Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie West en Midden Europa Bureau West-Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum Auteur Mw. Mr. J. ter Meulen

Kenmerk DWM/561-02 Telefoon 070- 3486610

Blad /1 Fax 070 - 3486233

Bijlage(n) 1 E-mail DWM@minbuza.nl

Betreft Beantwoording van vragen van de leden Koenders en Timmermans over bemoeienis van de Italiaanse premier met de media.

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Timmermans over de bemoeienis van de Italiaanse premier met de media. Deze vragen werden ontvangen op 16 juli 2002 met kenmerk 2010212700.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de kamerleden Koenders en Timmermans

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de visie van de mediavertegenwoordiger van de OVSE dat premier Berlusconi zich teveel met de media bemoeit en "probeert van een democratie een firma te maken"1)

Antwoord

De heer Duve heeft, als OVSE Vertegenwoordiger inzake Vrijheid van de Media, het mandaat de ontwikkelingen op het gebied van de media in de OVSE-landen te volgen, de volledige naleving van de OVSE-beginselen en verplichtingen te bevorderen en zich te richten op ernstige problemen op dit gebied. In die hoedanigheid heeft hij op 22 april en 25 juni jl. per brief, waarvan u een afschrift toegaat als bijlage, de Italiaanse premier Berlusconi om informatie verzocht over de gang van zaken rond het al dan niet aanblijven van een aantal journalisten in dienst van de Italiaanse staatsomroep (RAI) en over uitspraken in dat verband van zowel de premier zelf als van een aantal kritische commentatoren, waaronder de voorzitter van de Italiaanse Bond van Journalisten (FNSI), de heer Serventi Longhi.

Tot dusverre is op deze brieven van de zijde van de Italiaanse regering geen antwoord gekomen. In de onderliggende zaak zelf heeft zich sindsdien overigens wel een aantal nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, zoals het feit dat één van de twee betreffende journalisten, Enzo Biagi, zich inmiddels weer met de directie van de RAI heeft verzoend. De uitspraken die de heer Duve volgens het krantenartikel, waarnaar in de vraag wordt verwezen, heeft gedaan, lopen vooruit op het antwoord van Italiaanse zijde op diens brieven.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de wijze waarop Berlusconi omgaat met de Italiaanse media en hoe verhoudt zich dit tot verplichtingen van Italië in OVSE- en EU-kader?

Antwoord

Ik heb geen reden te veronderstellen dat Italië de relevante internationale verplichtingen niet nakomt of niet in overeenstemming handelt met de Europese normen en waarden. Indien uit de verhoudingen tussen premier Berlusconi en de media geschillen rijzen, dan zijn dat zaken die in eerste aanleg op nationaal niveau, in het kader van de Italiaanse rechtsstaat, moeten worden opgelost.

Vraag 3

Bemoeit premier Berlusconi zich met de journalistieke inhoud van de RAI? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

De RAI is een publieke omroep bij welke in overeenstemming met de Europese standaarden op alle niveaus verzekeringen van de journalistieke onafhankelijkheid zijn ingebouwd. Het onttrekt zich aan mijn waarneming of deze onafhankelijkheid op enigerlei wijze onder druk staat, maar ik volg met aandacht het interne politieke en publieke debat in Italië daaromtrent.

Vraag 4

Zult u uw zorg over de gang van zaken overbrengen aan de Italiaanse regering zowel bilateraal als in het kader van de EU, de OVSE en de Raad van Europa? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord

Ik zie daartoe op dit moment geen aanleiding.


---


1) Volkskrant, 28 juni, pag. 5)



Kenmerk

Blad /3

===