Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Tabaksbeleid

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2308258

16 augustus 2002

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen, gesteld door het lid van uw Kamer Kant (SP) over tabaksbeleid (2010213500).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. Eduard J. Bomhoff

Tabaksbeleid 1. Tabaksbeleid
Kamerstuk, 16-8-2002

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18260 .

Antwoorden op kamervragen van het lid Kant (SP) over tabaksbeleid (2010213500).
---

Vraag 1.
Bent u bereid de brieven van de heren Monkhorst en Roelofs over het tabaksbeleid openbaar te maken en aan de Tweede Kamer te sturen? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2.
Wat is uw opvatting over de toonzetting en inhoud van deze brieven? Antwoord
Ik heb daar op dit moment geen bijzondere opmerkingen over. Ik zal de brieven bestuderen en daar te zijner tijd op reageren indien mij dat noodzakelijk lijkt. Voor het overige verwijs ik u naar het antwoord op uw vraag 5.
Vraag 3.
Heeft u ook van VNO-NCW een brief gehad over het tabaksbeleid? Zo ja, bent u bereid deze openbaar te maken en aan de Tweede Kamer te zenden? Antwoord
Ik heb kennisgenomen van een brief van VNO NCW aan de Ministerraad d.d. 11 juli 2002 die mij toegezonden is bij afschrift d.d. 23 juli jl. Deze brief gaat over een bespreking in de Ministerraad van 12 juli 2002.
Ik maakte op 12 juli 2002 geen deel uit van het Kabinet. Overigens zal ik het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksproducten binnenkort opnieuw aan de Ministerraad voorleggen omdat het vorige kabinet besloot dat te agenderen voor het nieuwe kabinet. Vraag 4.
Wat is uw reactie op het verzoek in de brief van Roelofs om 'per direct' een adempauze in te lassen, op het verzoek de anti-rokenmaatregelen die de ministerraad op 16 augustus wil bespreken, op te schorten?
Antwoord
Ik heb kennis genomen van het verzoek van de heer Roelofs. Overigens loop ik niet vooruit op de bespreking van enkele van mijn voornemens met betrekking tot dit dossier anders dan het gestelde in mijn beantwoording op uw onderstaande vraag 5. 2
Vraag 5.
Wat zijn uw voornemens met betrekking tot het tabaksbeleid? Antwoord
Zoals u weet is het Besluit van 28 juni 2002, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Tabakswet (Stb. 2002, 201) inmiddels gepubliceerd (Stb. 2002, 362).
Ik ben voornemens het in de vigerende wetgeving vastgelegde beleid onverkort uit te voeren. Preventie is beter dan genezen is een adagium dat in de regeringsverklaring is opgenomen. Dit geldt zeker voor roken.
De vergaande regulering op het terrein van tabaksproducten is hier een voorbeeld van. Het parlement stemde in met een stringent tabaksontmoedigingsbeleid en het zodoende bevorderen van de volksgezondheid. Een samenhangend tabaksontmoedigingsbeleid heeft positieve effecten (minder roken en rokers) op het ontstaan van ziekten en het optreden van sterfte. Het percentage rokers in Nederland is nog steeds te hoog. Zeker waar het gaat om jongeren. Zo'n 20 % van de 13-14 jarigen, oplopend tot 40 % van de 15-16 jarigen en 47 % van de 17-19 jarigen rookt regelmatig. Dit betekent dat er elk jaar circa 100.000 jongeren gaan roken; iedere dag beginnen meer dan 250 jongeren (onder de 19 jaar) met roken. De meesten van hen raken daaraan verslaafd.
Van de jongeren die nu gaan roken en er op een later moment in hun leven niet in slagen om te stoppen, zal uiteindelijk één op de twee komen te overlijden door een aan roken gerelateerde ziekte.
De tabaksproblematiek is bezig zich te ontwikkelen tot de grootste epidemie die de mensheid ooit over zichzelf heeft afgeroepen. Van de overheid mag verwacht worden in te grijpen in de collectieve volksgezondheidsproblematiek waar dat geboden is. De tabaksproblematiek is inmiddels al vele jaren besproken in en buiten het parlement. Verdere vertraging bij het primaat stellen bij de volksgezondheid in dit dossier past niet bij het kabinetsbeleid dat uitgaat van het herstel van het vertrouwen van de burger in de taken die de overheid in ieder geval dient uit te voeren.
Het is mijn verwachting dat het reeds eerder door de Tweede en Eerste Kamer geaccordeerde beleid in het wetsvoorstel (nr. 26472) een bijdrage zal leveren aan de preventie van roken door de jeugd en het stoppen door verslaafde volwassen rokers.
---
1) Trouw 3 augustus jl.