Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: MOBIELE TELEFONIE
Nummer: 114 Datum: 15-08-2002

Het lid Gerkens (SP) heeft aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat op 25 juni 2002 de volgende schriftelijke vragen gesteld.

1 Kent u het persbericht van de Consumentenbond Aanbieders mobiele telefonie belemmering concurrentie? 1)

2 Deelt u de indruk van de Consumentenbond dat bedrijven in de mobiele telefonie bewust de mist in stand houden om zo echte concurrentie op prijs en kwaliteit te voorkomen? Zo ja, wat gaat u doen om de kosten inzichtelijker te maken? Zo nee, hoe denkt u dat het komt dat het voor de consument moeilijk is om de voordeligste aanbieder te kiezen?

3 Welke rol dient de OPTA volgens u te spelen om tarieven op de markt voor de mobiele telefonie transparant te maken? Bent u van mening dat dit naar behoren gebeurt?

4 Deelt u de opvatting van de Consumentenbond dat overstapbelemmeringen nadelig zijn voor de consumenten? Zo ja, wat voor maatregelen gaat u hiertegen ondernemen?

5 Deelt u de mening dat het wenselijk is dat consumenten goede vergelijkende informatie over de kwaliteit van de telefoonverbinding hebben? Zo ja, wat voor maatregelen gaat u nemen om dit te bereiken?


---
1) Consumentenbond, 19 juni jl.

De Minister van Economische Zaken, mr.H.Ph.J.B. Heinsbroek, heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Ja.

2 Nee. Ik heb geen aanwijzing dat de mobiele operators bewust, al dan niet collectief, mist optrekken om echte concurrentie op prijs en kwaliteit te voorkomen. In Nederland concurreren 5 mobiele operators om de vraag van de consument. Door verschillende tarieven en productkenmerken proberen zij naar mijn indruk juist in te spelen op uiteenlopende wensen van consumenten om zo hun relatieve marktpositie te verbeteren. Door de veelheid, de grote mate van differentiatie en de vele wijzigingen van tariefaanbiedingen is de transparantie van de markt voor de consument inderdaad beperkt. De Consumentenbond en diverse andere organisaties (o.a. via publicaties op internet) proberen de consument te helpen bij het maken van prijsvergelijkingen, bijvoorbeeld door aanbiedingen door te rekenen voor de weinig-, gemiddelde- en veel-beller. Dergelijke initiatieven zijn belangrijk om de transparantie van de markt te verbeteren en worden door mij zeer toegejuicht. Voor wat betreft bepalingen in de regelgeving ter bevordering van transparantie verwijs ik naar mijn antwoorden op de vragen 3 en 4.

3 In de bestaande telecomregelgeving is een informatieplicht voor aanbieders van vaste en mobiele telefoondiensten opgenomen onder andere voor wat betreft tarieven. OPTA houdt toezicht op de naleving van deze verplichting. Op grond van de nieuwe richtlijnen voor de elektronische communicatiesector moeten toezichthouders de concurrentie bevorderen onder andere door ervoor te zorgen dat de gebruikers maximaal kunnen profiteren wat betreft 'keuze, prijs, kwaliteit en waar voor hun geld'. In de nieuwe Universele Dienstenrichtlijn zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de transparantie van tarieven teneinde eindgebruikers in staat te stellen om een onafhankelijk oordeel te kunnen vormen over de kosten van telefoneren bij de diverse aanbieders. Bij de implementatie van deze richtlijn in de Nederlandse wetgeving zal terdege aandacht worden geschonken aan dit onderwerp. Met name zal daarbij worden bekeken hoe de onderlinge vergelijkbaarheid van tarieven kan worden verbeterd.

4 Ja. De problematiek van overstapkosten in de telecommunicatiesector is onderdeel van het MDW-project Overstapkosten. Hieruit blijkt onder meer dat het aantal mensen dat daadwerkelijk naar een andere aanbieder overstapt en waarvoor transparantieproblemen blijkbaar niet onoverkomelijk zijn, juist bij mobiele telefonie erg hoog is in vergelijking tot de meeste andere markten. Wel heeft het kabinet aanbevelingen uit het MDW-project overgenomen, waarin zij wettelijke maatregelen overweegt wanneer aanbieders van mobiele telefonie er zelf niet in slagen om de verwijdering van sim-locks op een eenvoudige, snelle en toegankelijke manier te organiseren.

5 Ja. Zoals gezegd is dit echter primair een taak van bedrijven en consumentenorganisaties. In dit kader kan ik u meedelen dat op 3 juli jl. tussen de partijen in de mobiele telefonie (gebruikersorganisaties, aanbieders en overheid) een samenwerkingsovereenkomst is getekend over gestandaardiseerde metingen (netwerk en service verlening), een onafhankelijk toets op die metingen door derden en een halfjaarlijkse publicatie over de resultaten. De eerste publicatie zal eind dit jaar plaatsvinden.

Verder zijn in de nieuwe Universele Dienstenrichtlijn bepalingen opgenomen op grond waarvan de transparantie van de kwaliteit van mobiele netwerken kan worden bevorderd. Deze bepalingen zijn met name bedoeld om de onderlinge vergelijkbaarheid van de kwaliteit van netwerken voor eindgebruikers te bevorderen. Bij de implementatie van deze richtlijn in Nederlandse wetgeving zal hieraan terdege aandacht worden geschonken. Deze bepalingen zullen ook gelden voor aanbieders van mobiele telefoondiensten en zijn met name relevant indien blijkt dat bedrijven en consumentenorganisaties niet voldoende transparantie van de kwaliteit van netwerken zelf kunnen realiseren.