Gemeente Heerenveen

Persberichten

Op korte termijn geen plannen voor wijziging bestemming IBF 16-8-2002
Burgemeester en wethouders van Heerenveen hebben de raad laten weten geen plannen te hebben om op korte termijn de bestemming van het Internationaal Bedrijvenpark Friesland (IBF) te wijzigen. Aanleiding voor die reactie is de aangekondigde sluiting van het bedrijf Sanmina-SCI, waarbij enkele honderden arbeidsplaatsen verloren gaan.

Het college wijst er op dat het IBF geen doel op zichzelf is, maar een instrument om economische ontwikkeling en werkgelegenheid te realiseren speciaal gericht op bedrijven die vanwege productie en/of transport grootschalig moeten opereren. Dat kunnen ook Nederlandse bedrijven zijn, als deze veel ruimte nodig hebben en op de internationale markt opereren. B&W zijn van mening dat er in de provincie Fryslân ruimte (gereserveerd) moet zijn en blijven voor dergelijke grootschalige ondernemingen. Dat kunnen bijvoorbeeld ook producenten van geneesmiddelen en voedsel zijn die mede als gevolg van strengere wetgeving, steeds meer ruimte nodig hebben en zich soms niet dicht in de buurt van andere bedrijven willen of kunnen vestigen.

Als Fryslân dit soort bedrijven niet meer wil hebben, heeft dat grote gevolgen voor de werkgelegenheid, zegt het college van Heerenveen; Fryslân heeft niet alleen behoefte aan hoogwaardige werkgelegenheid. Het vertrek van Sanmina-SCI is een gevoelige klap voor de groep mensen die het toch al moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Sanmina-SCI was voor de groep werknemers met weinig scholing of andere belemmerende factoren een prima kans om (weer) toe te treden tot de arbeidsmarkt.

Over de suggesties om het IBF nu beschikbaar te stellen voor kleine(re) bedrijven, wordt gesteld dat in de A7-zone al genoeg bedrijventerreinen zijn voor dit soort ondernemingen. Een gewijzigd IBF zou alleen maar meer concurrentie op dezelfde markt betekenen. Bovendien zijn er ook nog (subsidie)voorwaarden en eerder gemaakte afspraken die verhinderen dat het IBF een "gewoon" bedrijventerrein wordt. Over de voorgenomen sluiting van Sanmina-SCI zegt het college dat ze ervan overtuigd is dat de oorzaak moet worden gevonden in de internationale economische ontwikkelingen. Uiteindelijk hebben de sterke punten van de Friese vestiging zoals arbeidsproductiviteit, kwaliteit en logistieke voordelen het moeten afleggen tegen de factor kosten. Dat baart het college wel zorgen, want daarmee zou heel Nederland en dus ook Heerenveen zich wel eens uit de markt kunnen prijzen.

Over de gevolgen van de voorgenomen sluiting van Sanmina-SCI vindt momenteel druk overleg plaats. B&W realiseren zich hoeveel inspanning nodig is om voldoende werkgelegenheid te ontwikkelen voor de doelgroep die werk heeft gevonden bij Sanmina-SCI. De inzet is gericht op het bevorderen van werkgelegenheid voor juist deze doelgroep. In het besef dat Heerenveen daarbij te maken heeft met economische en conjuncturele ontwikkelingen die maar in zeer beperkte mate door het lokale bestuur zijn te beïnvloeden. Dat leidt overigens ook tot de conclusie dat de gemeente in economisch mindere tijden zodanig faciliterend moeten zijn dat in geval van een economische opleving de voorwaarden zijn vervuld om nieuwe bedrijvigheid te kunnen aantrekken. Daarnaast is het college ook van plan om samen met de provincie en de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij actief betrokken te zijn bij het vinden van een nieuwe en passende bestemming voor het leegkomende pand van Sanmina-SCI.