontvankelijk aangemerkt, aangezien de leden van de vereniging niet individueel werden geraakt door de bepalingen van de betrokken verordening.

Het Hof preciseert dat in het kader van deze hogere voorziening moet worden beslist of een particulier die niet individueel wordt geraakt door de bepalingen van een verordening, beroep tot nietigverklaring kan instellen, enkel en alleen omdat het recht op een daadwerkelijke rechtsbescherming zulks vereist, omdat er geen enkel rechtsmiddel voor de nationale rechter zou bestaan.

Volgens het EG-Verdrag " edere natuurlijke of rechtspersoon beroep instellen tegen de tot hem gerichte beschikkingen, alsmede tegen beschikkingen die, hoewel genomen in de vorm van een verordening, of van een beschikking gericht tot een andere persoon, hem rechtstreeks en individueel raken". Volgens vaste rechtspraak kan een particulier dus slechts beroep instellen tegen een handeling van algemene strekking indien deze handeling hem treft uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie welke hem ten opzichte van ieder ander karakteriseert.

In geen geval kan een door een natuurlijke of rechtspersoon ingesteld beroep tot nietigverklaring van een verordening dat niet aan deze voorwaarde voldoet, ontvankelijk worden verklaard.

Het Hof herinnert er evenwel aan dat de Europese Gemeenschap een rechtsgemeenschap is, in die zin dat de instellingen niet ontkomen aan het toezicht op de verenigbaarheid van hun handelingen met het Verdrag en met de algemene rechtsbeginselen, waaronder de grondrechten. Particulieren moeten zich bijgevolg daadwerkelijk voor de rechter kunnen beroepen op door hen aan de communautaire rechtsorde ontleende rechten, aangezien dit een van de algemene rechtsbeginselen is die voortvloeien uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten.

Het Verdrag heeft een volledig stelsel van rechtsmiddelen en procedures in het leven geroepen, waarbij de communautaire rechter het toezicht op de wettigheid van de handelingen van de instellingen verzekert.

Volgens dit stelsel kunnen natuurlijke of rechtspersonen die wegens deze ontvankelijkheidsvoorwaarden geen rechtstreekse beroep kunnen instellen tegen gemeenschapshandelingen van algemene strekking, de ongeldigheid van deze handelingen inroepen:

* hetzij incidenteel voor de communautaire rechter, in een beroep ingesteld tegen de communautaire maatregel waarmee de betrokken handeling wordt toegepast,

* hetzij voor de nationale rechter, die weliswaar niet bevoegd is zelf de ongeldigheid van genoemde handelingen vast te stellen maar daarover prejudiciële vragen kan stellen aan het Hof.

Wat dit laatste geval betreft, moeten de lidstaten in een stelsel van rechtsmiddelen en procedures voorzien dat de eerbiediging van het recht op een daadwerkelijke rechtsbescherming kan verzekeren. Overeenkomstig het in het Verdrag vervatte beginsel van loyale samenwerking moet de nationale rechter de nationale regels van procesrecht aldus uitleggen dat natuurlijke en rechtspersonen tegen een nationale maatregel waarmee een verordening wordt toegepast, in rechte kunnen opkomen en bij die gelegenheid de ongeldigheid van die verordening kunnen opwerpen.

Het Hof aanvaardt niet dat een rechtstreeks beroep tot nietigverklaring voor de communautaire rechter mag worden ingesteld voorzover blijkt dat de nationale regels van procesrecht de particulier niet toestaan om de geldigheid van de betwiste gemeenschapshandeling aan te vechten. In een dergelijk stelsel zou de communautaire rechter immers het nationale procesrecht moeten uitleggen. Overigens moet, met het oog op een daadwerkelijke rechtsbescherming, bij de uitlegging van het begrip "individueel geraakte particulier" wel rekening worden gehouden met de uiteenlopende situaties die een verzoeker kunnen individualiseren, maar een dergelijke uitlegging mag deze voorwaarde, die uitdrukkelijk door het Verdrag wordt gesteld, niet tot een dode letter maken, omdat de communautaire rechter anders de grenzen van zijn bevoegdheid zou overschrijden.

Alleen de lidstaten zijn bevoegd om, overeenkomstig de procedure tot herziening van het Verdrag, het stelsel van toezicht op de wettigheid van de gemeenschapshandelingen van algemene strekking te wijzigen.

Dit arrest moet in zijn context worden bezien: de advocaat-generaal had in zijn conclusie van 21 maart 2002 aan het Hof voorgesteld de rechtspraak op radicale wijze te herzien. Hij was namelijk van oordeel dat dit noodzakelijk was om een daadwerkelijke rechtsbescherming te verzekeren. Verder was het Gerecht van eerste aanleg, onder verwijzing naar deze conclusie, in het arrest van 3 mei 2002, zaak T-177/01, Jego-Quéré, afgeweken van de rechtspraak van het Hof.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.

Deze persmededeling is beschikbaar in alle talen.

De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof

http://www.curia.eu.int

Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders : tel (352) 4303 3127

fax (352) 4303 3656.

Beelden van de uitspraak zijn beschikbaar op "Europe by Satellite" - Europese Commissie,

Dienst Pers en Communicatie, L - 2920 Luxemburg, tel: (352) 43 01 35177,

fax (352) 4301 35249, of B-1049 Brussel, tel. (32) 2 2964106,

fax (32) 2 2965956 of (32) 2 2301280