Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Opiumwet

Ontwerp-besluit actualisatie lijsten I en II Opiumwet

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

GMT/BMC-2307814

16 augustus 2002

Hierbij ontvangt u het ontwerpbesluit ter actualisatie van lijsten I en II van de Opiumwet bij de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Opiumwet. Hiermee geef ik uitvoering aan artikel 3a, vierde lid, van de gewijzigde Opiumwet, dat een voorhangtermijn van vier weken voorschrijft.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. Eduard J. Bomhoff

Ontwerp-besluit actualisatie lijsten I en II Opiumwet 1. Ontwerp-besluit actualisatie lijsten I en II Opiumwet Kamerstuk, 16-8-2002

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18261 .

Ontwerp van Besluit van
ter actualisatie van de lijsten I en II van de
Opiumwet bij de inwerkingtreding van de
wet tot wijziging van de Opiumwet
Den Haag, augustus 2002
Kenmerk GMT/BMC 2307074
Aan de Koningin
Daartoe gemachtigd door de ministerraad bied ik Uwe Majesteit het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur aan. Het ontwerp gaat vergezeld van een nota van toelichting.
Ik moge U verzoeken het ontwerp aan de Raad van State ter advisering voor te leggen en de Raad te machtigen zijn advies rechtstreeks aan mij te doen toekomen. De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. Eduard J. Bomhoff
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juli 2002, GMT/BMC, 2307074, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;
Gelet op artikel 3a, eerste lid, van de Opiumwet;
De Raad van State gehoord (advies van , nummer );
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van , GMT/BMC , uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Lijst I behorende bij de Opiumwet wordt gewijzigd als volgt: 1. De regels:
worden verplaatst en worden geplaatst direct na:
2. De regel:
Besluit van
ter actualisatie van de
lijsten I en II van de
Opiumwet bij de
inwerkingtreding van de
wet tot wijziging van de
Opiumwet
"- alfa-methylthiofentanyl N-1-1-methyl-2-(2-
thienyl)ethyl-4-
piperidyl]propionanilide

- alfa-methylthiofentanyl N-1-1-methyl-2-(2- thienyl)ethyl]-4-
piperidyl]propionanilide"
"alfamethadol - " .
"- 2C-B 4-bromo-2,5-
dimethoxyfenetylamine"
2
wordt verplaatst en wordt geplaatst direct na:
3. De regel:
wordt verplaatst en wordt geplaatst direct na:
4. Na:
wordt toegevoegd:
5. "Pimodine" wordt vervangen door: pimodine .
6. "Piritramide" vervangen door: piritramide .
Artikel 2
Lijst II behorende bij de Opiumwet wordt gewijzigd als volgt: 1. Na:
w
o
r
d
t
wordt toegevoegd:
2. Na:
wordt toegevoegd :
Artikel 3
"cathinon - " .
"- PEPAP 1-fenethyl-4-fenyl-4-
piperidinolacetaat (ester)"
"- para-methoxymethamfetamine,
PMMA
N-methyl-1-(4-methoxyfenyl)-2-
aminopropaan" .
"- para-methoxyamfetamine,
PMA
p-methoxy- alfamethylfenethylamine"

- para-methoxymethamfetamine,
PMMA
N-methyl-1-(4-methoxyfenyl)-2-
aminopropaan .
" hennep elk deel van de plant van het
geslacht Cannabis (hennep),
waaraan de hars niet is
onttrokken, met uitzondering
van de zaden"

- 4-hydroxyboterzuur .
"vinylbital - " .
zolpidem - .
3
1. Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. Artikel 2 is niet van toepassing op zolpidem en 4-hydroxyboterzuur die industrieel worden vervaardigd en uitsluitend als geneesmiddel worden voorgeschreven op recept, gedurende ... termijn nog te bepalen maanden na inwerkingtreding van dit besluit. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
4
Nota van toelichting
Algemeen
Bij de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet (Stb. 2002, ) zijn de lijsten I en II van de Opiumwet opnieuw vastgesteld. Door middel van deze lijsten zijn de middelen aangewezen waarvoor de verboden van de artikelen 2 en 3 van de wet gelden. Na de aanvaarding van het desbetreffende wetsvoorstel door de Tweede Kamer, doch voor de inwerkingtreding van de wetswijziging zijn nog enkele middelen, te weten 4-hydroxyboterzuur, zolpidem en para-methoxymethamfetamine, onder de werking van de Opiumwet gebracht. Door de wetswijziging ontvalt aan het desbetreffende besluit de rechtsgrond. Het onderhavige besluit voorziet in een nieuwe rechtsgrond, door de genoemde middelen op de lijsten van de wet te plaatsen.
De wetgever beoogt met de hernieuwde vaststelling van beide lijsten de kenbaarheid te vergroten, onder meer door niet langer een groot aantal onderverdelingen te hanteren, en stelt in plaats daarvan slechts twee lijsten met een doorlopende alfabetische volgorde. Het is echter gebleken dat niet alle stoffen op de juiste alfabetische plaats staan. Dat gebeurt nu bij dit besluit.
Actal-toets
Het onderhavige besluit leidt tot aanpassing van de lijsten van de Opiumwet aan een reeds in werking getreden besluit. Er is dan ook geen sprake van toe- of afname van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Artikelsgewijs
Artikel 1
Artikel 1 strekt ertoe het middel para-methoxymethamfetamine op lijst I op te nemen. Voorts wordt de alfabetische volgorde van lijst I aangepast. Artikel 2
Met artikel 2 worden de middelen 4-hydroxyboterzuur en zolpidem op lijst II opgenomen. Artikel 3
In het eerste lid is bepaald dat dit besluit in werking treedt bij koninklijk besluit. Het ontwerp van dit besluit is krachtens artikel 3a, vierde lid van de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Opiumwet (Stb. 2002, ) voorgelegd aan beide Kamers van de Staten-Generaal. Aangezien sedertdien meer dan 4 weken zijn verstreken en de Staten-Generaal niet in die periode de wens te kennen heeft gegeven om het onderwerp van deze algemene maatregel van bestuur bij wet te regelen, staat artikel 3a, vierde lid, nu niet in de weg aan vaststelling van dit besluit. 5
Voor de stoffen 4-hydroxyboterzuur en zolpidem geldt een overgangsregime, waarbij industriële toepassingen en het gebruik als geneesmiddel eerst ...…. maanden na de oorspronkelijke inwerkingtreding van het algemene verbod verboden worden. Hierdoor zijn bedrijven en personen niet onmiddellijk strafbaar en hebben zij de gelegenheid een ontheffing aan te vragen. Artikel 3, tweede lid, strekt ertoe deze overgangstermijn te handhaven voor het geval deze nog niet is verstreken op het moment waarop dit besluit in werking treedt. De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. Eduard J. Bomhoff