Rijksvoorlichtingsdienst

13 aug 2002

'GEEN REDEN TOT GROTE ONGERUSTHEID OVER PARTIJDIGHEID RECHTERS'

Er lijkt geen reden tot grote ongerustheid over de (schijn van) partijdigheid van rechters. Dat concluderen onderzoekers van het onderzoekscentrum WODC van het ministerie van Justitie in het rapport 'Schijn van partijdigheid rechters'.

Het onderzoek werd gehouden onder onder meer rechters, leden van het openbaar ministerie en advocaten, in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR).

Wraking en verschoning
Partijen die twijfels hebben over de onpartijdigheid van een rechter, kunnen rechters wraken. Als het wrakingsverzoek wordt toegewezen, mag de rechter niet meer aan de berechting deelnemen. Rechters die zelf denken dat er twijfels over hun onpartijdigheid kunnen ontstaan, kunnen zichzelf voor verschoning voordragen. In de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is vastgelegd dat ook de schijn van partijdigheid moet worden vermeden.

Geen reden tot grote ongerustheid
In een jaar tijd zijn bij alle gerechten samen minimaal 139 wrakingsverzoeken geweest. Van de 107 onderzochte verzoeken zijn er zeven (7%) toegewezen. Afgezet tegen het totaal aantal zaken dat jaarlijks wordt afgedaan (rond een miljoen), lijkt er geen reden tot grote ongerustheid over de (schijn van) partijdigheid van rechters, aldus het rapport.

Niet wraken ondanks aanleiding
De onderzoekers konden niet vaststellen hoeveel wrakingen er precies waren, omdat niet alle gerechten wrakingsverzoeken afzonderlijk registreren. Verder blijken advocaten en officieren van justitie niet altijd een wrakingsprocedure te starten, ook al zien zij daartoe wel aanleiding. De afgelopen twee jaar heeft bijvoorbeeld 9% van de OM-leden en 23% van de advocaten wel eens aanleiding gezien om een rechter te wraken, terwijl ze dit niet kenbaar hebben gemaakt. De reden hiervoor is dat ze de verhouding met de rechter niet willen verstoren, het proces niet willen vertragen of geen juridische gronden zien om te wraken. Officieren van justitie wraken zelden. Zij voeren eerder informeel overleg als zij vinden dat een rechter een zaak beter niet kan behandelen.

Redenen om te wraken
De meest voorkomende redenen om te wraken zijn eerdere beslissingen van rechters in dezelfde zaak of aanverwante zaken waarin bijvoorbeeld medeverdachten zijn berecht. Daarnaast spelen omstandigheden die met bejegening of behandeling van de zaak te maken hebben een rol. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om onwelgevallige beslissingen van de rechter, zoals de weigering om een getuige te horen. Ook de wijze van communiceren kan van invloed zijn, bijvoorbeeld de manier van ondervragen of een geïrriteerde houding. Persoonlijke of (voormalige) werkrelaties met procesdeelnemers komen weinig voor als wrakingsgrond.

40% van rechters trekt zich wel eens terug van zitting Rechters vinden zelf regelmatig dat zij een zaak niet kunnen doen. In de laatste twee jaar heeft 40% zich wel eens voor een zitting teruggetrokken, heeft 4% zich tijdens een zitting teruggetrokken en heeft 2% van de rechters een verschoningsverzoek ingediend. De persoonlijke relatie met partijen of advocaten vormt de belangrijkste reden voor zowel verschoning als terugtrekking.

Verschoningscode
Een verschoningscode wordt als een van de maatregelen gezien om schijn van partijdigheid te voorkomen. Minimaal driekwart van de rechters, OM-leden en advocaten vindt een verschoningscode in de vorm van niet-bindende oriëntatiepunten wenselijk. Alleen een groot deel van de advocaten (64%) is ook voorstander van formele regelgeving.

Samenvatting van het rapport
Het volledige rapport